11. Kantoordagen zonder eindes

990 43 11
                                    

Het is net twaalf uur geweest en ik zit samen met Adam in zijn kantoor op de bovenste verdieping

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

Het is net twaalf uur geweest en ik zit samen met Adam in zijn kantoor op de bovenste verdieping. Het is een kleine ruimte die chique en sfeervol, maar toch ook praktisch is ingericht. De muur tegenover de deur wordt bijna helemaal in beslag genomen door een enorm raam, met prachtig uitzicht op de stad. De mensen die beneden over straat lopen lijken wel mieren vanaf hier.

Ik weet niet hoe ik Adams kantoor had voorgesteld, maar in ieder geval niet op deze manier.

De afgelopen paar uren heeft Adam me door het gebouw rondgeleid en me aan meerdere mensen voorgesteld. De meeste mensen waren belangrijke contactpersonen of onderbazen, maar sommige ook simpele stagaires.

Eén vrouw is me in het bijzonder bijgebleven: zijn secretaresse in het kantoor hiernaast. Ze schijnt Amelie te heten en is niet veel ouder dan ik ben. Toen we langs liepen en Adam me aan haar voorstelde, kon haar blik me haast wel doden. Ze keek me aan alsof serieuze concurentie ben en er met haar maaltijd vandoor ben gegaan.

De steelse blikken die ze Adam constant gaf, maakte me duidelijk dat er iets tussen hen speelt. Het zou me eigenlijk niets moeten doen, maar toch vind ik het irritant. Misschien omdat ik háár gewoon irritant vind, met haar blonde haren en tuttig mantelpakje.

Momenteel zit ik aan een klein bureau uit mijn studieboeken te leren. Adam zit aan het grote bureau, dat midden in de kamer staat, zijn eigen werk af te handelen. Ik voel zijn intense blik in mijn huid prikkelen en na een tijdje houd ik het niet meer.

Geïrriteerd kijk ik op. 'Kan je stoppen met zo naar me te kijken?' vraag ik hem haast smekend.

Ik kan me altijd slecht concentreren als mensen me in de gaten houden.

Hij grijnst geamuseerd. 'Leid ik je af, Imogen? Word je nerveus als ik naar je kijk?'

Ik snuif sarcastisch, maar voel mijn wangen ongewild rood worden. Ik ontwijk zijn intense, amberkleurige kijkers en staar naar mijn studieboeken.

'Nee, het is gewoon storend'.

Hij trekt fronsend zijn wenkbrauw op. Dan staat hij ineens op en loopt met een stapel papieren in zijn hand naar de kast. Ik volg elke beweging die hij maakt met mijn ogen, tot hij achter mijn rug verdwijnt en uit mijn gezichtsveld loopt. Zenuwachtig speel ik met mijn pen tussen mijn vingers.

'Ik heb het erg snel door als iemand liegt,' klinkt zijn stem ineens dicht bij mijn oor. Ik verstijf en sper mijn ogen wijd open, maar kan het kippenvel op mijn armen niet tegenhouden. 'En daarbij ben jij een uitzonderlijk slechte leugenaar'.

'Ik lieg helemaal niet'.

Ik spring overeind en draai me met een ruk om. Adam staat met zijn handen op de leuningen van mijn draaistoel en leunt wat voorover. Met blozende wangen kijk ik naar de adembenemende jongeman voor me.

Liefde zoals bloesemWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu