XII (12)

24 5 17
                                    

We zitten al zo'n een uur met z'n allen te kletsen, totdat ik ineens gebeld word. Meteen stoppen we met praten en ik pak mijn telefoon van de tafel. Ik kijk wie mij belt, maar er staat onbekend. Wie belt me?

Twijfelend kijk ik de jongens aan. Moet ik wel opnemen? Dalijk is het een of ander gestoorde idioot!

'Wat is er, Jazzy?' vragen de jongens in koor.

'Ik word anoniem gebeld. Moet ik wel opnemen?' vraag ik bang.

'Zet hem op luidspreker, dan kunnen we allemaal mee luisteren.' stelt Michael voor. Ik knik en neem op, waarna ik hem direct op luidspreker zet.

'H- hall-o, met J-Jazz-l-lyn! M-met w-wie sp-spreek ik?' vraag ik met een trillende stem.

'Hoi Jazzlyn, Aiden hier! Ik wil je vragen, waarom je me negeer. Je neemt nooit op en reageert niet eens op mijn appjes! Ben je boos?' hoor ik de stem van Aiden door de telefoon. Ik haal geluidloos adem en haal snel Aiden van de speaker af.

'Nee, ik heb geen meldingen of berichten binnen gekregen.' zeg ik en sta op. Ik wil naar de gang toe lopen, maar Ashton duwt me terug op de bank.

A= Aiden en J= Jazzlyn

A: Gaat het wel goed met je?

J: Ja, hoezo?

A: Nou je klonk zo bang, toen je opnam. Waar ben je nu dan?

J: Ik ben-

A: Ik kom meteen naar je toe.

J: Nee, Ai wacht!

Ik hoor hoe hij ophangt en ik zucht geïrriteerd. Fijn, nu gaat hij naar mijn huis toe! Wat moet ik doen?

'Jazzy, wat is er?' vraagt Ashton als hij mijn bedrukte gezicht ziet.

'Kan je mij naar mijn huis brengen?' vraag ik aan hem, maar hij schud zijn hoofd.

'Waar zitten we nu eigenlijk? Ben ik nog wel in Nederland?' vraag ik en kijk paniekerig om me heen.

'Nee, je bent in België.' lacht Michael en ik kijk hem geschrokken aan. Wat heeft hij vandaag?

'Kom eventjes mee, Jazz. Ik heb net wat te horen gekregen toen jij boven zat.' zegt Ashton en ik kijk hem verwarrend aan. Samen met Ashton sta ik op en volg hem mee naar de tuin.

'Wat ga je me precies vertellen?' vraag ik ondertussen, tijdens het lopen naar de tuin toe.

'Iets naars.' beantwoord Ashton mijn vraag. Ik stop met lopen en kijk hem geschrokken aan. Hij draait zich om en kijkt me bezorgd aan.

'H- heeft h-het ie-iets m-m-met m-mijn ou-ouders t-te m-m-maken?' vraag ik snikkend aan hem. Er rollen tranen over mijn wangen en een bang gevoel bekruipt mijn buik. Zou er iets ergs gebeurd zijn?

'Ja, wil je het nog wel horen?' vraagt Ashton overbezorgd. Ik knik wild met mijn hoofd en ik laat me op de grond zakken.

'Je ouders hebben een dodelijk ongeluk gehad.' vertelt Ashton en ik barst in tranen uit.

'Ze liggen in het ziekenhuis, niet ver van hier. Wil je ze bezoeken?' vraagt hij dan en ik kijk hem meteen aan. Ik knik heftig met mijn hoofd en voel dat ik een beetje pijn in mijn hoofd heb.

'Wil je een aspirientje?' vraagt Ashton, die merkt dat ik hoofdpijn heb.

'j-j-ja.' snik ik, waardoor het huilen me nog meer hoofdpijn oplevert. Ik grijp naar mijn hoofd en probeer het te verminderen, maar het word alleen maar erger. Hij loopt naar een kastje en tovert daar een aspirientje uit. Ik zie dat hij een glaasje water vult en komt dan weer terug naar mij.

VertrouwenspersoonWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu