lHoofdstuk 5 - magic

288 25 0
                                    

Susan

"X?" Vraagt Lucy. Ik haal mijn schouders op. "In de brief staat dat we X snel zullen zien, dus wachten we maar af" zeg ik. Lucy knikt en ik leg de brief opzij en pak een ander.

Het is laat in de avond en iedereen in het kasteel gaat slapen. De soldaten maken zich op voor de wacht. "Ik ga vast naar bed" zegt Lucy. "Kom je bij mij slapen?" Ze staat op uit de stoel voor de open haard. Ik kijk op van mijn boek. "Ja, ik kom over een kwartiertje. Oké? Ik lees dit hoofdstuk even uit, het is zo spannend!" Lucy grinnikt. "Oké, is goed. Ik ga welterusten tegen Ed zeggen"
"Hmm" mompel ik terwijl ik weer begin te lezen.
Na tien minuutjes heb ik het hoofdstuk uit. Ik stop een boekenlegger in het boek en leg het op een tafeltje naast de sofa. De deuren naar het balkon staan nog op een kier omdat het vanmiddag zo warm was, hebben we de deuren helemaal opengedaan. Ik doe de deuren dicht en in het slot. Dan draai ik me om.
Ik slaak een gil. Midden in de kamer staat de oude tovenaar.
De verborgen tovenaar. In zijn grijze mantel en zilvere staf. "Koningin Susan, de zachtmoedige" zegt hij eerbiedig. Hij buigt zijn hoofd lichtjes. Ik knik. "Heeft u mijn brief gehad?" Vraagt hij. "Ja. Daarin stond dat ik u spoedig zou zien. En hier bent u" zeg ik zo netjes mogelijk terwijl ik het liefst weg wil rennen. Hij geeft een lange witte baard en blauwe ogen die me nieuwsgierig aankijken. "Excuses dat het zo lang duurde. Ik wilde hier aan het eind van de middag zijn"
"U bent er nu" antwoord ik.
"Ja en ik wil het ergens met u over hebben" Hij gaat in de rode sofa zitten. "Ah dat doet mijn oude botten goed" zucht hij. Ik ga tegenover hem zitten. "Waar wilt u het over hebben?" Hij kijkt me aan. Indringend. "U bent zwanger" zegt hij geschokt en zijn blauwe ogen lichten op. Het licht dat uit zijn ogen komt schijnt door me heen. "J-ja" zeg ik. Ik vindt hem nu eng worden. "Goed, goed" zegt hij opeens afwezig. Het licht dat uit zijn ogen schijnt neemt af en dan zijn zijn ogen weer de normale blauwe kleur. Een rilling loopt over mijn rug. Ik voel me niet echt op mijn gemak bij deze man. Hij schraapt zijn keel. "Excuses" zegt hij en ik kijk hem verbaasd en ongeduldig aan. Gaan we het nou ergens over hebben of niet? "Ik ben hier omdat ik contact heb gehad met uw broer, koning Edmund, uw man koning Caspian  en uw vader, de grote leeuw Alan"
"Mijn vader?" Vraag ik verbaasd. "En waarom met mijn man en broer?" De tovenaar grinnikt. "U bent ongeduldig koningin"
"Ja! Omdat ik nog steeds niet weet waarom u hier bent" snauw ik bot terug. De tovenaar kijkt me aan en ik voel een rustig gevoel over me heen dalen. "Waar was ik? Oh ja! Het was een eer de grote leeuw te ontmoeten. Net zoals er opeens twee koningen voor mijn deur stonden. Ik ben een kluizenaar weet u. Ik kom niet vaak buiten" Ik knijp mijn handen nog net niet fijn. De rust die net over me kwam is weg als sneeuw voor de zon en ik sta op het punt om optestaan en weg te lopen! "Maar goed" gaat hij verder. "In een droom spraak Alan tegen me dat ik jullie moest helpen maar het juiste moment af moest wachten. Twee dagen later stonden uw broer en man voor mijn deur. Ze vroegen of ik hen kon helpen. Ik moest proberen een toverdrank te maken die alle betoverde Narniërs weer normaal zou maken. Ik stemde toe maar het was niet meer nodig.  Jullie hadden Ledas  gevangen genomen en de zwarte leeuw was met zijn leger terug getrokken. Je man was ervan overtuigd dat hij terug kwam dus moest ik iets maken.  Een toverpoeder en waar je het ook uitstrooit, alles wat je zegt zal verschijnen" Hij staat op uit de sofa en loopt naar me toe zodat hij voor me staat. Onder zijn mantel vandaan haalt hij een zakje vandaan. Het zakje zit aan een koord. "Het heet wenspoeder,  ik vond het wel toepasselijk" grinnikt hij. Dan laat hij het koord om mijn hoofd en nek glijden. "Welterusten mijn koningin" hij buigt en met een oogwenk is hij verdwenen. En ik blijf verbaasd achter.

Narnia; Dark loveWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu