-7-

7 2 0
                                    

'Anders ga je in de vakantie een dagje naar Amsterdam, om alvast rond te kijken' het is geen slecht plan. Ik haat dat James gelijk heeft met alles. Waarom weet hij alles, en ik niks.
'Ik wil wel met je mee, als dat helpt' ik kijk naar James. Hij is serieus. Hij wil mij hiermee serieus helpen. Ik snap het niet. Ik snap er niks meer van. Ik zal moeite hebben om het huis op te zoeken. Ik zal alles in Amsterdam haten en niet willen opslaan. Ik weet niet of het makkelijker wordt als James mee gaat. Ik knipper als ik uit mijn gedachten kom. Een traan valt over mijn wang naar beneden.
'Kom hier' James trekt me in zijn armen en drukt me tegen zich aan. Ik haal adem door mijn neus en snuif zijn geur op.
'Gaat het goed hier?' Hoor ik Rox vragen. Ze is binnengekomen en kijkt ons grijzend aan. Ik veeg snel mijn tranen af terwijl James me loslaat.
'Oh, nu al aan het huilen omdat hij je heeft afgewezen?'
'Rox, hou je mond' zegt James ernstig. Ze draait zich om en verlaat de kamer.

'Gaat het?' Vraagt James me dan bezorgt. Ik knik en sta op. Ik pak mijn kleren en verdwijn naar de badkamer. Ik kleed me om en loop daarna gelijk de keuken in waar Quint Rox heeft vergezeld.
'Koffie?' Vraagt Quint me.
'Doe maar thee alsjeblieft' antwoord ik.
'Juul is boven aan het douchen, maar naast het toilet kan je je even opfrissen' ik kijk Rox verbaast aan. Ik had niet per se de behoefte om me op te frissen. Roxanne ziet me kijken en geeft me een knipoog. Ah, ze denkt dat James en ik uit de kleren zijn gegaan vannacht. Top. Ik loop terug de woonkamer in met een kop thee en zet die op tafel neer. Daarna helpt ik Quint en Roxanne om alles op tafel te zetten. James zit in zijn mobiel gedoken en kijkt moeilijk voor zich uit. Ik loop naar hem toe, en hij lijkt zo erg in gedachten te zijn dat hij me niet opmerkt.

'Gaat het?' Vraag ik voorzichtig terwijl ik naast hem neerzak. Hij schrikt duidelijk van me en kijkt me even aarzelend aan.
'Het is oké' zegt hij zachtjes.
'Zeker?' Vraag ik voorzichtig.
'Ik loop zo met je mee naar huis' zegt James en staat op. Hij loopt de gang op en verdwijnt. Ik besluit dan de keuken maar weer in te lopen. We zetten de laatste dingen neer als Juul en James tevoorschijn komen. Juul heeft nat haar van het douchen en James ziet er nog steeds geïrriteerd uit. Na het eten lopen James en ik samen de deur uit.
'Weetje, ik vertel het je later' zegt James dan. Ik kijk hem verbaast aan. Ik had niet verwacht dat hij ineens zou afhaken. Ik vind hem niet iemand om af te haken.
'Oh' zeg ik zachtjes.
'Ik app je nog wel over Amsterdam' zegt James dan en loopt weg. Ik blijf verbouwereerd staan, wat gebeurt er? Ik draai me om en loop naar huis. Ik ben kapot en ik wil gewoon relaxen vandaag. Het liefst wil ik alles even uit mijn hoofd zetten maar ik weet dat me dat niet gaat lukken. Laat ik er gewoon het beste van maken.

Die donderdag hebben James en ik afgesproken om richting Amsterdam te gaan. Ik ben heel erg benieuwd hoe dit gaat worden. Ik weet niet zo goed wat ik ervan moet verwachten. Ik heb expres niks opgezocht in de buurt, op Google Maps, zodat ik nu alles kan ontdekken. Ik heb een beeld van Amsterdam, ik ken alleen de binnenstad en ik weet niet goed wat ik van de rest ga vinden. Ik haat wat ik van Amsterdam ken. James komt me ophalen, want hij kon niet laten de gentlemen uit te hangen. Ik hoor getoeter voor de deur en kijk uit het raam. James is uit het raampje van de auto geleund en zwaait naar me. Ik pak mijn tas en loop de deur uit. Ik had niet verwacht dat we met de auto zouden gaan. Ik stap in naast James. Hij kijkt me aan met een grote grijns.
'Zin in?' Ik knik slechts naar hem. James start de motor, zet de radio aan en rijdt weg. Amsterdam is niet ver, dus we zijn er in 20 minuten. We praten de weg niet. In Amsterdam zelf kent James goed de weg, hij weet ons makkelijk door de binnenstad te krijgen. Hij stopt op de grachtengordel. Hij maakt zijn gordel los en toetert twee keer. Een voordeur verderop gaat open en een jongen komt onze kant op lopen. Hij geeft James een pas aan met een grote grijns.

'Thanks man' zegt James en de jongen verdwijnt weer. Ik kijk James vragend aan. James legt de pas op zijn dashboard en kijkt me aan.
'Ik heb hier een tijd gewoond, die gast net is een vriend van me, ik mag zijn pas lenen zodat we gratis kunnen parkeren' ik knik goedkeurend.
'Kom, om de hoek is het adres' James en ik stappen uit. James pakt mijn hand en sleurt me mee de hoek om. Bij nummer 23 staan we stil. Ik kijk omhoog naar het gehele pand. Er staat groot op het raam dat het verkocht is. Dit is waar mijn moeder terecht komt, en ik misschien ook. Het staat me niet aan. Ons huis nu is ook groot maar alleenstaand. Hier zit letterlijk op je buren. Het idee van sociaal moeten zijn naar buren vind ik geen fijn gevoel. James pakt mijn hand,
'Blokje om?' Ik knik en loop samen met James door de straten van Amsterdam. Gek genoeg voel ik me best goed. En ik weet bijna zeker dat James daar deels voor gezorgd heeft. Hij laat zien dat dingen niet zo complex zijn zoals ze lijken in mijn hoofd. Hij brengt me terug in de realiteit en laat me zien dat dit niet het einde van de wereld is. En nee, het is niet het einde, het is een nieuw begin. Een begin samen met mijn moeder zoals het altijd had moeten zijn.

Grijze GolvenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu