Aarzelend kijk ik Darius aan, terwijl hij me afwachtend aankijkt. Hij heeft een ondeugende blik in zijn bruine ogen. Hij lijkt al helemaal overtuigd van zijn eigen idee. Ik bijt echter twijfelend op mijn lip. Kunnen we dat echt maken?
'Ik weet het niet, hoor,' geef ik eerlijk toe en ik kijk naar de grond. 'Is dat geen privacyschending?'
Darius rolt zijn ogen en slaat zijn armen vastbesloten over elkaar. Hij draagt een simpele broek en een lichtblauwe shirt. Zijn normale werkkleding, een donkere broek met overhemd en een jasje, zijn in dit huis niet nodig. Het is net een ultiem bewaakt fort hier.
'Heeft hij niet gezegd dat zijn huis, ons huis ook is? Volgens mij zei hij zelfs dat we mochten gaan en staan waar we wilden,' herhaalt hij en hij trekt uitdagend zijn wenkbrauw naar me op.
Ik zucht. 'Maar dat betekent niet dat we zomaar kunnen gaan rondsluipen. We mochten alleen in de open ruimtes komen'.
Hij haalt grijnzend zijn schouders op. 'Hij is er toch niet. Dan kunnen we daar net zo goed gebruik van maken'.
De hele middag hebben Darius en ik gestudeerd in één van de woonkamers. Er zijn er meerdere in dit huis. De grootste woonkamer is op de begane grond, maar er zit ook een kleinere op de eerste verdieping, vlak bij onze slaapkamer.
Rond een uur of zes zijn we in de keuken gaan avondeten. Katania is helemaal losgegaan in de keuken. De hele tijd heeft ze maar lopen praten over alle geweldige technologische snufjes die ingebouwd zaten. Het doet me goed om te weten dat zij zich hier ook op haar gemak voelt. Hopelijk mag ze zo vaak als ze wil de keuken gebruiken.
Na het eten hebben we niet zo veel gedaan. Nu is het acht uur geweest en heeft Darius voorgesteld om het huis te gaan verkennen. Aangezien het hier enorm is, zal er aardig wat te zien zijn.
Ik twijfel er echter over. Het voelt zo gek om zomaar in iemand anders' huis rond te snuffelen, zeker wanneer diegene er zelf niet bij is. Darius lijkt geen geweten te hebben en probeert me nu al tien minuten lang over te halen.
'Fijn,' zucht ik en ik duw mezelf overeind van de bank. 'Maar als er iemand langsloopt, doen we alsof we gewoon normaal rondlopen, oké?'
Hij knikt braaf, met een grijns van oor tot oor rond zijn lippen geplakt. Ik rol lachend mijn ogen. Ook al is hij twintig, soms is hij net een vijfjarig jongetje.
'Waar beginnen we?' vraag ik, om me heen kijkend.
Ik heb absoluut geen richtingsgevoel, maar hier lijkt dat alleen maar versterkt. Ik zou zelfs mijn eigen slaapkamer niet normaal kunnen vinden, zonder te verdwalen of het tien keer na te moeten vragen aan een van de schoonmaaksters.
'Bovenaan?' suggereert Darius, die al even gedesoriënteerd is als ik.
Ik hum instemmend en begin aan onze zoektocht opweg naar de hal. Als we deze na een klein omweg bereiken, sluipen we via de witstenen wenteltrap naar de bovenste, vijfde verdieping.
JE LEEST
Liefde zoals bloesem
Chick-LitDe negentienjarige Imogen is de dochter van een invloedrijke en steenrijke zakenman. Ze wist dat niet alles waar hij zich mee bezig hield precies volgens de regels ging, maar ze heeft zich nooit bemoeit met zijn zaken. Daar was dan ook nooit een red...