Schuw

Hoofdstuk 13

Ik open mijn ogen en zie dat ik in mijn bed lig. Gelukkig, maar waar zat Scotty in mijn droom nou ook alweer vast? Oja, in een fabriek! Gelukkig is het weekend, dus kan ik op zoek naar die fabriek.

Ik stap uit mijn bed en loop naar de spiegel. Vlug werp ik een blik in de spiegel en zie dat ik mijn nachtkleding aan heb. Snel kleed ik me uit en trek een roze trui en een donkerblauwe spijkerbroek aan. Vlug pak ik nog mijn telefoon en loop dan naar beneden toe.

Beneden kom ik niemand tegen, wat niet erg vreemd is op deze dag. Vaak liggen ze dan tot 12:00 uur in bed, wat mij echt totaal niet boeit. Ik loop naar de keuken en maak snel even wat eten klaar.

Als ik mijn eten op heb pak ik nog een glaasje en pak de tomatensap uit de koelkast. Ik schenk het in en ruim het daarna weer op. Ik drink mijn drinken rustig op en kijk ondertussen op mijn telefoon, waar er in de omgeving een fabriek staat. Meteen valt het me op dat er maar een fabriek in de buurt is.

Natuurlijk moet ik er zelf niet naar toe gaan. Dan hebben die vreselijke jagers me sowieso. Ik moet daarvoor zelf de politie inschakelen!

Ondertussen is mijn glas leeg en ik ruim het bord en glas op in de vaatwasser. Dan loop ik snel naar de woonkamer en neem plaats op de bank. Ik kijk nog even hoe ver die fabriek ligt vanaf de stad en het verbaasd me, dat het maar zo'n 1 kilometer verderop ligt.

Dan spring ik op en loop naar de gang toe, waar ik in mijn instappers stap. Vanavond zou ik trouwens nog in het boek kijken, wat ik nog steeds thuis heb liggen. Eerst dit zaakje opknappen!

Ik stap naar buiten en doe snel mijn capuchon op, om mijn huid te beschermen tegen de zon. Nu moet ik wel de politie zien te overtuigen dat daar Scotty vast zit. Maar hoe?