Chapter 9

21 7 9
                                    

Astria rende snel naar beneden. Hermione volgde haar. 

'Hij was laatst nog hier, ik weet het zeker,' zei Astria en ze zocht tussen alle jassen die aan de kapstok hingen. 'Hij was hier echt, gister toen ik thuis kwam, had ik hem nog gezien, ik weet het zeker.' Wanhopig zocht ze door. Maar de jas van haar kleine zusje was nergens te bekennen. Hermione die, al doorhad dat de jas nergens te bekennen was, trok Astria naar achter. 'Het heeft geen zin. De jas is weg.'

Astria was gefrustreerd. Hoe kon ze zo stom zijn?? Die jas was de hele tijd vlak voor haar neus, net als die stomme boom. En ze had de hele tijd niks door. Nooit had ze de boom gezien. Als ze de boom eerder had gezien, dan zou haar moeder nog kunnen leven. Maar daar was het nu te laat voor. 

'Denk je dat hij de jas al heeft meegenomen??' zei Astria, die zich een beetje verslagen voelde. 

Toen ze Hermione's gezicht zag, zei ze: 'Eerlijk?'

'Ja... Ik denk dat hij het al meegenomen had. Anders zouden we erachter komen wie hij was, met een beetje hulp van de politie... Gaan we dat überhaupt wel doen? Het aan de politie vertellen?'

'Nou, om eerlijk te zijn, heb ik het gevoel dat de politie niet veel doet. Ze stonden erbij, en keken ernaar.'

'Echt waar?'

'Ja, ze lette niet op Alisia, ze rende heel sloom toen ze hoorden dat ze weg was. Ik heb zo m'n twijfels over de politie.'

'Zou ik ook hebben. Maar was er misschien iemand waarvan je zegt... die kan ik echt vertrouwen... of juist niet.'

'Nou, ik had niet echt bij de politie een gelijke band... Maar er was ook niemand van wie ik kon zeggen... "die vertrouw ik niet!". Het zat er bij iedereen een beetje tussenin.'

Het was even stil, totdat er voetstappen te horen waren. 

'Wie is dat?' vroeg Hermione zachtjes, in de hoop dat diegene niet op de begane grond was. 

'Ik weet niet,' zei Astria, die met een angstig gezicht naar boven keek. 'Het lijkt wel van boven te komen.'

Opeens was er een grote BAM te horen. Ze schrokken beide. 

'Wat was dat?' vroeg Hermione aan Astria. 

'Dat was de deur... Ruik je ook iets?' vroeg Astria. 

'Ja... Had je misschien iets op het vuur staan?

'Ik denk het niet, maar ik ga even kijken,' zei Astria en ze liep naar de keuken. Ze deed de keukendeur open en daarna weer dicht. Astria zag niets aanstaan. Hermione, die haar gevolgd was keek in de oven. Er zat niks in. 

'Laten we weer teruggaan,' zei Hermione. 

'Je hebt gelijk,' zei Astria en ze deed de keukendeur open. Een vieze geur, kwam hen tegemoet. 

'Het huis staat in brand,' zei Hermione door de grijze lucht heen. Ze probeerden de weg naar de deur te vinden, maar nu ze niks kon zien. Het leek het wel alsof het een labyrint was. Toen Astria dacht dat ze de deur zag, rende ze ernaartoe. Hermione en Astria waren elkaar kwijt geraakt. 

'Astria!!' 

Astria dacht dat ze bij de deur was, maar toen zag ze dat ze bij de trap terecht was gekomen, waar ze iemand zag staan. Ze kon zijn gezicht niet zien, maar ze wist zeker dat hij grijnsde. 


Hij was het.

DOODWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu