Hoofdstuk 3: Macht

54 5 28
                                    

Als wij Phoinixiërs een entree maken, dan maken we een Entree met een hoofdletter - eentje die niemand snel vergeet

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

Als wij Phoinixiërs een entree maken, dan maken we een Entree met een hoofdletter - eentje die niemand snel vergeet. Het is niet dat we een groot spektakel opvoeren of dat we een show neerzetten, we doen simpelweg waar we het beste in zijn: militair machtsvertoon. Dus toen we dit jaar aankwamen bij de Koepel der oneindigheid, deden we dat, zoals gewoonlijk, in een militaire mars. Cinaéd en Enya voorop, Hadyn er vlak achter, vol trots, en achter hen de lange stroom van onze soldaten en slaven, met mij en mijn andere broers en zussen in hun midden. Met onze voeten en hartslagen in het ritme van de trom en de eerste randen van het ochtendlicht aan de horizon, marcheren we op de Koepel af.

Ik zal er niet over liegen: ik ben er niet echt goed in. Het tempo is hoog en er is geen ruimte om te stoppen of zelfs vertragen, maar waar mijn broers en zussen - zelfs mijn jongste broertje, Adan - er totaal geen last van lijken te hebben, voel ik na een paar uur mijn spieren altijd behoorlijk zwaar worden. Zoals alle Phoinixiërs heb ik de basistraining in militaire vaardigheden gehad en train ik regelmatig, maar het is bepaald niet mijn favoriete onderdeel van de reis.

Helaas is het het overgrote deel van de reis. Ook al is onze hoofdstad, Phoinix, technisch gezien een havenstad, onze patrouilles zullen alles doen om een bootreis te vermijden of op zijn minst erg kort te houden. Zelfs als dat een voettocht van honderden kilometers betekent, zoals de jaarlijkse reis naar de Koepel. En zo doorkruisen we ieder jaar opnieuw ons rijk, om in de verste uithoek, zo dichtbij de Koepel als mogelijk is, pas op de boot te stappen en naar het eiland te varen. Door dat laatste stuk varen proberen we zoveel mogelijk heen te slapen en zodra we op het eiland aankomen, een uur voor zonsopkomst, begint onze mars op de Koepel, zodat we in het eerste zonlicht onze Entree kunnen maken.

Niet dat er erg veel aanwezigen zijn: de schaduwclan is al eerder aangekomen en natuurlijk staat de Hoge Raad klaar om ons welkom te heten, maar verder zijn er nauwelijks aanwezigen. Voor de hoeveelheid publiek lijkt onze aankomst overdreven te zijn, maar zelfs het beetje invloed dat onze mars op de aanwezigen heeft, maakt dat het het waard is. We betreden het eiland als de winnaars die we zijn en laten meteen weten dat we ze zo nog eens zouden kunnen verslaan.

Maar zodra dat onderdeel klaar is, verdwijnen we naar ons eigen gedeelte in de Koepel en laten ons de rest van de dag niet meer zien. Ook daarin is dit jaar niet anders. Deze keer hebben we een perfect excuus: de eerste dag van de bijeenkomst valt samen met de zomerzonnewende - een feestdag die we uiteraard met onze clan moeten vieren, zonder invloeden van buitenaf. Het is de perfecte manier om te laten zien dat onze gebruiken boven die van de Bijeenkomst staan. De Hoge Raad en de andere clans zullen het er misschien niet mee eens zijn, maar het is niet alsof ze er iets aan kunnen doen, en dus proberen ze dat ook niet. En dus gaan wij onze gang, vieren ons feest, terwijl de andere clans deelnemen aan verplichtingen en formaliteiten waar wij boven staan. Zij doen wat er van ze verwacht wordt, wij doen wat we willen. Het is een waarschuwing aan de Hoge Raad: ze hebben geen macht over ons. Uiteindelijk zijn wij het die aan de touwtjes trekken, en zijn zij naïef als ze ooit van het tegendeel overtuigd waren.

A Song of Purple SummerWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu