Hoofdstuk 4 - song

340 22 2
                                    

Susan

Ze zijn weg. En misschien komen ze niet meer terug.. Lucy knijpt in mijn hand. We staan nog steeds op het binnenplein. Edmund heeft me al losgelaten en wenkt mij en Lucy naar binnen. Ik laat me meevoeren door Lucy. Caspian. Ik haal zijn gezicht voor me in mijn gedachten en bid Aslan dat hij Caspian en Peter veilig naar huis terug laat keren. "Ik ga met de ministers praten" zegt Edmund. "Kunnen jullie de brieven van Peter en Caspian beantwoorden?" Ik knik. We moeten meteen aan het werk, meestal verdelen we het maar nu Peter en Caspian weg zijn moeten we dat van hun ook nog doen. En dat is het meeste werk. "Ja" zegt Lucy. Edmund zag me dus niet knikken, maar ik ben ook best afwezig. "Kom Suus" Lucy, die nog steeds mijn hand vast heeft trekt me mee naar Peters kantoor. Daar liggen al zijn brieven. "Deze doen we eerst, daarna die van Caspian"
"Oké, is goed" zeg ik. Maar Lucy merkt dat ik er met mijn hoofd niet bij ben. "Hè Suus, ze komen wel terug!" zegt ze met een glimlach en omhelst me. "Ik weet dat vader hun beschermt, vertrouw daarop!" Ik zucht diep. Mijn kleine zusje met zo veel vertrouwen, dan komt het vast goed! "Ja!" zeg ik nu hard. "Het komt goed!"
"Zo ken ik je weer!" lacht Lucy.

Twintig brieven gehad, nog tien te gaan. "Ik wist niet dat hoge koning zijn zo zwaar was" zucht Lucy als ze nog een brief opent. Ik giechel. "Het is saai, dat geef ik toe" Lucy kijkt op. "Zullen we erbij gaan zingen? Dan wordt het iets leuker!" Ik begin te lachen. "Wij? En zingen?"
"Ach, kom op. Jij kan het hartstikke goed!" roept Lucy. "Jij toch ook!" Zeg ik terug. "Nou" zegt Lucy en doet haar armen over elkaar. "Dan zingen we"
"Wat voor lied?"
"Narniaans, natuurlijk" Zegt Lucy en begint te zingen.

Roads go ever ever on,
Over rock and under tree,
By caves where never sun has shone,
By streams that never find the sea;
Over snow by winter sown,
Ik val in.
And through the merry flowers of June,
Over grass and over stone,
And under mountains of the moon.

Roads go ever ever on
Under cloud and under star,
Yet feet that wandering have gone
Turn at last to home afar.
Eyes that fire and sword have seen
And horror in the halls of stone
Look at last on meadows green
And trees and hills they long have known.

Grijnzend kijken we elkaar aan. "Het klonk goed!" zegt Lucy. Ik lach. "Ja, je hebt gelijk" Onder het lied hebben we alle twee een brief beantwoord en nu pak ik de volgende. Als ik hem openscheur zie ik dat Lucy haar brief draait. "Suus" zegt ze dan. "Deze is voor jouw"
"Een brief voor mij?" Ze reikt hem aan en ik pak de brief.

Koningin Susan de Zachtmoedige,

Uw kent mij niet, maar ik u wel.
U zult mijn hulp hard nodig hebben.
We zullen elkaar snel zien.
Groet X

Narnia; Dark loveWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu