Hoofdstuk 3: De verandering

573 14 0
                                    

Aisha

Het is nu een maand geleden dat ik ben afgestudeerd en dat die avond in het oude schoolgebouw is voorgevallen. Ik kan nog steeds niet geloven dat Jake zoiets kon doen. Ik wist dat hij moeite had met het controleren van zijn woede en dat hij niet de meeste galante was als hij gedronken had, maar die avond ging hij echt veel te ver. Gelukkig was die knappe jongen daar, ik wil niet weten wat er gebeurt zou zijn als hij niet tussen gekomen was. 

Al het zelfvertrouwen dat ik op de ceremonie had was als sneeuw voor de zon vedwenen toen ik oog in oog met Jake stond en Sofie en Thomas nergens te bekennen waren. Hij had die grijns op zijn gezicht waarvoor ik vroeger waarschijnlijk als een pudding in elkaar gevallen was maar het deed me niets, ik kon enkel naar hem staren, bang voor wat hij me miscchien zou aandoen en zoals ik altijd in de maffia heb geleerd: altijd doen wat een dronkaard zegt of vraagt want anders kan het lelijke gevolgen hebben. Daarom was ik hem dan ook naar buiten gevolgd toen ie dat vroeg ook al wist ik donders goed dat het geen goed idee was. Ik kreeg rillingen van zijn zelfvoldane grijns toen hij doorhad dat ik hem mee naar buiten volgde. 

Hij nam me mee, ver weg van de deur, waar niemand ons snel zou vinden. Stilaan werd ik gek van de angst van het ontwetende. Eindelijk stopte Jake met stappen, hij draaide zich om en duwde me tegen de muur. Mijn schouders deden pijn maar ik toonde niets. Ik moet hem laten zien dat het mij niets doet, dacht ik bij mezelf. Hij kwam maar steeds dichter en dichter en legde zijn handen op mijn heupen. Hij had nog steeds die vieze grijns op zijn gezicht. De angst die ik had veranderde in woede. Ik probeerde me van hem los te maken maar hij liet niet los, hij hield me zelfs nog steviger vast. Mijn ogen werden groot van angst, elk spoortje van weerstand was weg. Alle blauwe plekken of schrammen die ik ooit had gekregen van de mannen in de maffia als ik weer eens iets niet snel genoeg deed of iets niet goed genoeg was brandden alsof het maar gisteren gebeurt was. 

Uit het niets kwam er een jongen onze richting uit, Ik keek hem aan, mijn ogen smekend. Opeens stond hij voor me, stomverbaasd kijk ik naar zijn brede rug. Ergens voelde ik me veilig bij het zien van die gespierde rug maar al snel waaide ik het gevoel weg. De jongen draaide zich om en keek me met bezorgde ogen aan. Hij zei iets, ik kon het niet horen al mijn aandacht werd opgeslokt door zijn ogen, ik ken die van ergens. Toch knikte ik dat leek me het veiligste. Dan kwam hij nog wat dichter, ik deinsde achteruit zo mogelijk nog dichter tegen de muur. Misschien was hij toch niet zo vriendelijk als zijn ogen bleken uit te stralen. Hij fluisterde dat ik mijn ogen moest sluiten, ik begreep niet waarom maar deed het toch. Als hij me kan redden van Jake zal ik maar doen wat hij vraagt, dacht ik. Als mij ogen gesloten waren hoorde ik een hele diepe stem die me rillingen over heel mijn lichaam gaf. Ik kneep mijn ogen stevig dicht, in de hoop dat alles verdwijnt. Zodra ik mijn ogen van hem terug mocht opendoen hoor ik mijn naam. Ik draaide me om naar het geluid en ik zag Sofie met ongeruste ogen naar me toe lopen. Ze nam me in de armen en dan werd alles een waas het enige wat ik me nog kan herinneren waren de jongen zijn ogen die me aandachtig volgden toen ik terug naar binnen was gegaan. 

Vandaag wordt ik achttien jaar en dat betekent dat ik moet werken voor de maffia, ik deed het al maar nu is er geen onderkomen aan. Ik voel al dagen blikken over me heen gaan, maar niet op een aangename manier, alsof de mannen me met hun ogen ter plekke uitkleden. De meisjes waarmee ik mijn kamer of de gezamelijke ruimte ,waar alle meisjes die niet zwanger zijn, deel liggen kijken me ook al de hele zomer aan, maar deze blikken zijn uit medelijden. Ik heb een donkerbruin vermoeden van wat er gaat gebeuren maar daar denk ik liever niet aan. Ik hoopte altijd dat ik nooit daarvoor in aanmerking zou komen, dat ik daarvoor te lelijk en te dik was maar niets is minder waar. Ik zit zenuwachtig op mijn bed in een korte short en top, de enige kledij die ik heb en toevallig zijn deze ook gekocht door de maffia als geschenk voor mijn achttiende verjaardag. Het is nooit een goed teken als je iets krijgt van de maffia, dat betekent dat je iets gaat terug moeten geven en aangezien je zelf niets hebt, wordt er van je verwacht dat je hen terugbetaalt met je lichaam. 

Isabel komt voor me staan, zij is hier al dertig jaar en is mijn enige steun in deze hel. 'Het zwijn verwacht je in zijn kantoor', zegt ze met trieste ogen. Alle haren op mijn lichaam staan recht. Ik kijk Isabel diep in de ogen aan en zie de spijt in haar ogen dat ze mij niet heeft kunnen beschermen tegen hem. Traag sta ik recht en geef haar een knuffel, ze neemt me stevig vast en knijpt me zowat fijn. Ik vecht tegen de tranen want elke vorm van zwakte word hier niet getolereerd. Ik haal diep adem en maak me los uit onze omhelzing. Elke stap dichter bij zijn kantoor wordt zwaarder en zwaarder, alsof mijn hele lichaam protesteert tegen wat er gaat komen. De geuren om me heen worden sterker en sterker alsof mijn neus super gevoelig is, ik hoor het zwijn vanop het eind van de gang zwaar ademen. Het voelt alsof al mijn zintuigen op een hogere frequentie werken, ik ruik en proef het zweet van de mannen die zich achter de houten deuren bevinden. Mijn hart bonst luid in mijn keel, wat gebeurt er met me? 

Buiten adem stop ik bij zijn deur, ik hoor nu ook zijn hartslag. Ik klop één keer, als ik wat gebrom hoor open ik snel de deur, stap naar binnen en sluit de deur, hij houdt niet van wachten. Ik kijk naar de grond, je mag hem nooit direct aankijken enkel als hij jou dat beveelt. 'Kom hier, jij lelijk kind', zegt hij. Aarzelend zet ik een stap in zijn richting. 'Dichter! Jij mormel', roept hij. Snel zet ik terug een paar stappen vooruit zodat ik op dertig centimeter van hem sta. Ik beef van angst. Zijn zweetgeur is overweldigend, ik voel al de spieren in mijn lichaam tintelen. 'Op je knieeën!' Gehoorzaam doe ik wat hij zegt. 'Doe mijn centuur los.' Ik slik en met trillende handen open ik zijn centuur. Zijn broek met de centuur valt luid op de grond, ik schrik van het luide geluid. Hij buldert van het lachen. 'Is de kleine hoer bang van de riem?', vraagt hij lachend. Ik voel de tranen branden in mijn ogen. Hij pakt met zijn vettige vingers een pluk haar van me vast en ruikt er aan. Hij laat het los en geeft me een klap in het gezicht. Mijn huid brandt en al mijn spieren spannen zich op. 'Je stinkt, jij vieze, vuile hoer!', roept hij. Hij geeft me nog een klap en daarna nog een. Mijn kaak is ondertussen gevoelloos en de tranen stromen over mijn wangen. Ik onderdruk een snik, hij mag niet merken dat ik doodsbang voor hem ben, dat gaat het alleen maar erger maken. Ik hoor geritsel en zie daarna zijn vest op de grond liggen met zijn das. Zijn ademhaling wordt steeds sneller alsof hij buiten adem is. Al mijn spieren jeuken en het voelt alsof heel mijn lichaam in brandt staat. 'Kijk me aan, slet'. Traag hef ik mijn hoofd op. Als ik hem in de ogen kijk hapt hij adem. 'Je bent net zoals hen', fluistert hij. 'Ga weg!' roept hij. Niet wetend wat ik moet doen blijf ik zitten. 'Weg!', tiert hij en een geur van angst komt me tegemoet. Is hij bang van me? Twee van zijn bodyguards komen binnen en sleuren me mee naar buiten, uit zijn kantoor. 'Dood haar', roept hij tegen de twee mannen. Ik word wild van angst en begin helemaal te trillen. Ik wil nog niet dood, ik ben te jong om te sterven. Een van de mannen neemt mijn arm vast, een brandende pijn gaat door heel mijn lichaam en ik krijs het uit van de pijn. Hij zet een stap achteruit en kijkt me met grote ogen aan. Het zweet loopt over heel mijn lichaam en de pijn wordt alsmaar erger. Ik hoor iets breken en schreeuw het uit van de pijn meteen daarna volgt er nog een krak. Alle botten in mijn lichaam breken een voor een. Het wordt zwart voor mijn ogen. 

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Een cliffhanger, spannend!!!!

Fairy xx

My sweet strong mateWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu