Hoofdstuk 25: Coma

236 7 2
                                    

Aisha

Het is nu al twee weken geleden dat we zijn aangevallen en Flynn in coma ligt. Ik kan het schuldgevoel niet van me afzetten, het is mijn schuld dat hij daar ligt. Als ik nu wat meer getraind had en niet zo zwak was dan had hij me niet moeten komen redden en dan was zijn buik niet opengereten.
Tot op de dag van vandaag heb ik nog steeds geen stap in zijn ziekenhuiskamer kunnen zetten. Ik heb al talloze keren voor de deur gestaan maar durfde de klink niet naar beneden draaien. Iedereen in de pack kijkt me vies aan telkens ik voorbij loop. Ze denken waarschijnlijk dat ik geen hart heb of dat ik helemaal niets om Flynn geef. Ze vinden het niet kunnen dat ik niet aan de zijde van hun alpha zit maar ze snappen niet dat ik het ook niet kan. Ik durf het aan niemand zeggen, straks willen ze mij niet meer als hun luna. Waarschijnlijk doen ze dat nu toch al niet.

Het is nu al negen uur s'avonds en ik ben op weg naar de trainingsruimte. Ik zucht, leg mijn drinkbus en handdoek op de bank en begin te lopen. Ik loop en loop totdat ik niet meer kan. De wonden steken pijnlijk. Ik moet opletten dat de sneeën niet terug opengaan zoals gisteren. Waarom moest ik nu ook weer zo zwak zijn? Ik boks tegen de zak zonder handschoenen, ik voel mijn knokels bij elke slag meer en meer pijn doen. Al mijn sneeën staan nu in vuur en vlam. Stop, alsjeblieft! Het is niet jouw schuld. zegt Alexie. Ik negeer haar en begin terug te lopen. Er verschijnen zwarte vlekken voor mijn ogen, shit, ik had wat moeten eten. Maar nu is het te laat. Ik blijf verder lopen en negeer de smeekbedes van Alexie. Stil vallen er tranen over mijn wangen en mijn benen trillen onophoudelijk. Ik val in elkaar en trek mijn knieeën tegen mijn borst . Wat heb ik toch gedaan? Als ik er niet was dan was dit nooit gebeurt, als ik Flynn niet had ontmoet dan zou hij nu veilig geweest zijn en niet in een coma. De tranen blijven maar stromen, ik ben te uitgeput om ze tegen te houden of weg te vegen.

'Ooh lieverd', zegt een stem en ik hoor voetstappen gehaast naar me komen. Ik voel armen om me heen en ruik de geur van brood. Anne. Ik verstop me in haar armen en ze drukt me stevig tegen haar balkon aan. Ik grimas van de pijn. 'Het spijt me', fluister ik. 'Het spijt me zo erg, als ik hier niet was dan was dit ook nooit gebeurt.' Ze neemt me zo mogelijk nog dieper in haar armen. 'Ssht het is niet jouw fout', zegt ze zacht terug. 'Die twee packs hebben al jaren ruzie, er moesten ooit eens gewonden vallen'. 'Maar,' spruttel ik tegen, 'als ik er niet was dan had hij me niet moeten redden of als ik een waardige wolf was dan was het niet nodig geweest.' Anne neemt me bij de schouders en kijkt me boos aan. 'Durf dat nooit meer te zeggen! Je bent een waardige wolf, meer dan de meeste in deze pack', zegt ze op een strenge toon. Ik kijk haar niet begrijpend aan. 'Zonder jou zouden we nu in chaos zijn.' Ik ontwijk haar indringende blik. 'Ik weet dat jij het bent die ervoor zorgt dat er eten op de tafels staat bij elke maaltijd, ik weet dat jij het bent die ervoor zorgt dat alles proper is op het terrein, dat je iedereen betaalt die betaald moet worden. Ik weet dat je jezelf al een week aan het martelen bent elke keer als je uit dat kantoor komt. Ik weet dat je elke avond voor zijn kamer staat en naar de deur staart om er dan wenend voor in elkaar te zakken.' Ik kijk haar verbaast aan. Hoe wist ze dit allemaal? Ik kan geen woord uitbrengen. 

Met grote moeite sta ik recht en strompel naar de bokszak. 'Wat denk je dat je van plan bent?' roept Anna door de zaal. 'Ik moet sterker worden', mompel ik. Natuurlijk heeft ze het gehoord en komt tussen mij en de bokszak staan. 'Aisha, kijk nu eens naar me'. Ik hef mijn hoofd op en zie de tranen in haar ogen. 'Aisha, je bent de sterkste luna die ik ooit al heb gezien. Niemand zou kunnen wat jij nu aan het doen bent. Ga slapen, in deze toestand heeft niemand wat aan je.' 'Nee!', roep ik. 'Ik kan het niet. Elke keer als ik voor zijn deur sta zie ik hoe zijn buik opengereten wordt, ik kan niet binnengaan. Wat voor een mate ben ik als ik niet eens in dezelfde kamer als mijn eigen mate kan staan, zonder me schuldig te voelen', schreeuw ik het uit. 'Elke keer als iemand van de pack vies naar me kijkt is het alsof een mes me snijdt. Ik ben geen luna en zal dat ook nooit voor hen zijn. Ik ben de wolf die ervoor gezorgd heeft dat haar mate, hun alpha, in coma ligt en moet vechten voor zijn leven.' Ik kom even op adem. 'Ze willen mij niet als hun luna', zucht ik zacht.

'Lieverd', zegt Anna zacht, 'ze zullen wel zien wat jij allemaal voor hen doet. Geef hen tijd maar loop alsjeblieft niet weg van je mate. Flynn heeft je nodig, nu meer dan ooit. Wie gaat hem zeggen dat zijn vader is gestorven in het gevecht? Wie gaat hem zeggen dat zijn gamma is vermist? Hij heeft jou, jouw steun nodig en jij hebt hem nodig. Hou me niet voor de gek Aisha, ik weet wat je voor hem voelt ook al schrikt het je af dat je nog nooit van iemand zo veel hebt kunnen houden. Geloof me ik weet er alles van.' Ik kijk haar met open mond aan en knik zacht. 'Kom je gaat een douche nemen en je gaat in je bed kruipen.' Nogmaals knik ik en volg haar naar het grote herenhuis.  De volle maan schijnt op ons neer, de wind speelt met onze haren en ik meen een zacht gefluister te horen. Ga, hij heeft je nodig. Verbaasd kijk ik om me heen. Wat was dat? 

De warme stralen lopen over mijn rug en Alexie is blij dat ik me vandaag niet naar hier heb moeten slepen. Ik trek een trui van Flynn over mijn hoofd en adem zacht zijn geur in. Ik kruip in bed en laat mijn ogen toevallen. Maar ze springen meteen terug open. 'Waar ga je heen? 'vraagt Alexie. 'Naar onze mate', zeg ik snel voor ik me terug bedenk. Ze juicht 'We gaan naar onze mate, eindelijk. Hij zal er waarschijnlijk weer goed uitzien als altijd', zegt ze opgewonden. Ik grinnik en loop zo stil ik kan naar het ziekenhuis. Tot mijn verbazing brandt er nog licht in de gang, de vorige nachten was het steeds donker. Achter de balie zit het kleine meisje van de dag van de aanval. Zij zal waarschijnlijk de verpleegster van wacht zijn. Ze kijkt op en glimlacht lief naar mij. 'Je bent vroeg', zegt ze zacht. Ik kijk haar verbaasd aan. Ik dacht altijd dat ik de enige was in het ziekenhuis. Misschien had Anna toch gelijk. 'U ziet er veel beter uit luna.' 'Zeg maar Aisha en jij bent?' vraag ik haar. 'Maya', zegt ze met een brede glimlach. 'Dank u.' Ik kijk haar vragend aan. 'Voor de medicijnen en het bloed, dankzij u is iedereen zo snel mogelijk verzorgd.' Ik bloos. 'Zeg maar gewoon je en geen probleem dat is iets wat iedereen zou gedaan hebben.'

'Lu- Aisha dat is niet waar en dat weet je even goed als ik', zegt ze met sterke stem. Ik glimlach naar haar. 'Je hebt gelijk Maya. Dank voor je vertrouwen in mij.' Ze knikt. 'Hoe gaat het met hem?', vraag ik aarzelend. 'Het gaat al beter', zegt ze met een blik vol medelijden, 'maar we hebben nog een lange weg te gaan. Het is nog niet gedaan.' Ik knik naar haar en loop naar zijn kamer. Ik adem diep in en trek de klink omlaag. De deur gaat open en ik staar naar de kleine opening. Met aarzelende stappen loop ik naar het bed. Het licht van de volle maan schijnt op zijn prachtige gezicht dat onder de schrammen zit. Ik zet me op de stoel naast het bed neer en neem zijn hand vast.

'Het spijt me dat het zo lang heeft geduurd, maar nu ben ik hier en ik laat je nooit meer alleen', fluister ik snikkend. Ik ruik zijn geur en het valt me nu pas op hoe moe ik ben. Ik leg mijn hoofd naast hem op het bed en val voor de eerste keer deze week in een diepe slaap.

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Hopelijk genieten jullie nog van het verhaal, laat me zeker weten wat je ervan vindt :).

Fairy xx

My sweet strong mateWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu