9.

31 1 0
                                    

Juni 2012


Op vrijdagavond na het werk weet Emilia me zover te krijgen dat ik met haar en Joey afspreek in de plaatselijke kroeg en Aiden ook uitnodig. Nadat ik hem een berichtje heb gestuurd, ga ik als een speer naar huis om me om te kleden. Mijn ouders zijn verbaasd dat ik voor de tweede keer in een week iets sociaals ga doen, maar ze maken er gelukkig verder geen kutopmerkingen over.

Bij het café aangekomen, zie ik dat het al behoorlijk druk is. Er is in dit dorp dan ook verder niks te doen, dus iedereen zit óf thuis óf hier óf is gaan stappen op een betere plek. Ik ben allang blij dat we hier hebben afgesproken, want ik had geen zin om naar Peeleind te fietsen.

Niet geheel onverwacht ben ik de eerste. Dat is meestal zo als ik met iemand heb afgesproken. Aarzelend speur ik de zaak af naar een vrij tafeltje. Ik zie er eentje helemaal achterin bij de deur naar de wc's en ga daar zitten.

Mijn kont heeft nog maar net de zitting van de stoel geraakt of er duikt al een ober bij mijn tafeltje op. 'Kijk eens aan, Lesley, wat kan ik voor jou inschenken?'

Ik kijk op in het vriendelijke, gerimpelde gezicht van een van de vaste obers van dit café. Van mijn vader heb ik begrepen dat deze man ooit een collega van mijn opa was. Inmiddels is mijn opa al tien jaar dood en deze man zal ook wel tegen de pensioengerechtigde leeftijd aan zitten. 'Doe maar een cola.'

'Ga ik voor je regelen.' Hij glimlacht vriendelijk naar me en loopt op de bar af.

Wat onwennig kijk ik het café rond. Dit is een beetje de verzamelplaats voor jong en oud in het weekend. Bejaarden die met elkaar komen kaarten, mannen en vrouwen met de leeftijd van mijn ouders die de werkweek weg willen drinken en jongeren die geen zin hebben om naar Peeleind te fietsen. Het is dan ook een bont gezelschap van van alles en nog wat.

Aan het tafeltje naast me zitten twee mannen die ik herken van de plaatselijke carnavalsvereniging. Ze praten vrij hard, waardoor ik moeiteloos hun hele gesprek opvang.

'Ik snap niet dat de politie er niet op afgaat,' zegt de kale man met bril en ruitjesblouse die vorig jaar nog onze dorpsprins was.

'Ach, weet je nog in de jaren zeventig?' reageert de man met witgrijs haar en een rood shirt aan die in vervlogen tijden meerdere succesvolle carnavalsnummers geschreven heeft.

Ruitjesblouse schudt afkeurend zijn hoofd. 'Voor zover ik weet was straatracen toen ook al illegaal. Weet je niet meer dat er toen eens zo'n kerel verongelukt is?'

'Natuurlijk weet ik dat nog. Dat was in de bocht bij de boerderij van Pietje Janssen.'

Het verbaast me niet dat hun gesprek over straatracen gaat. Het is zo'n beetje Heiveense traditie dat er eens in de zoveel tijd geruchten opduiken over illegale straatraces. Dat komt omdat hier vroeger een circuit uitgezet was waar kampioenschappen op gereden werden. Na een tijdje werd dat verboden, maar heel af en toe zijn er 's nachts nog geluiden van slippende motoren te horen en dan laaien de geruchten weer op. Meestal is het daarna ook meteen weer afgelopen; de races zijn eenmalig.

'Wel, zal ik je maar eens gezelschap komen houden?' Het is Aiden die op de stoel naast de mijne komt zitten. Hij draagt hetzelfde shirt als afgelopen dinsdag, met de opdruk van Bruce Springsteen en god-weet-wie.

Opgelucht haal ik adem. Ik zie er in ieder geval niet meer uit als een verdwaalde loser. 'Hé, hoe is het?'

'Goed, en met jou?'

Voor ik heb kunnen antwoorden, duikt de ober weer bij het tafeltje op. Hij zet een glas cola voor me neer en kijkt vervolgens Aiden aan. 'Jongeman, kan ik voor jou ook iets inschenken?'

Radio NergensWhere stories live. Discover now