Chapter 13

20 7 10
                                    

Astria beet op haar lip om het niet uit te gillen. Ze stond verstijfd naar de schim te kijken. Toen ze zijn mysterieus gezicht beter had bestudeerd, zag ze dat hij grijnsde. Toen wist ze het zeker: het was dezelfde man die haar huis in brand had gestoken. Astria hoopte dat hij gewoon aan het grijzen was, maar diep van binnen wist ze zeker dat hij haar al had gezien. Ze wou weg sluipen, maar ze was vastgenageld aan de grond. 

'Ga zitten,' hoorde ze een mannenstem zeggen. Ze wist dus dat hij een man was. 

Uit angst wist ze zich niet te verroeren. Met moeite kon ze het woord 'nee' uitbrengen. Hij leek het echt te willen, want hij zei opnieuw 'Ga zitten.' 

Ze zag even een glans in zijn ogen. 'Ga zitten,' zei hij voor de derde keer. Astria ging maar snel zitten, ze wou hem niet boos maken. Omdat ze het niet helemaal vertrouwde, checkte ze even of er niks op de stoel was. Ze voelde niks. Astria ging voorzichtig zitten, terwijl ze de hele tijd haar ogen gericht had op de man die in de stoel zat. 
'Wie ben jij?' vroeg Astria zo stoer mogelijk, om niet te laten blijken dat ze eigenlijk doodsbang voor hem was.
'Je nachtmerrie,' zei hij op een gruwelijke toon.
'Waar is mijn zusje, wat heb je met mijn vader gedaan en waarom heb je mijn moeder vermoord? Wat wil je van mij?'
'Ik zal je een hint geven... Ik zat op school met je moeder.' 

Astria's ogen werden groot. Als hij samen met haar op school zat, hoezo had hij haar dan vermoord?? 

Plots hoorde ze iets vallen. Uit een reflex draaide ze zich om: niemand. Langzaam draaide ze zich weer om.


Hij was in het niets verdwenen...

DOODWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu