hoofdstuk 10

31 5 3
                                    

Ik pakte mijn pijl en boog uit mijn tas. Ik schoot wat pijlen. Pijl en boogschieten was een hobby van mij. Toen zag ik Oliver aankomen lopen. 'Lekker aan het schieten?' vroeg hij. 'Ja zekers,' zei ik lachend. Ik had veel pijlen raak geschoten. 'Oliver,' zei ik opeens. Ik legde mijn pijl en boog neer en ik ruimde de pijlen op. 'Ja,' antwoordde Oliver. 'Voordat we weggaan wil ik nog twee vragen stellen,' zei ik. 'Hoe ben jij niet doodgegaan in dit dorp en weet jij welk voorwerp mijn oom op zoek naar was?' vroeg ik. Oliver krabde toen aan zijn hoofd. Hij was een beetje ongemakkelijk geworden opeens. 'Ik weet niet hoe ik het overleefd had,' zei Oliver eerlijk. 'Misschien heb je toch wel krachten,' zei ik hoopvol. Oliver schudde zijn hoofd. 'Ik heb helaas geen krachten,' zei Oliver. 'Ik denk dat jij mij beschermde zonder dat je het doorhad,' zei hij. 'Dat zou ik toch wel doorhebben?' vroeg ik. Toen dacht ik nog eens goed na. Ik had het ook niet door gehad dat ik dat hele dorp had opgeblazen, misschien had ik ook niet door dat ik Oliver beschermde. 'Of het was mijn zusje vanaf boven,' zei Oliver terwijl hij naar de lucht wees. Ik keek hem toen verward aan. 'Heb jij een zusje? Waarom zo specifiek zij en niet je ouders?' vroeg ik voorzichtig. Oliver glimlachte toen even. 'Ja ik heb een zusje anders zou ik dat niet zeggen. Mijn ouders gaven ook om mij, maar mijn zusje was gewoon nummer 1 voor mij en ik voor haar,' antwoordde hij. 'En mijn andere vraag?' vroeg ik. 'Ik weet inderdaad welk voorwerp je oom naar op zoek is,' zei Oliver. 'Kan je vertellen wat?' vroeg ik beleefd. 'Nee, je vroeg of je twee vragen mocht stellen, dan had je drie moeten zeggen,' zei hij. Oliver had wel gelijk, maar toch vond ik het een beetje kinderachtig. 'Zenuwachtig?' vroeg ik aan Oliver. Hij knikte. 'Die oom van jou is echt een engerd,' zei Oliver terwijl hij aan het rillen was. Ik haalde toen mijn schouders op. 'Ik heb hem nog nooit ontmoet,' zei ik. 'Best raar dat ik jij je oom nog nooit hebt gezien, maar dat ik hem weleens heb gezien. Het is nou niet dat ik daar blij mee ben dat ik hem weleens heb gezien,' zei Oliver. 'Ja inderdaad best apart,' zei ik en ik meende het. Ik was zelf ook best zenuwachtig. Ik was bang dat ik mijn oom misschien per ongeluk bevrijdde uit de dimensie of dat hij mij niet kon of wilde helpen om mijn krachten onder controle te krijgen.

'Mis jij je zusje?' vroeg ik plotseling. Oliver zuchtte. 'Iedere dag nog,' antwoordde hij. 'En stiekem ook mijn broer,' zei hij. Ik keek hem raar aan. Waarom zou hij zijn broer niet missen? Ik miste op dat moment ook mijn broers niet, maar als Felix dood zou gaan, zou Livay hem zeker missen. 'Waarom niet?' vroeg ik. 'Lucas was altijd aan het rondhangen met zijn vrienden in plaats van zorgen voor Sarah en mij,' antwoordde Oliver. Ik verstarde toen. Was Sarah zijn zusje? 'Sarah?' vroeg ik verbijsterd. Oliver keek daarom mij weer raar aan. 'Ja mijn zusje heet Sarah. Ken jij haar?' vroeg Oliver. 'Licht eraan, hoe zag ze eruit en hoe was ze als persoon?' vroeg ik. Oliver snapte nog steeds niet hoe ik Sarah zou kennen. 'Ze had blond haar, ze was echt super blond. Haar haar viel ongeveer tot haar schouders. Ze had blauwe ogen en ze was lang voor haar leeftijd,' antwoordde hij. 'Ze hield er altijd van om buiten te zijn en ze was soms iets te eerlijk over dingen,' vervolgde Oliver. Ik sloeg toen mijn hand voor mijn mond.

Naveah en haar uitdagingen de vermiste kroonWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu