III (3)

33 5 5
                                    

Ik ren de straat in, waar ik woon en graai in mijn zak naar de huissleutel. Shit, waar is die gebleven? Door al deze nare gebeurtenissen ben ik die totaal vergeten! Op het moment wanneer ik me wil omdraaien voel ik hem in mijn andere zak. Ik haal opgelucht adem en loop naar de voordeur van mijn huis toe.

Ondertussen denk ik terug aan vanochtend, wat Britt tegen mij zei.

*Flashback*

'Hey Jazz, alles goed met je?' vraagt Aiden, als ik met een slaperige hoofd bij hem kom staan.

'Hoi Ai, mwha het gaat zoals gewoonlijk.' beantwoord ik zijn vraag. Ik hoor wat gegiechel achter me, maar negeer het. Ik weet dondersgoed wie dat waren! Dat waren die 3 populaire meiden; Britt, Grace en Faya.

'Hey Jazzlyn, ben je zo uit je bed gekomen?!' vraagt Britt schreeuwend naar mij, zodat de hele schoolplein het hoort. Ik zeg niks en de hele schoolplein begint te lachen. Dit is nou zo'n situatie, waarin ik niet weet wat ik moet doen.

'Je bent een sukkeltje, Jazzlyn! Je bent niet zo Jazz, hoe je heet! Jou ouders hadden je beter Mies kunnen noemen, Whaha!!!' schreeuwt Grace me na en lopen lachend het schoolgebouw in.

*Einde flashback*

Ik schud snel mijn hoofd om het uit mijn hoofd te krijgen, maar het speelt zich telkens opnieuw af. Geïrriteerd zucht ik en steek de sleutel in het slot, dan draai ik hem om en open de deur. Ik stap het huis in en sluit stil de deur achter me. Stil ruim ik mijn sleutel op in het sleutelkastje en trek dan mijn schoenen uit, die ik in de meterkast neerzet op mijn eigen plankje.

Vervolgens loop ik de trap op naar boven toe en loop zo stil mogelijk verder naar mijn slaapkamer. Ik wil het liefst niet, dat iemand mij hoort. Alleen weet ik niet of mijn ouders nou wel of niet thuis zijn, dus doe ik maar zo zachtjes mogelijk.

Ik kom aan bij de deur van mijn slaapkamer en ik pak de sleutel van de deur, die verstopt licht onder een bloempot. S' ochtends doe ik mijn slaapkamer altijd op slot, zodra ik naar school toe ga. Omdat ik bang ben, dat mensen in mijn kamer gaan rond snuffelen en dat wil ik niet!

Ik open de deur en loop mijn kamer in. Het is een grote kamer in de kleur oceaan blauw en er staat een hemelbed, een klerenkast, een bureau en mijn piano. De piano had ik vroeger op mijn vijfde verjaardag gekregen, toen ik nog mensen vertrouwde. Ik had een hele lieve opa en oma, maar door de jaren heen heb ik hun niet meer gesproken of gezien. Zelfs ik weet niet of ze nog leven!

Ik vergeet de deur weer op slot te doen en draai me om, om hem op slot te doen. Maar tot mijn verbazing zie ik een meneer in de deuropening staan. Ik slik eventjes, maar draai me dan weer om en loop naar mijn bureau. Met een zwaai zet ik mijn tas op het bureau neer, die met een dreun er op komt. In al die jaren, heb ik mijn ouders ook nooit meer gezien en herken ze zelfs niet meer. Maar ik weet wel, dat de man in de deuropening mijn vader is. Dat is duidelijk te zien, ik lijk als tweedruppels water op mijn vader!

'Jazz, hoe was het op school?' hoor ik de man vragen, maar negeer zijn vraag. No way, dat ik dat ga vertellen! Op mijn lijk!

'Jazz, waarom negeer je ons altijd? Leg het me eens uit!' hoor ik de man zeggen en ik kijk heel even op. Ik zie hoe hij de kamer in loopt en op mijn bed gaat zitten. Terwijl hij daar zit staar ik hem waterig aan, alsof ik vuur zie branden. Dan draai ik me weer om en begin in mijn tas te rommelen, opzoek naar het muziekblaadje. Tot mijn spijt kan ik hem nergens vinden en heel even zucht ik geïrriteerd. Die stomme Britt, Grace en Faya hebben hem vast en zeker gestolen! Grrr!

Ik grom eventjes en pak mijn tas beet, die ik vervolgens naast mijn bed neer gooi. Lekker dit! Kan ik niet oefenen! Ik voel hoe de tranen opkomen en loop naar mijn bed, waar de man nog steeds zit. Hij kijkt me verwondert aan, vast denkt hij dat ik naast hem ga zitten. Maar nee, dat heeft hij mooi fout!

VertrouwenspersoonWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu