Ik word wakker van het geluid van golven. Ik glimlach en rek me uit. Mijn handen blijven in de lucht hangen en de glimlach verdwijnt van mijn gezicht als ik mijn ogen heb geopend. Recht voor me ligt een grote blauwe oceaan. Ik krabbel snel overeind en kijk geschokt om me heen. Ik sta op een eiland. Ik kijk naar mijn kleding. Mijn spijkerbroek en t-shirt zijn doorweekt. Ik sta met blote voeten in het witte zand. Ik ga met mijn hand door mijn haar heen. Het zit vol met klitten en is nat en vies. Ik zucht en ga op een rotsblok zitten. Ik wrijf met mijn vingers over mijn slapen heen en probeer me te herinneren wat er is gebeurd. Het enige wat ik me nog kan herinneren is dat we op de boot zaten naar Engeland. We zouden op een schooltrip gaan en nu zit ik hier, op een rotsblok op een of ander eiland. Ik sta op en besluit om het eiland te gaan verkennen. Als ik hier nog even zit, kan ik net zo goed alvast kijken waar ik eten kan vinden. Ik loop richting de zee en besluit om een rondje te lopen om het eiland heen. Na een tijdje lopen zie ik iets roods in het zand liggen. Ik loop er naar toe en hoe dichterbij ik kom, hoe beter ik kan zien wat het is. Of beter gezegd; wie het is. Mijn ogen sperren zich open als ik zie wie daar in het zand ligt. Ik ren naar hem toe en plof naast hem neer. Ik wrijf het natte haar dat op zijn voorhoofd geplakt zit naar achteren toe en klop hem zachtjes op zijn wang. 'Matt, wakker worden,' zeg ik. Ik krijg geen reactie. Ik klop nog eens op zijn wang en zeg zijn naam nog eens. Dit keer harder en dwingender. Als hij na een paar minuten nog niet reageert, begin ik in paniek te raken. 'Matt, alsjeblieft,' zeg ik met trillende stem en ik pak zijn hand beet. 'Ik wil je nog niet kwijt.' Ik begin te huilen. 'Chloë!' Ik kijk omhoog als ik mijn naam hoor. Ik zie dat Kate en Merel, mijn twee beste vriendinnen, op me af komen rennen. Ze ploffen allebei naast Matt en mij in het zand. 'Wat is er met hem?' Merel kijkt me aan. Ik begin weer te huilen. 'Hij wordt niet wakker,' zeg ik. Kate kijkt me bezorgd aan en richt haar aandacht dan op Matt. Ze pakt zijn arm beet en legt haar duimen op zijn pols. Na een paar seconden laat ze zijn pols weer los en houdt haar vingertoppen tegen zijn nek. Na een paar seconden schudt ze haar hoofd. Merel slaat een hand voor haar mond en ik begin nog harder te huilen. 'Nee!' roep ik, 'nee, nee, nee!' Ik leg mijn hoofd op zijn koude borstkast en huil. Ik huil tot ik geen tranen meer heb en mijn wangen plakkerig aanvoelen. 'Drie jaar,' fluister ik. Mijn drie jaar lange relatie. Ten einde gebracht op dit eiland. Ik laat Matt los en sta op. Ik voel woede in me opborrelen. Ik begin te schreeuwen en te schelden. Alle woede en verdriet komt eruit. Na een tijdje voel ik me leeg en zak ik op de grond. Merel en Kate hebben al die tijd niets gezegd. Na een tijdje staat Kate op en komt naast me zitten. Ze slaat een arm om me heen. Merel volgt haar voorbeeld en komt aan de andere kant naast me zitten. Allebei hebben ze hun armen om me heen geslagen. Ze zeggen niets en daar ben ik blij mee. Af en toe heb je vriendinnen nodig die er voor je zijn, zonder dat ze gelijk iets zeggen. Een lange tijd is het stil. Het enige wat te horen is, is het ruisen van de zee. 'Laten we eten gaan halen,' doorbreek ik de stilte. Merel en Kate knikken en we staan op. 'Wat doen we met Matt?' Kate kijkt ons vragend aan. 'Laten we hem vanavond begraven,' zeg ik met trillende stem. Ik heb het gevoel dat ik elk moment weer in huilen uit kan barsten. Kate knikt. 'Zullen Merel en ik eten gaan zoeken zodat jij even alleen kunt zijn met Matt?' Ik knik dankbaar. Merel en Kate glimlachen klein en lopen daarna weg. Ik draai me om naar Matt en ga naast hem zitten. Ik pak zijn hand en speel met zijn vingers. Ik voel hoe er weer tranen over mijn wangen lopen. 'Waarom?' fluister ik, 'je was nog zo jong. We hadden een hele toekomst voor ons. We zouden trouwen en kinderen krijgen, weet je nog? En we zouden samen een huis uitzoeken. We zouden opa en oma worden en gelukkig zijn.' Ik veeg de tranen van mijn gezicht en kijk naar Matts gesloten ogen die normaal altijd glinsterden. Mijn ogen glijden verder naar zijn mond. De mond die ik al zo vaak geproefd heb. De tranen glijden weer over mijn gezicht als ik me bedenk dat ik zijn mond nooit meer zal proeven. Dat ik zijn ogen nooit meer zal zien glinsteren. Ik zal nooit meer tegen hem aan kunnen kruipen als ik het koud heb. Hij zal nooit meer zijn stevige armen om me heen slaan. Ik zal zijn stem nooit meer horen. Ik zak op de grond en kijk naar de zee. Zo blijf ik de hele tijd zitten. Zelfs als Kate en Merel terugkomen met het eten. Ik eet niets. Ik hoef niets. Ik blijf maar kijken naar de zee. Als het begint te schemeren sta ik op. Kate en Merel kijken me verrast aan. 'Laten we Matt begraven,' zeg ik en ik loop naar een aantal stenen toe. 'Ik wil dat hij hier komt te liggen.' Merel en Kate wisselen een blik voordat ze knikken. Samen slepen we Matt naar de stenen toe. We graven een gat met zelfgemaakte schoppen en laten Matt voorzichtig in het gat zakken. We gooien zand over zijn lichaam, totdat je niet meer kunt zien dat er iemand ligt. Ik ga voor het graf staan. 'Ik hou van je,' fluister ik zacht. Merel en Kate slaan allebei een arm om me heen en samen staan we daar totdat het donker wordt en we moe beginnen te worden. We lopen naar het kampvuur toe dat Kate deze middag heeft gemaakt. We wensen elkaar welterusten en gaan om het kampvuur heen liggen. Ik lig op mijn rug en kijk naar de sterren. Na een tijdje sta ik op. Ik kijk naar Merel en Kate en zie dat ze allebei liggen te slapen. 'Ik hou van jullie,' fluister ik en ik loop naar het bos toe, dat zich in het midden van het eiland bevindt. Ik loop een tijdje rond en zie dan ergens een touw liggen. Ik pak het touw op en kijk om me heen. Ik kies een boom uit en van een aantal takken maak ik een stapel waar ik op kan staan zodat ik bij een dikke tak kan. Ik bind het touw vast aan de tak en kijk dan naar de heldere hemel. 'Ik kom eraan Matt,' zeg ik, voordat ik de stapel takken wegschop.
JE LEEST
Schrijfcompetitie! [BEZIG]
RandomWE ZIJN WEER BEGONNEN DAMES EN HEREN, DUS DOE JE OPDRACHT EN STUUR HET OP!!