12.

32 2 3
                                    

Ik besluit me even gedeisd te houden en alleen contact te hebben met Aiden via WhatsApp. Voor hem komt dat ook wel goed uit, want zijn tentamenweken komen eraan en zijn ouders zitten erop te hameren dat hij goede cijfers moet halen. Op het werk praat ik Emilia bij over de situatie, maar ook zij vindt dat het even rustig aan doen de beste oplossing is. Afstand houden tot mijn vader aan het idee gewend is dat zijn voormalige baas nu in Heiveen woont en dan na een tijdje beginnen met stiekem afspreken.

Deze beperking van mijn sociale contacten zorgt ervoor dat ik voornamelijk thuis zit. Mijn zusje moet gelukkig nog naar school en mijn moeder doet haar best om zo veel mogelijk in de kapsalon te zijn – volgens mij hoopt ze meer uren te krijgen als ze maar genoeg extra klusjes doet – maar mijn vader is nog steeds de hele dag thuis. Ongeveer eens per week heeft hij wel een sollicitatiegesprek, maar volgens mij heeft iedereen de hoop al opgegeven dat hij binnenkort een nieuwe baan vindt. Zeker niet met de zomervakantie voor de deur.

Op een dag halverwege juni zitten mijn vader en ik samen in de keuken aan onze lunch als hij vraagt of ik al besloten heb wat ik wil gaan studeren.

'Nog niet,' geef ik toe.

'Dus dat gesprek mit die decaan laest het nie geholpe?'

Ik haal mijn schouders op. 'Ze heeft een paar opleidingen genoemd die op zich wel interessant waren, maar ik weet niet of er echt iets voor mij bij zit. Ik weet echt niet wat er bij me past. Wat denk jij?'

'Pfoe, dat is 'nnen lâstege vraog. Ik zie nie zó thuus ien ut hieële hbo-waereldje van tiggeworreg. Ien mien tied laag dat allemól ânders.'

Toen was studeren voor simpele dorpeling vast veel minder vanzelfsprekend, maar daar heb ik niks aan. 'Ik weet gewoon niet waar ik goed in ben of wat ik leuk zou vinden.'

'Ik daenk dat journelestiek messchien ienderdaad nie de juuste keus was. Geej halt d'r nie van um òp de vurgroond te staon. Dat hedde nie van ennen vremde.'

Ik neem nog een hap van mijn boterham terwijl ik nadenk over zijn woorden. 'Als journalist hoef je niet per se op de voorgrond te staan. Je kunt ook achter de schermen werken bij een tijdschrift of zo.' Wat dus altijd mijn plan was. Ik heb nog steeds niet achterhaald welke 'andere manieren om daar terecht te komen' mijn voormalig studiebegeleider in ons laatste gesprek bedoelde.

'Már ut zien wel veul beroepe waorvur ge meense mòt belle, bevurbild. Waorbeej ge soms mòt ándringe um te kriege wá'che wilt. Daor ziedde geej nie ut type vur.'

Daar heeft hij gelijk in. Ik ben absoluut niet iemand die op mensen afstapt of ze achter de vodden zit. 'Gelukkig maar dat ik niet van plan was om de politiek in te gaan. Maar wat dan wel? Wat voor beroep zie jij mij doen?'

Al kauwend op zijn eigen brood denkt mijn vader daarover na. 'Geej kunt hieël goēd zelfstandig waerke. Ik zeuj allieën zoeë nie wieëte wat vur beroep daorbeej pèst. Iets mit taal, messchien? Ge wilde toch journelestiek doēn umdat ge goēd ziet ien Nieëderlands?'

Dat is niet de hele waarheid, maar het komt er wel in de buurt. Ik wilde iets met schrijven doen, ik heb mijn ouders alleen nooit verteld dat ik het allerliefst verhalen schrijf. Zij weten niet beter dan dat het me aantrok om wat dan ook te schrijven.

'Waorum godde aegelek nie gewoeen Nieederlands studiere?'

'Op hbo-niveau is dat een lerarenopleiding en ik wil geen leraar worden. En ik weet niet of de rest van de leerstof me genoeg zou interesseren. Ik bedoel, ik vind het wel leuk om met taal bezig te zijn, maar zo intens? Ik krijg al de kriebels als ik aan koppelwerkwoorden denk.'

'Ge göt echt gén opleiding viende waor ge allieën már leuke dinge kunt doēn.'

Alsof ik dat niet weet. Op dit moment kost het me de grootste moeite om een opleiding te vinden waar ik een páár leuke dingen kan doen. Niet dat ik de laatste dagen nog erg hard aan het zoeken ben. Sinds dat gesprek met mevrouw Janssen ben ik eigenlijk alleen nog maar meer de weg kwijt. Ik ben eerder verloren geweest maar nooit zo verloren.

Radio NergensWhere stories live. Discover now