-14-

4 2 0
                                    

Zodra ik wakker word ga ik rustig rechtop zitten. Ik zie mijn mobiel naast me op het nachtkastje oplichten. Ik kijk ernaar. Het is een berichtje van James, hij wil over een uur afspreken bij de duinrand. Ik frons verward. Ik zou vandaag rustig aan doen, daarnaast, in een uur heb ik niet alles gedaan. James stuurt nog een berichtje dat ik niet hoef te ontbijten en dat hij eten mee neemt. Ik stem zuchtend in. Ik besluit meteen een douche te nemen en me daarna klaar te maken. Vlak voordat ik weg ga schrijf ik een briefje aan mijn moeder dat ik naar James ben. Ik heb geen idee wanneer ik terug ben, dus ik vermeld dat ook niet. De laatste tijd is het in huis steeds leger. Mijn moeder is al spullen aan het verhuizen naar Amsterdam, en ook een paar van mijn spullen liggen al in het nieuwe huis. Volgende week beginnen de examens en ik ben totaal niet zenuwachtig. Het is meer dat ik bang ben voor wat daarna komt. Ik stap op mijn fiets en geniet van de frisse ochtend lucht. Het is elf uur 's ochtends en het dorp begint langzaam op gang te komen. Als ik aankom staat James al te wachten. Hij lijkt niet op zijn gemak en meteen maak ik me zorgen. We kennen elkaar nu zo goed. Bij elke kleine beweging weet ik waarom hij het doet en hoe hij zich voelt. James stemming wisselt snel dus het is best een uitdaging om dat in de gaten te houden. Ik zie James ontspannen zodra hij mij ziet. Ik geef hem een glimlach en zet mijn fiets vast. Ik loop hem daarna achterna, hij loopt niet naar mijn, of nou ja ons, plekje toe. Hij loopt het strand op. Het is rustig, op een paar mensen met honden na. James begint zijn tas uit te pakken waar veel eten is. Verse broodjes van de bakker voornamelijk. We eten het samen op.

'Wat is er James?' Vraag ik voorzichtig. Ik wil niks aandringen, maar hij weet inmiddels hoe goed ik hem ken, en hoe nieuwsgierig ik ben.
'Mijn ouders, ze gaan weer verhuizen' mijn gezicht betrekt. Als hij nu gaat zeggen wat ik denk dat hij gaat zeggen wil ik meteen terug naar een paar minuten geleden.
'En ik ga mee' mijn hart breekt. Ik weet niet waar ze heen gaan, waarom hij mee gaat en hoelang hij dit al weet.
'We gaan na onze examens, naar Canada. Ik hoorde het gisteravond maar mijn ouders zijn al begonnen in te pakken. Ik mag eigenlijk niemand meer spreken van ze, ze zijn bang dat jullie mijn gedachten gaan veranderen'
'en terecht' breng ik uit. James fronst terwijl hij naar de zee kijkt.
'Waarom ga je in godsnaam mee James? Je bent achttien, hebt altijd voor jezelf kunnen zorgen, je hebt ze toch niet nodig? En zij jou duidelijk ook niet!' Ik ben boos dat zijn ouders hem mee willen nemen. Ze pakken alles af wat hij hier heeft. Dat doen ze al zijn hele jeugd. Het is niet eerlijk. En nu pakken ze ook een gedeelte van mijn leven af. Dat kunnen ze niet maken.

'Ik wilde ook blijven' begint James.
'Ze hebben een deal gesloten. Als ik mee ga naar Canada betalen ze daar een kunstopleiding voor mij, ik mag dan tekenen en les krijgen op een van de beste kunstacademies van de wereld' ik buig mijn hoofd naar beneden. Ik had moed hem misschien van gedachten te kunnen laten veranderen, maar het zinkt nu in mijn schoenen. Ik ben hem over een paar weken kwijt en het doet heel veel pijn. Ik haal mijn neus op. Gelijk legt James een arm om me heen.
'Ik heb zekerheid daar, zekerheid voor een opleiding, een huis, inkomen. Hier moet ik alles alleen doen' ik veeg de traan op mijn wang weg.
'Je bent niet alleen hier' breng ik uit.
'Ik ga mijn broer ontmoeten vanmiddag' ik kijk verward op. Toen James vier maanden geleden dat berichtje van zijn broer kreeg heeft hij er niks mee gedaan. Blijkbaar wil hij nu afscheid nemen.
'Ik wil dat je mee gaat' de frons op mijn voorhoofd wordt nog dieper.
'Voor als het uit de hand loopt' het verduidelijkt niks.
'Misschien schiet ik uit mijn plaat, jij weet me dan wel terug te trekken' mompelt hij. Ja, dat kan ik, vorige keer kostte me dat wel een blauw oog. Hij was een ruzie met een of andere gast op school begonnen. Ik wilde hem terugtrekken voordat hij een klap uitdeelde. In zijn adrenaline kick had hij niet door dat ik achter hem stond en kreeg ik een elleboog tegen mijn oog. Het werkte wel want hij kalmeerde meteen om mij te helpen.

Een half uur later zitten we in de auto richting Amsterdam. James heeft zijn ogen straks op de weg gericht. Zachtjes staat de radio. Het is totale kut muziek. Maar ik denk dat James het niet eens hoort, hij is zo geconcentreerd. Zodra we Amsterdam binnen zijn scheurt James zo snel mogelijk door de straten. Zo heeft hij nooit gereden. Meestal is hij kalm, zit hij onderuit in de stoel, heeft het stuur vast met maar een hand. Nu zien knokkels wit van het knijpen, zit hij gespannen rechtop en ademt hij snel. Als James parkeert ben ik blij dat we er zijn. De spanning is om te snijden en ik hou het niet veel langer vol. Ik weet niet of ik iets kan zeggen wat hem rustiger maakt. Ik heb James nooit zo gezien en ik weet niet hoe ik moet reageren.

Grijze GolvenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu