De bekende ringtone van mijn telefoon haalt me uit mijn diepe slaap. Ik wrijf in mijn ogen en kijk eerst even naar links, waar Cody nog ligt te slapen. Een glimlach speelt meteen al rond mijn lippen bij het zien van zijn ontblote bovenlichaam.
Wat is het toch een schatje.
Ik grijp naar mijn telefoon, gaap een keer luid en neem dan op.
“Kate Lewis.”
“Kate, Gary hier.” Gary? Ik ben vandaag toch vrij?
“Uh, ik ben toch vrij vandaag?” Ik werp een blik uit het raam en zie dat de straat is omgetoverd tot een witte wereld.
“Ja, dat klopt. Maar we zitten hier met een gijzeling en-.”
“Gary, dat is mijn specialiteit niet, remember? En de jouwe trouwens ook niet,” onderbreek ik hem.
“Ja, dat weet ik. Maar de gijzelaar vraagt naar jou.” Ik frons mijn wenkbrauwen.
“Naar mij? Waarom zou hij naar mij vragen?”
“Dat vragen wij ons ook allemaal af,” antwoordt Gary. Ik weet dat hij zichzelf nu op zijn achterhoofd krabt. Dat doet hij altijd als hij nerveus is. Gary ken ik door en door. Hij is mijn collega, en ook mijn beste vriend.
“Dus, kun je komen?” Ik staar naar Cody, die op hetzelfde moment langzaam zijn ogen opent. Hij staart me aan met zijn intens blauwe ogen, en een glimlach verschijnt op zijn gezicht.
“Goodmorning, darling.” Ik glimlach.
“Ik heb andere dingen te doen vandaag, Gary.”
“Maar dan maakt hij al zijn gijzelaars dood, Kate! Het is verdomme eerste kerstdag. Allemaal mensen zitten in die kerk en die maakt hij dan allemaal af! Wil je dat soms op je geweten hebben?” Ik rol met mijn ogen. Waarom uitgerekend vandaag? Waarom moet die stomme gijzelaar míj hebben?
“Oké dan, ik ben er over een uur.” Gary hangt op. Kreunend leg ik mijn telefoon weer op het nachtkastje. Ik zak achterover en trek de dekens op tot mijn kin.
“Wat is er loos?” Ik kijk opzij en zie Cody bezorgd naar me kijken. Ik zucht.
“Werk.”
“Je bent toch vrij vandaag?” Zijn duim glijdt langs mijn wang naar mijn mond. Kippenvel verspreidt zich over mijn lichaam.
“Ja, dat dacht ik ook. Maar blijkbaar is er iemand die mij zo broodnodig heeft dat hij daar allemaal mensen voor moet gijzelen.”
“Kan hij niet gewoon even bellen?” Cody plaatst een zachte kus op mijn lippen.“Nee dus,” antwoordt ik zacht. Cody trekt een sip gezicht.
“Kan het niet heel eventjes wachten?” Ik schud mijn hoofd.
“Ik beloof dat ik vanavond weer bij je ben, oké?” Cody knikt. Wat ben ik blij dat hij niet doorzeurt. Hij begrijpt dat ik altijd klaar moet staan voor mijn werk. Ik druk een kus op zijn voorhoofd en stap onder de witte lakens vandaan. Ik neem een vlugge douche en kleed me aan in een simpele spijkerbroek, een wit T-shirt en een crème kleurig colbertje. Ik duw mijn voeten in mijn zwarte laarsjes en loop de trap af naar beneden. Tot mijn grote vreugde zet Cody net twee borden op de houten eettafel.
“Cody, ik hou van je.” Hij glimlacht.
“Ik ook van jou.”
Ik loop het gebouw in en direct wordt ik verwelkomt door de drukte die heerst. Overal lopen mensen heen en weer. Ze schreeuwen allemaal door elkaar heen en ik hoor de vingers over de toetsen vliegen. Ik baan me een weg door de massa mensen heen en uiteindelijk kom ik veilig aan bij de afdeling waar het voor mij allemaal om draait. Gary, Caitlin en Max zitten allemaal rondom een tafel en ze kijken alle drie op als ze me binnen horen komen. Caitlin schuift direct haar stoel naar achteren. Ze plaatst haar handen op mijn schouders en ze zucht opgelucht.
JE LEEST
Schrijfcompetitie! [BEZIG]
RandomWE ZIJN WEER BEGONNEN DAMES EN HEREN, DUS DOE JE OPDRACHT EN STUUR HET OP!!