16. Terug van weg geweest

14 1 1
                                    

(Lena)

Ik had geen idee wat het idee van Winston was en of ik hem kon vertrouwen, maar momenteel kon ik niks anders doen dan hem vertrouwen. Dus vroeg ik hem: 'Wat is je idee?' 'Jullie hebben een kamer aan de achterkant op de tweede verdieping toch?' Ik knikte. 'Nou alleen de kamers aan de voorzijde zijn niet bezet met leerlingen van onze school dus als we via de achterkant naar binnen kunnen klimmen zal hij ons niet zien.' 'Maar zijn er dan geen camera's?' 'Nee, dat heb ik al gecontroleerd.' 'Waarom?' 'Voor het geval dat het nodig is zoals nu.' Ik geloofde dat laatste niet, maar we konden niet veel anders doen, dus gingen we bij de bushalte wachten op de eerste bus naar Hintertux.

In de bus was niemand behalve wij vieren, niemand zei iets. Ik trilde van angst en was heel erg alert op alle soorten beweging en geluiden. 'Len, gaat het?' Ik schrok me dood en deinsde een stuk terug, tegen Calvin aan. Ik schaamde me en zette snel een stap weg van Calvin, terwijl ik naar de grond keek. Waarom schrok ik zo? Eigenlijk wist ik dat wel, trauma's. Ik voelde mijn hart in stukken breken, maar huilen kon ik niet. Ik hoopte dat alles goed zou komen en dat mijn vader geen van mijn vrienden pijn zou doen. Ik wilde eigenlijk in Calvin zijn armen schuilen voor al het geweld van de wereld, maar Winston was er bij en die wist nog van niks.

De bus stopte en we liepen de straat achter die van het hotel in. We liepen door een steegje naar de achterkant van het hotel en bekeken het gebouw. Overal waren Oostenrijkse balkonnetjes dus het zou niet onmogelijk moeten zijn, maar makkelijk was het zeker niet. Ineens schoot me iets te binnen. 'Calvin, heb je nog last van je arm?' 'Ja beetje, valt mee.' 'Kan je hem wel gebruikten om je ergens aan op te trekken.' 'Dat zien we zo wel.' Dit meende hij toch niet? Maar hij moest wel. Ik knikte en Winston offerde zich op om als eerste te gaan, nadat wij hadden aangewezen naar welk balkon hij moest. Het zag er bij hem heel makkelijk uit, alsof hij het eerder gedaan had. Het zou me niet verbazen als dat inderdaad zo was. Zoë ging na Winston en ik ging achter haar aan. Het was niet heel moeilijk boven te komen, maar ik maakte me we zorgen om Calvin. Je moest je in zekere zin optrekken aan de randen van het balkon en ik wist niet of dat Calvin zou lukken of dat hij hulp nodig had. Het leek hem te lukken, maar het moeite. Het laatste stukje hielp Winston hem. Zoë stuurde Jayden een appje dat hij de deur van het balkon open moest doen. We hoopten van harte dat hij nog niet sliep.

De deur ging open, Jayden. We liepen snel naar binnen, want het was aardig fris buiten. Jayden zag er slaperig uit. Hij stelde geen vragen en strompelde terug naar zijn slaapkamer. Winston ging naar zijn eigen kamer en Zoë ging direct door naar de badkamer. Calvin en ik moesten dus wachten tot Zoë klaar was. We waren weer alleen en ik ging op mijn buik op het bed liggen. Alle tranen die ik binnen gehouden had kwamen er uit. Het kussen was binnen enkele minuten zeiknat. Ik kon er niks aan doen, het was gewoon veel te veel. Ik had er echt geen zin meer in. Calvin streelde me zachtjes over mijn wang toen ik mijn hoofd zijn kant op draaide. 'Ik kan niet meer Calvin, ik kan niet meer. Kan het niet een keer stoppen?' Mijn hart kon het niet meer aan, ik wilde opgeven. Hij trok me in zijn armen en fluisterde in mijn oor: 'Het gaat allemaal goed komen Lena, ik ben er altijd voor je. Ik zal bij je blijven. Ik zorg ervoor dat er niks met je gebeurd. Ik bescherm je wel.' Ik knikte en voelde me veilig in zijn armen. Ik wilde dat hij me nooit los zou laten. 'Waarom wil je een relatie met mij? Van mij houden is moeilijk, ik zorg voor problemen. Ik ben een last.' Met een arm om mijn schouder en zijn hand in mijn haar kalmeerde hij me. 'Dat ben je niet Lena en dat zal je nooit zijn. Je bent het beste wat me is overkomen.'

We hoorden Zoë de badkamer uitgaan. 'Kom, we gaan naar de badkamer. We moeten tandenpoetsen.' Calvin duwde me overeind en kwam het bed uit. Hij hield mijn hand vast en kneep er zachtjes in. Ik volgde hem. Hij pakte verband en ik keek hem vragend aan. 'Er moet nog nieuw verband om,' zei hij wijzend op zijn arm. Oh ja dat was ik vergeten. Ik keek ongelukkig in de spiegel, ik zag er niet uit. Mijn ogen waren rood en ik had wallen, ook leek ik dik. Ik wilde slapen. Ik poetste laf mijn tanden en haalde de uitgelekte mascara van mijn gezicht. Ik kamde mijn haar snel door en deed er een losse vlecht in. Ondertussen zag ik Calvin sukkelen met het verband. Ik pakte het uit zijn hand en ging voor hem staan. Voorzichtig draaide ik het verband om zijn arm heen, ik wilde hem geen pijn doen. Toch raakte ik hem net op de verkeerde plek aan waardoor hij kreunde van de pijn. Ik schrok. 'Sorry.' 'Geeft niet, het gaat wel.' Ik zette het vast met pleisters en keek tevreden naar het resultaat.

Ik lag in bed en staarde naar het plafond. Ik kon niet slapen. Ik wist dat Calvin nog wakker was door zijn ademhaling. Ik kroop iets dichterbij hem, zodat ik hem niet aanraakte, maar ik zijn lichaamswarmte wel voelde. Het was twee uur 's nachts en we moesten er om een uur of 9 uit. Calvin pakte mijn hand vast en trok me nog iets dichterbij. Ik viel in slaap in zijn armen.

We liepen de ontbijtzaal binnen en hadden ons eten gepakt. We waren gewoon aan het praten, toen ik hem zag. Daarzo in het hoekje, ons in de gaten houdend...

Wat vinden jullie er tot nu toe van? Ik hoop nog de eerste reactie te krijgen.

The UnexpectedWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu