De volgende ochtend word ik gewekt door zachte lippen die en spoor vanaf mijn mondhoek naar mijn nek maken. Kippenvel verspreidt zich over mijn lichaam heen en ik onderdruk de neiging om gelukzalig te zuchten. Ik doe alsof ik nog slaap, zodat de hemelse aanraking niet stoppen, maar helaas heeft Adam me door.
'Ik weet dat je wakker bent,' grinnikt hij zacht en hij drukt nog een kus op mijn sleutelbeen.
'Volgens mij droom ik nog,' mompel ik.
Langzaam open ik mijn ogen. Adam hangt half over me heen. Hij staat naast mijn bed, maar zijn armen leunen op het matras. Hij draagt vandaag een donkere broek met een overhemd en daaroverheen een donkergrijze sweater.
En het staat hem verschrikkelijk goed.
Hij grijnst geamuseerd en met fonkelende ogen leunt hij nog dichter naar me toe. 'Ik kan nog veel meer in je dromen'.
Mijn wangen kleuren opslag knalrood. Met grote ogen staar ik hem aan, te uit het veld geslagen om iets te zeggen.
Adam grinnikt laag en schudt dan zijn hoofd, waardoor zijn bruine lokken heen en weer schudden. 'Je bent zo onschuldig soms'.
'Je weet niet half wat er allemaal in mijn hoofd omgaat,' kaats ik terug.
Adam trekt verbaasd zijn wenkbrauw op en leunt dan dichter naar me toe. 'Vertel'.
Ik lach nerveus en schud mijn hoofd. 'Na-ah, zeker niet,' mompel ik. Om zijn vraag te ontwijken, begin ik snel over een ander onderwerp. 'Maar waar heb ik het aan te danken dat ik op deze manier wakker word gemaakt?'
Adam kijkt me kort met vernauwde ogen aan, maar laat zijn vraag dan rusten. Hij gaat weer rechtop staan en haalt diep adem.
'Imogen, zou je alsjeblieft met mij vandaag naar kantoor willen komen?' vraagt hij, al is het meer mompelend.
Het feit dat hij alsnog de moeite neemt om het me te vragen, zeker na wat ik gisteravond heb gezegd, laat mijn hart een sprongetje maken. Ik glimlach en duw mezelf overeind in het matras.
'Heel graag'.
Hij knikt, tevreden. 'Mooi zo, want anders had ik je alsnog meegesleurd en volgens mij had je dat niet zo leuk gevonden'.
Ik rol mijn ogen. 'Nu maak je het er niet veel beter op'.
'Weet ik,' zegt hij en hij schenkt me een jongensachtige grijns.
Ik rol nogmaals mijn ogen, maar ga er niet verder op in. Ik kan niet voorkomen dat er toch een kleine glimlach rond mijn mondhoeken ontstaat.
Ik sla de dekens van me af en slinger mijn benen over de rand van het bed heen. Als mijn voeten in contact komen met de koude vloer, reist er een koude schok door mijn lichaam heen. Zacht trippel ik naar mijn kledingkast, waar ik een simpele, maar nette outfit uitkies.
JE LEEST
Liefde zoals bloesem
Literatura KobiecaDe negentienjarige Imogen is de dochter van een invloedrijke en steenrijke zakenman. Ze wist dat niet alles waar hij zich mee bezig hield precies volgens de regels ging, maar ze heeft zich nooit bemoeit met zijn zaken. Daar was dan ook nooit een red...