Hoofdstuk 24 - War strategie

234 18 6
                                    

Susan

Versuft wordt ik wakker. Ik lig nog steeds in het rusthuis. En mijn zoon is weg. Als ik daaraan denk springen de tranen in mijn ogen. Maar ik knipper ze weg en sla de dekens van me af. Mijn maag knort. Ik voel me goed alleen nog wel slap dus ik ga naar de keuken om wat te eten. Caspian is Luan zoeken, denk ik. Op blote voeten snel ik naar de deur, de gang op. Ik begin sneller te lopen en ren de trap af en vlieg langs de open troonzaal. Stokstijf blijf ik staan. "Susan" zegt een lieve stem. Verstijfd draai ik om. Vader. Zonder iets te zeggen val ik op mijn knieën en buig voor hem neer. Ik zit zo voor mijn gevoel wel uren op de grond totdat iemand me bij mijn middel omhoog trekt. Diegene draait me om en kijkt me recht aan; Caspian. "Suus " zegt hij zacht en zoent me. Dan trekt hij terug en neemt me mee de troonzaal in. Op hun tronen zitten mijn broers en zus. Aslan staat er voor en lacht me bemoedigend toe. Caspian geeft me een zetje richting mijn eigen troon en gaat dan op die van hem zitten. Zonder iets te zeggen loop ik naar voren en ga op mijn troon zitten. Ik kijk naar Lucy, die links van me zit. Ze lacht naar me. Dan kijk ik naar rechts, waar Peter zit. Hij lacht me ook bemoedigend toe en Edmund die naar voren buigt, lacht ook. "Kinderen" zegt Aslan met een diepe hese stem. "Luan is te ver gegaan. Door mijn kleinzoon gevangen te nemen moet ik maatregelen nemen. Hij weet dat familie mijn zwakke plek is, omdat hij mijn slechte ik is" Ik laat mijn hoofd zakken. "Susan, wees niet bedroefd. Ik ga je je zoon teruggeven. Net zoals je levenskracht. Die je bent verloren door Hades" Ik kijk Aslan aan en als vanzelf stap ik van mijn troon naar voren. Bij Aslan kniel ik neer. Dan brult hij en alles om me heen vervaagd. Wind waait langs me heen en ik voel mezelf weer opleven. Het verdriet wordt uit me gezogen en ik heb het gevoel alsof ik vlieg. Als ik weer naar Aslan opkijk voel ik mezelf een heel andere persoon. Ik voel me weer die Susan van vroeger. Degene die Narnia als jong meisje ontdekte en het hielp te heroveren. Als ik opsta zie ik dat mijn nachtjapon plaats heeft gemaakt voor mijn vechttennue. Mijn haar zit in een lange vlecht op mijn rug en mijn kroon staat op mijn hoofd. Ik draai me om naar mijn familie en allemaal grijnzen ze naar me. Ook zij hebben hun vechtuitrusting aan. "Koning Peter" zegt Aslan. "Maak je leger gereed en ga morgenochtend zoals Luan zei naar hem toe. Edmund help hem daarbij" Peter knikt en Edmund kijkt mij blij aan. "Net als vroeger!" Zegt hij vrolijk tegen Peter als ze weglopen. Ik hoor Lucy grinniken. "Caspian jij zal Lucy en Susan aan hem uitleveren en Darius in ontvangst nemen. Daarna moet je met hem vluchten naar mijn tempel. Daar zullen de nimfen van het woud op hem letten zodat jij je bij Peter en Edmund kan voegen"
"En u dan vader?" Vraagt Lucy eerbiedig. "Ik zal als het leger tegenover Luan staat komen en dan zal de strijd beginnen" zegt Aslan en brult.

Narnia; Dark loveWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu