Hoofdstuk 20: patrouille

334 11 2
                                    

Aisha

De bladeren van de struiken slaan in mijn snuit en de dauw maakt mijn vacht nat. Ik loop op nog geen halve meter van de wolf voor me. We zijn met een kleine groep van tien weerwolven aan de noodergrens van het packgebied de omgeving aan het scannen. We zoeken naar geuren in de lucht die er niet horen of naar pootafdrukken die niet van de eigen pack zijn. Zoals we hebben gezien in Justin's training blijven we op een lange rij achter elkaar en zijn aandachtig voor een teken van indringers. Bij elk zuchtje wind, of geritsel van bladeren kijken we gehaast in het rond. Het is onrustig aan de andere kant van de grens maar niets verdachts. De hele patrouille is nerveus en onrustig, het is iedereen doorgedrongen dat de mogelijkheid op een conflict reëel is geworden, ik inclusief.

Terug naar de trainingszaal na een succesvolle patrouille komen we langs wat lijkt een vervallen dorp, maar mijn neus zegt iets anders. Het ruikt er naar afval en weerwolven. Vanachter een wankele, half verrotte deur zie ik twee doffe, grijsgele ogen ons angstig en verslagen aankijken. Als de ogen mijn blik ontmoet verdwijnen ze snel weer alsof ze er nooit waren. Gespannen loop ik naar de kop van de groep naar Justin en Kaleb. Beide mannen merken mijn spanning op en wenken me naar de plek tussen hun beide. 'Waar zijn we?' vraag ik achterdochtig. Hun spieren spannen zich even op en geven elkaar een veelbetekende blik. 

'Hier verblijven de omega's', antwoord Kaleb mijn vraag. Niet in staat de woorden te verwerken, kijk ik hen met afschuw in de ogen aan. 'Hier wonen mensen?' vraag ik met het afgrijzen in mijn stem duidelijk te horen. Mijn beide vrienden kijken beschaamd naar de grond terwijl we stilzwijgend door het dorp lopen. De meeste van wat huizen moeten voorstellen hebben een schammel dak op de muren of geen. Alles lijkt zo fragiel dat bij de minste zucht wind alles in elkaar stort. Deze omstandigheden zijn nog erger dan in de maffia. Ik huiver aan de gedachte dat de weerwolven hier een hele tijd leven, dit is geen plek om te leven ook al heb je een dikke vacht. 'Hoe lang wonen de omega's hier?' Kaleb en Justin geven elkaar terug diezelfde blik alsof ze een gesprek voeren dat niemand kan horen. Deze keer antwoord Justin: 'sinds altijd'. Woede zindert door heel mijn wolvenlichaam. Heeft nog nooit iemand het voor deze weerwolven opgenomen? Dit is onmenselijk.

'Ik wil naar Flynn gaan', zeg ik mijn stem proberend onder controle te houden. Kaleb en Justin kijken gealarmeerd naar elkaar maar knikken dan. 'Kom met me mee', zegt Kaleb onrustig. 'We gaan naar Flynn'. Gedreven door adrenaline, woede en teleurstelling loop ik naast Kaleb en begin ik te denken over wat ik tegen mijn mate ga zeggen.

Flynn

Aisha stormt mijn bureau binnen. Ik kijk haar verbaasd aan maar tover al snel een glimlach op mijn gezicht maar die vervaagt even snel als ze gekomen is wanneer ik de blik op haar gezicht zie.  'Jullie mogen naar buiten gaan', zeg ik grommend tegen de mannen die haar aanstaren. 'Moeten ze nu echt allemaal staren?', merkt Dean mopperend op. 'Wat brengt jou hier?' vraag ik nieuwsgierig. 

'Wat is jullie probleem?' roept ze boos. 'Je gaat iets specfieker moeten zijn', zeg ik nog steeds rustig maar begin al meer geïrriteerd te worden. 'Waarom worden de omega's mishandeld?' Ik kijk haar vragend aan. Mishandeld? Bedoelt ze hun woonplaats? 'Dat is altijd zo geweest, sinds wolvengeschiedenis', zeg ik geïrriteerd. Ik kijk naar Kaleb die met een geamuseerde blik vanuit de deuropening toekijkt. 'Denk je dan niet dat het tijd is om geschiedenis te veranderen. Ze mogen dan wel van de laagste rang zijn maar het zijn nog steeds weerwolven van jouw pack, die een dak boven hun hoofd verdienen, een deftige kamer op zijn minst en niet de smerige stal die ze nu hebben. Ik dacht dat voor een pack elke weerwolf telt' raast ze uit. 

'Jij moet me niet zeggen hoe ik mijn pack moet leiden!', zeg ik boos en op de tenen getrapt. Ik ben nog maar een week alfa, deze tirade kan ik er echt niet bij hebben. Ze mag dan wel mijn mate zijn maar ze moet de regels van de pack volgen. Ze kan niet binnenstormen en eisen dat ik alles aan de kant zet voor omega's. Ik heb veel ernstigere dingen aan mijn hoofd.

'Het is nog niet jouw pack', zegt ze smerig. Ik sta op en de stoel valt op de grond. Verschrikt gaat ze een stap achteruit maar al snel kijkt ze terug met hetzelfde vuur in haar ogen. Ik stap op haar af en zij zet nog een stap achteruit tot ze niet meer kan en met haar rug tegen de muur staat. 'Spreek niet over iets wat je niet begrijpt', zeg ik boos. Ze kijkt me bang aan. Ze fluistert bibberend: 'je ogen'. Als ik besef wat ik hier doe zet ik geschokt een stap achteruit. Ik mag niet op dezelfde manier als vader reageren. Het is niet haar schuld dat mijn vader moeilijk tevreden te stellen is en nog velen van de machtigste weerwolven aan zijn kant staan. Ik stap van haar weg en ga terug achter mijn bureau staan. 'Neem haar terug mee Kaleb', zeg ik in de war. Gekwetst volgt Aisha Kaleb naar buiten. Voordat ze de deur achter zich sluit zegt ze zacht maar niet verslagen: 'denk er over na, Flynn'. Met die woorden valt de deur terug in haar slot en zak ik met een grote zucht in de bureaustoel van vader. Onmiddellijk laait de woede terug op en ga ik aan het raam staan kijkend naar gras waar Aisha en Kaleb over lopen richting de trainingszaal.

Aisha heeft gelijk, er moet iets gedaan worden aan de omega's hun situatie, ze zijn de schaamte  en zwakte van de pack geworden terwijl dat niet zou mogen. Met een hoofd vol nieuwe ideeën schuif ik de bureaustoel van vader in de hoek van de kamer en ga op een simpele stoel zittten als teken van een nieuw beleid.

Wanneer ik eindelijk gedaan heb met alle ideeën tot in de puntjes neer te schrijven is het al donker geworden en ga ik op zoek naar Aisha, ik ben haar een verontschuldiging verschuldigd. Stappend door de grote deuren van de kantine, sinds vader op pensioen is en Anne alles voor hem moet doen eten we in de kantine, speurt mijn blik de hele ruimte af naar een teken van mijn mate. Geen teken van haar maar wel van een zwaaiend hand dat behoort tot mijn zus. Als ik me bij hen voeg zie ik dat ze vergezeld is door mijn beta en gamma. 'Waar is Aisha?', val ik met deur in huis. Clarissa draait speels met haar ogen en neemt een hap van de groene appel voor haar. Justin antwoord in haar plaats: 'ze is in de trainingszaal'. Ik geef hem dankbaar een knikje en haast me naar Aisha.

Ik kijk door de ramen naar mijn mate die in de hoek op een bokszak zit te slaan. Een gevoel van trotsheid en liefde overwelmt. Ze staat al veel verder dan ze een week geleden deed toen ze nog maar net begon met de vechttraining. Ik duw tegen de deur, krakend gaat ze open en stopt het geluid van bokshandschoenen tegen leer. Mijn mate kijkt me zwijgend en buiten adem aan. Terwijl ik naar haar loop bergt ze de spullen op en komt ze traag naar me toegelopen, geen enkel moment laat ik mijn blik van haar los. Nog steeds stilzwijgend komen we elkaar tegemoet in het midden van de zaal. Op een kleine meter van elkaar staan we stil. Mijn hart gaat sneller slaan als onze ogen elkaar ontmoeten, haar prachtige goudbruine ogen doorboren de mijne. 'Sorry', zeggen we allebei op hetzelfde moment. We lachen beide opgelucht. 'Jij eerst', zeg ik zacht, bang om het moment te verstoren.

'Ik had je niet mogen afsnauwen in je bureau. Je bent nog niet lang alfa, je hebt waarschijnlijk veel aan je hoofd en jij kan er niets aan doen dat er de vorige jaren niets veranderd. Sorry.' Met verstomming geslagen kijk ik liefdevol naar mijn mate. Zij heeft alle recht om boos op me te zijn en toch biedt zij haar excuses aan. De nood om haar in mijn armen te nemen is overweldigend maar eerst moet ik mij verontschuldigen. 

'Het spijt mij ook. Je hebt gelijk elke weerwolf van deze pack verdient een degelijke plek om te leven, om zich thuis te voelen.' Voorzichtig zet ik een stap dichter en neem Aisha's hand vast. Ze heft haar hoofd op om me recht aan te kunnen kijken. 'Mag ik een knuffel?', fluister ik. Gelukkig knikt ze haar hoofd. Ik trek haar naar me toe en sla mijn armen om haar heen, zelf slaat ze ook haar armen om mijn middel. Ik laat mijn kin rusten op haar hoofd en geniet van het moment tussen ons twee. 

Met tegenzin laat ik haar na enige tijd los en laat mijn handen rusten op haar heupen. Ze bloost als ze me een vederlichte kus op de lippen geeft. 'Wil je met me slapen?' vraag ik uit het niets. Aisha kijkt me verschrikt aan. 'Ik bedoel het niet zo', zeg ik snel. Beschamend wrijf ik in mijn nek. 'Ik zou graag samen met jou het bed delen, in de meest letterlijke zin.' Ze kijkt me al iets minder geschrokken aan. De kleur op haar wangen is iets intenser geworden. Nauwelijks zichtbaar knikt ze. Vanbinnen springt Dean een gat in de lucht en begint al wild plannen te maken. 'Hou je maar in, we gaan helemaal niets doen buiten slapen.' Dean maakt een teleurgesteld geluid en verdwijnt. 

Hand in hand lopen we samen naar ons huis, ons huis dat klinkt goed. De maan kijkt op ons neer en verlicht het hele pad. Het lijkt wel alsof de maangodin haar goedkeuring heeft gegeven.

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Alweer een hoofdstukje, ik hoop dat jullie er nog steeds even veel van genieten. Vergeet me niet te laten weten wat je ervan vindt.

Fairy xx

My sweet strong mateWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu