-3-

19 2 0
                                    

Thuis is het stil. Mijn vader is niet thuis, mijn moeder ook niet. Ik loop naar mijn kamer en pak mijn tas uit. Mijn dagboek, boek en mobiel neem ik mee in een andere tas. Ik neem de fiets naar buiten. Ik moet even op mijzelf zijn op een stil plekje. Een stil plekje wat niet thuis is. Ik kruip tussen de struiken naar mijn plekje en pak mijn tas uit. Ik besluit mijn dagboek bij te werken. Ik schrijf geen gedachten op, gewoon de situatie. Ik doe het meestal als ik even iets te veel in emoties zit. Ik beschrijf de situatie en relativeer. Mijn emoties schrijf ik morgen op, als ik er een nachtje op heb geslapen en het hopelijk iets gezakt is. Mijn emoties houden vaak niet zo lang aan. Morgen zal ik me anders over de situatie voelen. Morgen zal ik James niet meer vervelend vinden, en morgen zal ik in de pauze gewoon bij onze groep zitten. Ik zal luisteren naar het geklets van Juul en ook Roxannes gezeur zal ik kunnen aanhoren. Ik zal James gentlemen moves aannemen en ik zal blij zijn dat ik een omgeving heb waarin ik me comfortabel voel. Morgen zal ik weer gewoon even lezen in mijn boek. Ik besluit voor nu mijn dagboek weg te leggen. Ik ga liggen en kijk naar de lucht. Er komen een paar donkere wolken voorbij maar die waaien gelukkig over. Er staat een frisse wind. Lang hou ik het ook niet vol. Ik had een jas moeten meenemen. Ik vervloek mezelf en sta op. Ik loop de struiken uit met mijn fiets en kijk om me heen. Ik sla mijn ogen neer. James zit verderop op een bankje. Hij komt meteen naar me toe.
'Liep jij zojuist de struiken uit?'
'Ja' antwoord ik.
'Je weet dat dat niet mag? En wat is daar überhaupt?'
'Ja dat weet ik, en er is niks' zeg ik. Ik wil op mijn fiets stappen maar James houdt me tegen.
'Weet je zeker dat het gaat?' Ik vervloek mijn emotionele zelf en zet een glimlach op.
'Het gaat goed James.' Hij schrikt een beetje van mijn felheid en fronst. Helaas voor hem is hij te laat en fiets ik snel ik weg. Ik heb geen zin in gezeik. Maar jammer voor mij krijg ik nog meer over me heen. Ik stap de deur binnen en zie mijn moeder aan tafel zitten.

'Waar zat je?'
'Fietsen?'
'Ik heb je vier keer gebeld Annabel!' ik haat het als ze mijn volledige naam gebruikt. Ik haat die naam.
'Niet gezien' antwoord ik. Normaal doen kan ik niet. Niet na die brief die ze laat slingeren.
'Annabel doe normaal! Je weet dat ik dat haat!'
'Weet je wat ik haat?! Dat jullie mij niks zeggen!' Mijn moeder kijkt me verwart aan, god ze is ook nog dom ook.
'Wanneer gingen jullie het me vertellen? Wanneer kreeg ik te weten dat dit huis straks leeg staat? Wanneer zie ik je nooit meer terug?!'
'Anna, waar heb je het over?'
'Jullie gaan scheiden en ik weet niks verdomme!'
'Niet schelden Annabel. Hoe weet je dit?' Ze lijkt ineens heel kalm. Ik snap het niet. Ik ben enorm kwaad, ik haat dit gedrag van haar. Ik had dit moeten weten, als eerste.
'Je had de envelop laten liggen op tafel' zeg ik haar. Haar ogen worden groot.
'Liefje,-'
'kap met je liefje!'
'An, ik wilde het je gister vertellen, maar je vader wilde het niet' vertelt ze voorzichtig.
'Oh, dus nu is het papa's schuld?!'
'Dat zeg ik niet, maar laten we hier eens rustig over praten, niet zo boos lieverd' dat ze me lieverd noemt maakt me nog bozer. Rustig praten kan ik zeker niet. Ik heb er ook geen zin in.
'Ach, rot toch op!' het schiet eruit voordat ik er erg in heb, maar terug kan ik toch niet meer. Ik ren de trap op en verdwijn mijn kamer in. Ik ga in mijn raamkozijn zitten, die vrij ruim is, en kijk naar buiten. Ik heb dit hoekje gemaakt om te lezen, ik doe het helaas te weinig. Meestal ga ik gewoon in bed zitten en doe ik geen moeite om op te staan. Ik zet het raam open, er kan door het hekje niet naar beneden vallen. Mijn vader heeft het nog zelf gemaakt, voor toen ik klein was. Ik kroop dat altijd op ramen, ik wilde altijd naar buiten kijken. Mijn ouders vonden het lief, vandaar het hekje. Het regent buiten. Niet hard. Maar het maakt me rustig. Het geluid en geur van de regen laten mij verdwijnen in een trans.

Twee uur later moet ik aanschuiven voor eten. Ik wilde weigeren maar mijn moeder liet het niet gebeuren.
'Sorry voor vanmiddag, sorry dat je het bericht zelf moest ontdekken' ik geef mijn moeder een strakke blik en prik in mijn eten met mijn vork.
'We hebben nooit bedoeld om iets voor je achter te houden' gaat mijn vader verder.
'Mislukt' antwoord ik.
'Wat is het plan?' Zeg ik.
'Plan?'
'Wat willen jullie met mij doen?' Vraag ik mijn moeder.
'Het huis in Amsterdam moet nog opgeknapt worden. Na je school jaar zal ik erin verhuizen, dan mag je zelf bepalen waar je heen wil. Jij mag bepalen waar je heen wil' ik zucht. Ik voel me niet goed. Ik schuif mijn bord vooruit.
'Sorry voor net' fluister ik. Mijn moeder glimlacht zwakjes,
'maakt niet uit, An' ik sluit mijn ogen. Ik sta op,
'ik ga naar boven' zeg ik en loop weg. Ik ga weer in het kozijn zitten. Ik laat de waterdruppeltjes op mijn gezicht neerkomen. Een heerlijk verkoelend gevoel. Ik weet even niet wat ik met mezelf aan moet. Ik hou van mijn moeder, ik wil niet tegen haar gillen. Maar wat ze nu heeft geflikt vind ik niet oké. Het deed me pijn dat juist zij gaat verhuizen. Liever mijn vader. Het is mijn vader, maar hij is degene die ervoor heeft gezorgd dat ze uit elkaar gaan. Mijn ma is een geweldige vrouw en ik hou van haar. Ik moet er niet aan denken om te verhuizen alleen omdat zij besloot een huis te kopen in fucking Amsterdam. We zijn vaker in Amsterdam geweest. Ik heb me er altijd opgesloten gevoeld. Ingesloten door mensen en gebouwen, geen natuur dichtbij. Het beangstigt mij. Ik haat steden. Ik wil elke dag de vrijheid hebben om naar gebied toe te trekken waar er geen mensen zijn. Ik wil de zekerheid hebben dat ik mijn rust kan oppakken als ik dat wil.

Grijze GolvenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu