Hoofdstuk 21 - Pain

272 24 1
                                    

Susan

Versuft wordt ik wakker. Ik lig in een kamer van het rusthuis. Iemand houdt mijn hand vast. "Suus" Ik open mijn ogen helemaal en kijk naar rechts. Caspian zit op een stoel naast mijn bed en wrijft met zijn hand door de mijne. "Ik heb je een troonopvolger geschonken" zeg ik met vermoeide stem. Caspian schudt verdrietig zijn hoofd en laat die zakken op mijn borst. "We waren je bijna kwijt Susan! Je was wakker en wilde mij en onze zoon zien maar toen ik bij je kwam was je weer weggevallen en begon je te schokken en bloed te spugen. Je hebt het net optijd gered mijn schat" huilt hij nu.
"En ons kind! Waar is hij!" Vraag ik nu verschrikt. "Leeft hij nog?" Caspian kijkt weer op. "Ja hij is heel erg gezond en is erg nieuwsgierig. Hij heeft zijn ogen telkens open en kijkt de kamer rond"
"Waar is hij nu?"
"Lucy zit met hem in de woonkamer en zingt het lied van meneer Thumnus voor hem" Ik geef een zucht. Hij is gezond. "Hoe gaan we hem noemen?" Vraagt ik Caspian. "Darius" zegt hij met een vermoeide glimlach. "Dat betekent koning. En zijn tweede en derde naam zullen zijn Peter en Edmund. Peter betekent rots en Edmund betekent gezegende beschermer. En dat zal hij straks zijn. Koning van Narnia!" "Darius Peter Edmund" zeg ik zachtjes terwijl de tranen over mijn wangen rollen. "Dankjewel Caspian" hoor ik opeens. Peter en Edmund staan voor mijn bed met tranen in hun ogen. "Jullie zullen zijn peetooms zijn en Lucy zijn peettante voor het geval ons iets overkomt" zegt Caspian. Peter en Edmund buigen voor Caspian. "Dankjewel Caspian. We zullen beloven jullie zoon en onze neef goed te zullen trainen en van hem houden" zegt Peter en kijkt Edmund aan. Die knikt. "Ja, hij is zo lief" zegt hij lachend. Ik glimlach. "Susan!" Lucy komt de kamer binnen met Darius. Ze geeft hem aan mij en knuffelt hem dan. "Kom Luus" zegt Peter. "We laten ze even alleen"
"Maar hoe heet hij?" Vraagt ze. "Dat vertellen we zo. Kom we gaan een beker wijn drinken om de geboorte te vieren!" Roept Ed. Ik hoor ze lachend de kamer verlaten. Dan kijk ik weer naar mijn zoon. Mijn kleine koning. Caspian kijkt naar me, dat voel ik. Ik richt me op naar hem en zie dat de tranen in zijn ogen staan. "Susan je hebt me vandaag de gelukkigste man van de wereld gemaakt" zegt hij zachtjes. Ik veeg de tranen die nu over zijn wangen lopen weg. "Het spijt me dat ik was weggaan en zo de geboorte hebt gemist.."
"Dat maakt mij niet meer uit mijn schat. Je bent hier bij mij en onze zoon is er eindelijk. Ookal is hij een maand te vroeg maar hij is kerngezond!" Ik moet glimlachen en Caspian zoent me op mijn mond. Ik voel mijn ogen dicht zakken en ik zie dat Darius zijn mond een ronde o vormt en zijn blauwe ogen vallen dicht. "Tijd op te slapen Suus" zegt Caspian. Hij kust me op mijn voorhoofd en neemt Darius van me over. Hij dekt me toe en loopt dan met Darius de kamer uit. Zwarte vlekken verschijnen voor mijn ogen en dan wordt alles zwart.

Ik open mijn ogen maar ik weet dat ik droom. Luan de zwarte leeuw stapt naar voren. Zijn gele ogen lichten op in het schemerdonker waarin ik mij bevindt. "De strijd is nog niet gestreden koningin Susan. Jouw zoon zal mij opvolgen. Jouw zoon behoort mij toe. Jullie hebben de mijne afgenomen en nu pak ik die van jouw"

Narnia; Dark loveWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu