"Kijk eens wie er toch nog heeft besloten om op te komen dagen." Met minachting in haar stem neemt Cinder me in zich op, terwijl ik haastig plaatsneem aan de tafel voor het diner. "Te druk bezig met repeteren hoe je je tegenover ons gaat verontschuldigen voor telkens te laat komen?"
Ik sla mijn ogen neer. "Ik was de tijd vergeten," biecht ik mompelend op, wat me een hele sceptische frons van Cinder en een peilende blik van Enya oplevert, waarop ik alleen maar vurig kan hopen dat niemand vraagt waarom. Hoewel het feit dat ik Nessa opleidt waarschijnlijk wel degelijk gewaardeerd zou worden, zit ik niet op bemoeienis of 'goedbedoeld' advies te wachten, en al helemaal niet op het commentaar over mijn prioriteiten dat ik ongetwijfeld zou krijgen: Nessa leren lezen is absoluut niet belangrijker dan haar gehoorzaamheid bijbrengen, en, als het aan Cinder ligt, het is al helemaal minder belangrijk dan dat afschuwelijke 'samen eten' negeren.
"Zonde." Cinder kijkt met een giftige glimlach op me neer. "Als je bezig was geweest met excuses repeteren, had je in ieder geval iets nuttigs gedaan."
Hadyn gniffelt bij haar opmerking, voor ze snel naar Roy kijkt en haar gezicht weer in de plooi trekt, terwijl ik mijn kiezen op elkaar klem. "Jullie hadden best zonder mij mogen beginnen met eten," mompel ik.
"Daar gaat het niet om. We willen eenheid uitstralen. Het is belangrijk dat we op deze momenten allemaal samen zijn." Roy richt zijn gouden ogen op mij in een waarschuwende frons. "Ik verwacht dat je dit serieus neemt, Brand. Ik weet dat je je liever niet met politiek bezig houdt, maar op een evenement als dit kun je er niet aan ontkomen. Hou je aan onze afspraken. Ik verwacht je morgenochtend - en alle maaltijden daarna - op tijd. Is dat duidelijk?"
Ik buig mijn hoofd en slik. "Ja, princeps. Het zal niet meer gebeuren."
"Het belangrijkste is dat je er nu bent." Cinaéd werpt me een zuinige glimlach toe. "We hebben nog een hoop te bespreken. Dat kan niet als we niet compleet zijn."
Vanuit mijn ooghoeken vang ik een sceptische blik op van Caldera, die een wenkbrauw optrekt richting onze broer, maar zich dan snel weer op haar bord richt als Enya haar waarschuwend aankijkt. Zelf laat ik mijn blik peilend over de anderen glijden. Waar Cinder vooral geërgerd lijkt, doet Hadyn geen enkele poging haar vermaakte blik te verbergen. Als haar blik weer even naar Roy schiet, gaat ze een beetje rechter overeind zitten, als een ogenschijnlijk toonbeeld van geduld en discipline, maar ondertussen blijft ze met haar vingers op tafel trommelen. Cinaéds pogingen om haar dan toch eindelijk op te voeden, lijken niet zo succesvol als hij zelf waarschijnlijk gehoopt had.
Mijn oudste broer lijkt kalm als altijd, als hij zijn blik over de tafel laat glijden en op Cinaéd laat rusten. "Dan neem ik aan dat je nieuws hebt over de onderhandelingen met de Venti." Roy knikt in zichzelf, voor hij naar Cinaéd gebaart dat hij het woord moet nemen.
Meteen schraapt Cinaéd zijn keel, recht zijn rug en vouwt zijn handen ineen op tafel. Heel even kijkt hij naar de tafel van de windclan, waar de Venti zitten, ook al eten zij niet zoals wij en de andere clans dat doen. Dan kijkt hij Roy weer aan. "Hadyn en ik hebben Caicis en Eurus gesproken - zover je communicatie met hen 'praten' kan noemen. Ze lijken niet bijzonder enthousiast over een bondgenootschap, maar ze gingen vrij gemakkelijk mee in alles wat we zeiden. Als we de druk wat verder opvoeren, zou het niet moeilijk zijn om hun loyaliteit af te dwingen." Hij aarzelt even, waarop Roy's afwachtende blik onmiddellijk in een waarschuwende frons verandert.
JE LEEST
A Song of Purple Summer
Fantasy"And all shall know the wonder I will sing a song of purple summer" *** Het zwarte, verschrompelde gezicht van de man zag eruit alsof het wilde schreeuwen, maar op het geknetter van de vlammen na, was het doodstil. Misschien had hij ons uit willen s...