"Dit kan onmogelijk een wettelijk goedgekeurde straf zijn." Voor ik een antwoord op Cinaéds vraag kan bedenken, is Cinder opgestaan. Met grote passen beent ze mij voorbij, naar Caldera en Mishan. "Dus waarom hebben jullie dit wél goedgekeurd?"
Waar Mishan onmiddellijk zijn ogen neerslaat en ineen krimpt onder haar scherpe toon, vertrekt Caldera geen spier. "Het is oud recht," verklaart ze simpel, vanuit haar zetel op Cinder neerkijkend. Hoewel ik weet dat ze absoluut niet blij is met mijn beslissing, laat ze er bijzonder weinig van merken. "Wil je de documenten inzien?" Ook al staat het meisje meerdere rangen onder onze zus, hier in de rechtszaal is zij de meesteres. Als Cinder bezwaar heeft tegen een al gesloten zaak, mag ze de plek van het veroordeelde meisje in het midden van de zaal innemen.
"Dat lijkt me niet nodig." Voordat Cinder terug kan snauwen, komt Roy kalm, maar resoluut tussenbeide. "We vertrouwen jullie expertise - nietwaar, Cinder?"
"Uiteraard." Cinder klemt haar kiezen op elkaar en stapt achteruit, waarbij haar blik de mijne kruist. Ze fronst, alsof ze zich tot haar ongenoegen beseft dat ik ook besta, en besluit dat de schuld dan wel bij mij moet liggen. "Maar waarom precies vallen we terug op oud recht als we andere opties hebben?"
"De aanklager staat vrij uit alle opties te kiezen," antwoord Mishan, die zichzelf weer enigszins herpakt heeft. Hij recht zijn rug en schraapt zijn keel. "Het is ongebruikelijk dat er voor oud recht gekozen wordt, maar niet onmogelijk. De aanklager beslist."
"De aanklager is een idioot en een lafaard."
"Hadyn."
"Wát?" Hadyn lacht schel en beantwoordt Roys berispende blik door demonstratief op de leuning van haar zetel te gaan zitten. De scherpe, hoekige lijnen op haar handpalmen gloeien, en de lucht om haar heen begint te trillen als de temperatuur stijgt. Mijn zusje is ziedend. "Het is toch zo? Doe nou maar niet alsof jullie er anders over denken. We hebben die zielige vertoning van net allemaal gezien."
"Je trekt overhaaste conclusies." Voordat Roy Hadyn de zoveelste preek van vandaag kan geven en nogmaals kan dreigen haar niet haar titel te geven, heeft Cinaéd zijn minachtende blik al op haar gericht. "Je gedraagt je als een jong kind. Als je dit niet serieus gaat nemen, kun je vertrekken en lossen de volwassenen dit op. Dan hoef ik je de komende tijd ook niet in de barakken te zien. Is dat duidelijk?" Hij wacht niet op haar antwoord, in de wetenschap dat ons zusje de boodschap wel degelijk begrepen heeft - wat al snel blijkt, aangezien de lach van Hadyns gezicht vervaagt, ze zich weer normaal in haar zetel laat zakken, haar ogen neerslaat en zwijgt. Dan richt Cinaéd zijn blik weer op mij. Hoewel er een kleine lach verschijnt, lijkt zijn donkere blik alleen maar meer te gaan vlammen. "Ik heb nog steeds geen antwoord gehad op mijn vraag," zegt hij, zachter, "dus dan moet ik haast wel zelf gaan speculeren. We hebben het meisje immers eerder laten leven, voor een vele malen zwaarder vergrijp." Hij laat zijn blik afdwalen naar Enya, die nog altijd kalm in haar zetel zit, alsof ze allang wist hoe dit zou eindigen - natuurlijk wist ze dat. "Jij hebt mij ooit het uitermate nuttige advies gegeven om een jonge, trillende rebel te sparen en een voorbeeld van haar te maken. Heb je Brand vandaag misschien toevallig eenzelfde advies gegeven?"
JE LEEST
A Song of Purple Summer
Fantasia"And all shall know the wonder I will sing a song of purple summer" *** Het zwarte, verschrompelde gezicht van de man zag eruit alsof het wilde schreeuwen, maar op het geknetter van de vlammen na, was het doodstil. Misschien had hij ons uit willen s...