Proloog

87 8 46
                                    

3108

Het was mooi weer geweest die dag

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

Het was mooi weer geweest die dag. De Zon had ons overgoten met zijn warme licht, had over ons gewaakt. Het had niet zo moeten zijn. Onder zijn toezicht waren wij sterker dan zij. En dat was hij al helemaal geweest.

Ik herkende het geluid van de oplaaiende vlammen achter me, lichte voetstappen, het gebrek aan een begroeting. Er was maar één iemand die zo mijn tempel binnentrad - via de vlammen in plaats van de deur; respectvol tegenover mijn god, maar zeker niet tegenover mij - en wanneer ze dat deed, kon dat maar één ding betekenen: ze had me ergens voor nodig. "Wat wil je van me, Enya?" mompelde ik, zonder me naar haar om te draaien, terwijl ik me op het offerdier dat ik aan het verbranden was bleef focussen.

"Er is een opstand geweest." Haar stem was monotoon en ik wist dat haar gezicht al net zo emotieloos was. Mijn volk stond bekend om die stoïcijnse houding, maar Enya spande de kroon. In de eeuwen dat ik haar kende, had ik nog nooit een oprechte emotie, verdriet noch blijdschap, op haar gezicht te zien, en de keren dat ze had gedaan alsof, had het nergens op geleken.

Zodra de betekenis van haar woorden tot me doordrong, staakte ik de verbranding en draaide me naar haar om. "Wat is e-"

"Ik was nog niet klaar," ze kapte me af met diezelfde monotone stem, maar het verraadde haar ergernis - iets wat ik ook wel van haar gewend was. "De rebellen hebben Adan verdronken."

"Wat?" Ik was eraan gewend dat Enya nieuws bracht van het front. Ik was er ook aan gewend dat ze het vertelde alsof het allemaal niet echt belangrijk was. Ik was gewend aan opstanden. Maar niet dit. We waren onoverwinnelijk. En Adan al helemaal. Hij kon niet weg zijn.

Enya gebaarde dat ik mijn mond moest houden tot ze klaar was, en praatte verder, alsof ze niet net verteld had dat onze broer door de rebellen was vermoord. "De rebellen sleepten hem het water in en hielden hem daar vast tot hij onderkoeld raakte. Adans troepen konden hem niet helpen, hij was te diep in het water. Toen Cinder hem eruit gehaald had, was hij al ijskoud. Hij is ontbrand in haar armen. Zijn as is veilig bij ons, dus je hoeft niet zo'n dramatisch gezicht te trekken."

Meteen probeerde ik de emoties te blokkeren en mijn gezicht weer in de plooi te trekken, voor ik nog meer van haar minachting over me af kon roepen. Phoinixiërs huilen niet, Phoinixiërs lachen niet. Ontbranding was een gift van de Zon, die ervoor zorgde dat we een nieuw leven kregen, met nieuwe kansen. Zodra het licht van de Zon Adans as zou raken, zou hij opnieuw geboren worden. We zouden zijn daden herdenken, hem even missen, maar ons dan snel weer focussen op zijn nieuwe incarnatie. Mijn oog viel op Enya's losse haar, ons enige teken van rouw. Waarom was dat me niet meteen opgevallen?

"Roy en Cinaéd willen dat je komt," vervolgde ze simpel. "De rest is er al - ik heb Hadyn net opgehaald. Ik moet je meenemen."

"Laat me dit afmaken, zus." Ik richtte me weer tot mijn smeulende offer, de restanten van een kalf, hief mijn handen en riep de vlammen op, terwijl ik mijn gebeden aan de Zon mompelde.

A Song of Purple SummerWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu