Hoofdstuk 10 - Help

257 18 2
                                    


Susan

Met onze mantels en kappen op lopen we door de poort. Het zakje met toverpoeder zit in mijn buidel. Lucy loopt opgewonden naast me te praten over wat we allemaal wel niet kunnen doen. Ed loopt beschermend naast me en kijkt om zich heen. Zijn hand rust op zijn zwaard. Als we bijna bij het dorp zijn, sta ik stil en hou hem tegen. "Ed. Rustig, oké? Er gebeurt niks" Ik glimlach om mijn woorden waar te laten lijken. Maar zelf ben ik ook bang dat ik opeens Peter en Caspian dood voor me zie liggen of dat we ontvoerd of gedood worden. Maar ik zal weer sterk worden! Voor mijn kind voor mezelf dus niet meer bang zijn! We lopen weer door en als de Narniërs ons zien beginnen ze te juigen en te lachen. Ze schreeuwen onze namen. Kinderen rennen naar ons toe. Vrouwen en mannen buigen voor ons. Ik loop naar het eerste huis dat ik zie en klop er aan. Lucy en Edmund gaan snel achter mij staan en alle andere Narniërs kijken nieuwsgierig wat we gaan doen. Terwijl ik wacht tot er wordt open gedaan bekijk ik het huis. Het is gemaakt van stenen en er zitten glanzende rode dakpannen op. Uit de schoorsteen komt rook. Dan gaat de deur open. Een klein meisje met zwart krullend haar en bruine grote ogen staart me aan. "Koningin Susan!" Zegt ze verbaasd. Haar wangen kleuren rood van schaamte als ze bedenkt dat ze mijn naam zomaar zegt. Ik glimlach haar toe zodat ik haat hopelijk gerust stel. "Hallo!" Zeg ik vrolijk. "Jij weet wie ik ben, maar mag ik vragen hoe jij heet?" Vraag ik zachtjes aan het meisje en ga voor haar op mijn hurken zitten. Ik voel mijn buik -dat al begint te groeien- op mijn hurken rusten. Ik leg in een reflex mijn hand beschermd op mijn buik. Het meisje merkt niks. Ze staart naar me. Of eigenlijk niet naar mij maar naar Lucy en Edmund. "Hallo!" Zegt Lucy met een lach en wijst naar Ed. "Dit is koning Edmund en ik ben koningin Lucy"
"Dat weet ik" zegt ze zacht. Ze opent haar mond maar wordt onderbroken door een luide hoest. "Elena" zegt een zachte hese stem. "Wie zijn dat lieverd? Laat ze maar binnen. Anders verdwijnt de warmte via de deur en ik heb het al zo koud"
"Ja mama" roept Elena terug. "Komt u binnen alstublieft" ze wenkt ons. Edmund helpt me overeind -en dat gaat heel stuntelig, zodat ik begin te giechelen- en dan gaan we naar binnen. Elena sluit de deur achter Lucy en haast zich naar het bed dat helemaal achter in de kamer staat. Daarop ligt een jonge vrouw. Eind twintig denk ik. Ze heeft donkerbruin haar en een hele witte huid. Als ze haar ogen opent en ons aankijkt zie ik dat Elena haar kleur ogen vaan haar moeder heeft geërfd. De vrouw kijkt ons met open mond aan. "U-uwe hoogheden" ze probeert uit bed te komen maar Lucy rent snel naar haar toe en drukt haar terug in bed. "Nee alstublieft blijf liggen" ze kijkt me snel aan. "Mag ik vragen hoe u heet en wat u heeft?" Vraagt Lucy terwijl ik het toverpoeder uit de buidel haal. "Ik heet Veria" zegt de vrouw en wordt meteen onderbroken door een hoestbui. "En ik heb een onbekende longziekte" hijgt ze. "De dokters weten wel dat mama ziek is in haar longen maar ze weten niet wat het is" valt Elena in. Ik knik en maak het zakje open en strooi wat toverpoeder in mijn hand. Edmund en Lucy kijken nieuwsgierig toe. Ik lach zenuwachtig als ik de zin uitspreek;"Een medicijn voor de onbekende ziekte van deze vrouw om haar helemaal beter te maken" zeg ik en strooi het poeder op de grond. En weer licht het fel op. Ik knijp mijn ogen dicht. Als het licht afneemt en ik mijn ogen open staat er een kleine glazen fles op de grond. Gevuld met een roze vloeistof. Op de fles is een etiket geplakt. "Één eetlepel en je bent beter" staat er. Ed pakt het flesje op en leest de tekst. "Als het zo makkelijk is" Grijnst hij. Hij zet de fles op tafel en pakt een lepel uit de la in de keuken. Hij geeft de lepel aan Lucy en zij druppelt er wat medicijn in. Veria kijkt ongelovig toe. Dan bengt Lucy de lepel naar Veria's lippen. "Mond open alsjeblieft" zegt Lucy. Veria doet dat en Lucy geeft haar het medicijn. Veria heeft het nu in haar mond maar slikt het niet door. "En ook doorslikken" moedigt Lucy haar aan. Veria slikt het door en ik zie meteen dat het drankje begint te werken. Haar haar begint te glanzen en haar wangen krijgen weer kleur. Haar jukbeenderen steken niet meer zo uit. Ze ziet er meteen gezond uit. "Hoe voel je je?" Vraag ik voorzichtig. "Beter" zegt Veria verbaasd. "Ik voel me gezond" ze kijkt me aan. "Wat heeft u gedaan? Wat was het voor drankje? Waar heb ik het aan verdient?" De vragen schieten op me af maar antwoorden heb ik niet . "Ik wil gewoon mijn volk helpen" zeg ik. "En u bent de eerste die wij vandaag hielpen" Veria komt uit bed en valt voor me op haar knieën. "Danku Majesteit. Danku! Nu kan ik weer gewoon gaan leven!" Ze snikt zachtjes in haar handen. Ik help haar opstaan. "Nee jij bedankt" zeg ik zacht zodat alleen zij het hoort. "Door jou, door de Narniërs heb ik weer een doel. En dat gaf ik heel lang niet. Door wat er allemaal gebeurt is voelde ik me heel lang nutteloos. En daar is nu een einde aan gekomen. Dankjewel!" Ik omhels haar. Ik hoor hoe Ed de fles oppakt. "Deze nemen we mee!" Lacht hij. En hij heeft gelijk. Nu hebben we een doel. Narniërs helpen opnieuw te beginnen. Na alles wat er gebeurt is, is dat wel nodig. Ik geef Elena en Veria nog een knuffel en loop dan met mijn broer en zus naar buiten en zo door naar het volgende huis.

-----------------------------------------------------------------

I AM BACK!
DANKJULLIE WEL VOOR HET ENORME GEDULD IK BEN TERUG MAAR
WEL MET EEN GROOT WRITERSBLOCK MAAR OKÉ.

HEEFT ER IEMAND NOG IDEEËN?
ALSJEBLIEFT. ....

Narnia; Dark loveWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu