"Brand?" Na kort te hebben aangeklopt, doet Mishan zelf de deur open en steekt zijn hoofd aarzelend naar binnen. "Zou ik alstublieft even binnen mogen komen, heer?" Even blijft hij opgelaten staan, maar als ik naar hem knik, opent hij de deur verder en stapt mijn kamer in. "De eerste praetor zei dat-" Zijn blik valt op Nessa, die met gesloten ogen en een diepe, trage ademhaling op mijn bed ligt, en dan op mij, zittend op de rand. Er verschijnt een kleine frons tussen zijn wenkbrauwen, maar dan buigt hij voor me. "Het was niet mijn bedoeling u te storen. Ik snap dat u nu andere dingen aan uw hoofd heeft. Ik kan buiten wachten, als u dat liever heeft."
Ik schud mijn hoofd en sta op. "Nee, dat is niet nodig. Er is nu toch niet veel dat ik kan doen."
Mishan fronst en kijkt nogmaals naar het bewusteloze meisje. "Is ze nog steeds niet bij bewustzijn? Als ze hier permanente schade aan overhoudt, verandert dat de zaak." Hij bijt op zijn lip en wendt kort zijn blik af. "Niet dat ik daar veel mee te maken heb." Hij schraapt zijn keel om zichzelf te herpakken en als hij verder praat, is zijn stem vlakker en zakelijker. "Dat kun je beter met de eerste praetor overleggen."
"Ze is even bij bewustzijn geweest, heeft wat gedronken en is toen in slaap gevallen," leg ik uit. "Volgens een heler uit de Nerineaanse delegatie zou ze snel weer moeten herstellen, met wat water en voldoende rust. Het is niets permanents." Ik werp nog een blik of haar, voor ik bij haar vandaan stap, op Mishan af. "Je had een boodschap van Caldera?"
De man knikt naar me. "Ja- Of nou ja, eigenlijk heeft de eerste praetor een van haar slaven de opdracht gegeven om haar commando door te geven dat ik je moest gaan halen omdat ze klaar is om het over de rechtszaak van morgenochtend te hebben." Met neergeslagen ogen wrijft hij over zijn horizontale lijnen, als gele ringen om zijn vingers en armen. "Dus bij deze."
Ik zuig lucht door mijn tanden naar binnen en grimas, voor ik zacht zucht. "Ze draait wel weer bij." Ik knik bemoedigend naar de rechter. "Ik praat wel met haar."
Meteen schudt Mishan zijn hoofd. "Dat zal niet nodig zijn, pontifex maximus. Calde- De eerste praetor heeft het volste recht om kwaad op me te zijn, nadat ik haar gezag publiekelijk ondermijnd heb, zelfs al was dat om een bevel van mijn meerdere te gehoorzamen. Ik heb haar mijn excuses aangeboden en ben meer dan bereid om op haar vergeving te wachten, voor hoe lang dat ook duurt." Hij schraapt zijn keel en recht zijn schouders. "Het is niet aan mij om u te vertellen wat u wel of niet moet doen, heer, maar ik denk dat u zich beter op de rechtszaak kunt focussen."
"Juist." Ik kijk de man peilend aan, maar ieder beetje emotie dat ik eerder aan hem leek te ontwaren, is verdwenen. Ik werp nog een blik op Nessa, die inmiddels eindelijk diep en kalm ademhaalt, en gebaar dan naar de deur. "Is ze in de rechtszaal?"
"Daarnet nog wel." Mishan gaat me voor naar de gang en buigt naar me. "Als u me nodig heeft of de eerste praetor mijn assistentie vraagt, ben ik op mijn kamer."
"Dankje, praetor." Ik beantwoord zijn buiging met een knik en loop dan richting de rechtszaal.
Caldera kijkt niet op van haar documenten als ik binnenkom, maar wijst op de zetel naast die van haar. "Brand, ga zitten." Gefocust bladert ze door een oude codex, terwijl ze met haar andere hand een losgeraakte, vlammende haarlok dooft en weer vast probeert te maken. "Ik wil graag meteen beginnen."
JE LEEST
A Song of Purple Summer
Fantasy"And all shall know the wonder I will sing a song of purple summer" *** Het zwarte, verschrompelde gezicht van de man zag eruit alsof het wilde schreeuwen, maar op het geknetter van de vlammen na, was het doodstil. Misschien had hij ons uit willen s...