Hoofdstuk 7

28 9 2
                                    

Ik krijg een mysterieus onderbuikgevoel als ik over straat terug naar huis loop. Voorzichtig gluur ik over mijn schouder, maar zie niemand achter me lopen. Vreemd! Ik haal mijn schouders op en loop gewoon door, maar het gevoel gaat niet weg.

Ik sta direct weer stil en draai me om.

Weer niemand.

Ik loop zo onopvallend mogelijk terug en doe net alsof ik naar iets opzoek ben. Uit mijn ooghoek vang ik een glimp op van een irritant schepsel dat mij bijna altijd aan het volgen is. Wie anders dan Ryan staat ergens tegen een muurtje aangeleund. Ik rol met mijn ogen.

Ik laat "per ongeluk" mijn sleutel vallen en raap hem dan vlug op. Ik draai me nonchalant weer om en zie Ryan nog steeds bij het muurtje staan. Hij staart me aan, maar ik maak er geen notitie van en loop met een normale pas langs het muurtje. Ik doe gewoon net alsof hij niet bestaat.

Ik sla linksaf en loop het bos in. Het onderbuikgevoel is nog steeds niet verdwenen. Het begint me zo langzamerhand op de zenuwen te werken. Ik klem mijn kaken op elkaar en draai me met een ruk om.

'Kom tevoorschijn!' roep ik met een dreigende stem.

Er komt niemand te voorschijn.

Ik loop net iets dieper het bos in zodat de zonnestralen mij niet meer kunnen raken en trek mijn capuchon af. Direct daarna sla ik mijn armen over elkaar en tik ik afwachtend met mijn voet tegen de grond.

'Nogmaals, kom tevoorschijn!' roep ik nog eens als ik nog steeds geen reactie krijg.

Opeens hoor ik iets bij een boom die dichtbij me staat.

Ik kijk op naar de boom en scan de boom vlug. Mijn ogen blijven hangen bij een silhouet op een dikke tak. Ik kijk iets beter en zie dat het Ryan is. Wie anders?

Ik verander vlug en duik de struikjes in. Het zachte getrippel van mijn pootjes klinken erg aangenaam in het donkere bos. Ik klim behendig de boom in en trek een sprintje naar de tak waar Ryan op zit. Hij heeft me nog altijd niet opgemerkt en kijkt de andere kant op.

Als ik net onder hem op een tak sta verander ik terug. Ik grijns breed. De tak is net dun genoeg om iets leuks uit te halen.

Ik trek de tak met een flinke ruk naar beneden waardoor hij knakt en afbreekt.

Ik zie hoe Ryan naar beneden valt en met een flinke plof op het harde zandpad terecht komt. Ik verander snel en spring met een diepe sprong naar beneden. Ik vang me behendig op met mijn kleine pootjes. Met een woeste blik scant hij mijn gedaante. Toen hij eindelijk tot de conclusie kwam verstarde zijn blik.

Ik verander terug naar mijn menselijke gedaante en druk zijn handen tegen de grond aan. Ik kijk hem geamuseerd maar toch geïrriteerd aan. Ik vond het enorm grappig dat hij naar beneden viel, maar ik vond het minder grappig dat hij me bespioneerde.

'Als je wel tevoorschijn was gekomen was dit niet gebeurd, maar ja. Ik vond het ook wel grappig,' grijnsde ik. Zijn gezicht werd met de seconde bleker.

'Waarom volgde je me?,' vroeg ik daarna met een dreigende en aanvallende toon.

'Ik moest jou vangen, als goedmaker van de keer dat het me niet is gelukt,' piept hij angstig. Ik lach kort en rol met mijn ogen.

'Jij kan me niet vangen. Ik heb jou gevangen. Alweer,' sneer ik met een sarcastische ondertoon. 'Zeg dat hij me de volgende keer zelf wel mag komen halen.'

Ik kijk hem nog een paar seconden vernietigend aan en laat hem dan los.

'O ja, en dat filmpje kan me ook een kopzorg wezen. Gedraag je voortaan op school.'

Ik veranderde snel en sprintte naar huis. Ik liet hem daar hopeloos achter.

Gelukkig was ik al snel thuis en hoefde ik tijdens mijn sprint niet lang over de dingen na te denken. Ik veranderde vlug terug, drukte de sleutel die ik in mijn broekzak had in het slot en liep naar binnen.

Ik trok mijn schoenen uit en smeet die ergens bij de deurmat neer. Uit de keuken haalde ik een reep chocolade die ik vervolgens op de bank in één keer verslond. Je krijgt honger van dit hele gedoe.

Ik wilde naar mijn tas graaien om mijn mobiel eruit te halen, maar ik kon er om de een of andere reden niet bij. Ik fronste en keek naar beneden.

Fijn!

Ik ben mijn tas kwijt. Die moest ik ergens bij de bibliotheek hebben laten liggen! Nou ja, ik heb morgen toch vrij. Dan kan ik hem wel ophalen.

Eerst maar eens genieten van die heerlijke rust.

SchuwWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu