hoofdstuk 1

18 1 0
                                    

Sneeuw dwarrelde naar beneden. De straten vormden een groot wit tapijt. Onder mijn schoenen knarstten de sneeuwvlokken en ik genoot van iedere stap. Winter is mijn favoriete seizoen. Dus deze periode is de enige waarop ik volledig mezelf kan zijn.

Net wanneer het zo heerlijk perfect was, werd de stilte verbroken door gemompel. Ik kon niet echt verstaan wat er gezegd werd of vanwaar het geluid kwam. Het was namelijk al vroeg donker. Maar de straatlichten verhinderde mij om bang te worden. Maar toch dat vreemde gemompel op de achtergrond deed me huiverend aan iets terug denken. Aan wat, daar kon ik maar niet opkomen. Ik was zo in mijn gedachten verzonken dat ik de mompel meneer niet had zien vallen. Zijn kreet van de pijn verstoorde mijn gedachten. Ik zag hem neerliggen op de grond. Ik ging er van uit dat het een man was. Aangezien het nu eerder gemompel was met een zeer lage brommende stem. Hij had moeite om recht te komen. Dus ik besloot hem te helpen. Ik kwam dichterbij en zag ondertussen de oorzaak van zijn val: een ijsspiegel was verstopt tussen het sneeuwtapijt. Typisch, dacht ik.

" Godver de godver de godver. Typisch dat dat mij nu weer moet overkomen. Godver" zijn gevloek werd onderbroken door een tedere stem" Kan ik u helpen? " hij keek op en kalmeerde meteen. Met de duisternis was het moeilijk om te zien. Maar hij wist nu al zeker dat wie zijn helper ook was, ze zeer intrigerende ogen had. Een soort van blauwgroenachtig. Dat soort kleur van ogen waarvan je de exacte kleur nooit kan benoemen. Met al dat nadenken over de kleur van een paar ogen had hij niet door dat hij haar heel die tijd al aan het aanstaren was. " Ow euhm jah sorry, graag. Ik ben precies een beetje uitgeschoven haha" grapte hij. " jah dat zie ik." grinnikte ze terwijl ze hem rechthielp. Hij kuiste zijn broek af en zette zich volledig recht. " Auw!" dat had hij beter niet gedaan. Door zijn val deed zijn rug en armen onglooflijk veel pijn. " Gaat het? Waar heb je pijn? " daar had je die kalme stem weer die de pijn wegnam. Hij was even afgeleid en wederom rechtte hij zijn rug " auw!" de pijn bracht hem terug naar de realiteit. " oke misschien moet je een houding aannemen die makkelijk voor je is om vooruit te bewegen. Ik woon niet ver. Ik zal daar eens kijken of je niet te serieuze verwondingen hebt. " hij wou nog tegenstribbelen maar wat kon hij doen? Hij was volledig onderworpen aan haar zachte stem en haar hulp die hij zeker kon gebruiken.

-Klop klop klop-

Na wat pijnkreten en stapjes vooruit waren ze aangekomen aan een openhuis. Het huis was perfect gecamoufleerd in het witte landschap. Het was niet te groot en niet te klein. Een mooie hanglantaarn versierd met goude lak verlichtte de okerblauwe voordeur. Er klonk wat gestompel achter de deur dat steeds luider werd. Een nog niet zo oude man deed de deur open. Ik weet niet waarom maar hij zag er ongelooflijk wijs uit. En met een even zachte stem als hopelijk zijn dochter en niet zijn echtgenote ofzo vroeg hij:" wat heb je nu weer op straat gevonden? " " wel ik weet zijn naam niet eigenlijk " maakte ze duidelijk aan de man aan de voordeur. " lieve schat, je weet toch dat je nooit namen mag geven aan zo een mensen. Dan raak je er gehecht aan en krijg je het niet over je hart om hem weg te geven." lap ik zit hier met grapjassen opgescheept dacht ik bij mezelf. En de wijze heer noemde haar 'lieve schat' wat misschien nog net iets meer pijn deed dan mijn lichaam.

Zij lachte echter en daarmee bewoog ze mijn armen ook. " auw!" nee oke, de pijn van 'lieve schat' was minder dan mijn werkelijke pijn. " ow sorry, wel sorry paps maar ik denk dat ik al een naam weet. Deze soort noemen ze namelijk de lompe starende brombeer" grapte ze speels. Hmmm dit meisje is niet op haar mondje gevallen. Moest ik niet afgeleid zijn door de pijn had ik haar zeker een steek teruggegeven. Maar ik besloot haar deze overwinning te geven. Ik kende haar nog maar net. Ik had nog tijd genoeg. Ik besloot op dat moment haar zeker niet te vergeten. Ze noemde hem 'paps' dus mijn kansen waren nog niet verloren. " oooh wauw dat is een zeer zeldzame soort. Die hebben we nog niet gehad. Veel gewonde dieren. Maar een lompe starende brombeer nog nooit. Kom maar snel binnen. Voordat we een ijsbeer binnenhalen in plaats van een brombeer. " en met die laatste woorden begeleidde zowel vader als dochter me naar binnen.

Veel mogelijkheid om rond te kijken had ik niet. Ik wandelde als een oude man met gebogen rug door hun huis. Hun vloer was gewoon parket. Dus daar was niet veel van af te leiden. Nadat ik op een bed werd gezet, verdween mijn mysterieuze meisje snel en kwam even later terug met wat verzorg materiaal. Net op het moment dat ze wou vragen waar ik pijn had, werd haar mond gesnoerd door een isotoon geluid. Ze reageerde met een bezorgde blik gericht naar haar vader. Waarop hij ook verdween en met een rugzak terugkwam. " ik kan niet anders meid, ik ben zo weer terug. Maak je geen zorgen. Ik red me wel weer. Verzorg je patiënt goed en ik zie je snel terug." met die woorden en een kus op haar hoofd nam hij afscheid en verdween in de nacht.

Nadien was het pijnlijk stil. Ze verzorgde me gewoon zonder te vragen waar het pijn deed. Ze observeerde mijn verwondingen zonder woorden. Voor mijn blauwe plekken kreeg ik een zalfje en een ijszak. Voor mijn schaafwonde kreeg ik een iets specifiekere verzorging. Ik weet niet wat ze precies deed. Maar het voelde goed.

Na het verzorgen was ik de stilte beu. " waarom moest je vader weg?" nadat deze vraag over mijn lippen gleed, had ik direct spijt. Ze zuchtte en besloot door te gaan:" mijn mama... Ze werd ook eens opgeroepen en euhm... Ze is nooit meer teruggekeerd... Vaak heb ik me afgevraagd wat er wzs gebeurd. Het enige wat paps gaf van uitleg was 'Estrella'. Nergens kan je dat woord vinden op het internet. Dus ik ging er vanuit sat het een codewoord was voor een operatie. " " zijn je ouders agenten ofzo? " vroeg ik voorzichtig. " geen idee. Ze willen niet dat ik het weet omdat dat te gevaarlijk is, zeggen ze. " zei ze met een brok in haar keel. Ik besloot het daarbij te laten.

Ze had me neergelegd en door het licht in de kamer kon ik haar gezicht nu duidelijk zien. De kleur van haar ogen waren nu duidelijk zichtbaar. Prachtige heldere blauwe ogen met gouden vlokjes erin. Dat gezicht kende ik, dacht ik. Maar dat kon toch niet? Vanwaar dan? Ik besloot het erop te wagen en bracht angstig een naam uit dat door mijn hoofd spookte: " Liv? "

" jij kent mijn naam? " vroeg ik verward aan de man op mijn bed. " jah ik weet niet. Jouw naam spookte door mijn hoofd. Ik herken je van ergens. Ik weet niet goed meer van waar of wanneer. Maar ik herinner me vaag iets van jou. Maar je naam wist ik blijkbaar nog. " legde hij uit aan mij. " ik kan jou nochtans niet herinneren. Wat is je naam? " altijd pijnlijk als een meisje jouw naam niet meer weet. Dus met een beetje pijn in mijn hart stelde ik me voor:" ik ben Manu Geeraerts. Ik had vandaag een rotdag, vandaar mijn humeur. Ik was aan het wandelen. De nacht brengt mij op een of andere manier rust. Ik ben alleen en geniet dus graag van de rust en stilte." vreemde voorstelling dacht ik. Maar het hoort wel bij hem vond ik. Maar echt goed kon ik dat niet weten aangezien ik hem echt niet kende.

Hij verwachtte waarschijnlijk dat ik me nu voorstelde. Dus ik volgde zijn voorbeeld: " wel ik ben Liv De Poorter. Winter is mijn favoriete seizoen. En als het sneeuwt, kan je me altijd buiten vinden. Ik ben niet graag alleen maar geniet wel van de rust en stilte." er verscheen een kleine lach op zijn gezicht en hij leek gerust gesteld. Maar ik had zo een gevoel dat dat niet lang ging duren.

En ik had gelijk. Een reeks van vragen volgde elkaar op. Ik werd er bijna duizelig van. " wowowowow, rustig. Ik wil ook weten hoe dit zit. Maar doe rustig aan en we doen samen vraag per vraag. " met die woorden probeerde ik zijn enthousiasme wat te kalmeren. " ja je hebt gelijk. Het enige wat ik me kan bedenken is dat je misschien ook in een pleeggezin zat waar ik ook was? " stelde Manu overtuigd voor. " dat lijkt mij sterk. Ik ben opgevoed door mijn ouders en heb nooit in het pleegsysteem gezeten. " zei ik voorzichtig uit schrik om hem teleur te stellen. " oke, misschien dan ooit op school? " vroeg hij met wat minder vertrouwen. " ik heb altijd thuis les gekregen van mijn vader. Dus ook dat lijkt mij geen optie"

" hoe is het dan mogelijk dat ik jouw naam ken zonder te weten vanwaar? "

The secrets behind the starsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu