hoofdstuk 9

36 4 14
                                    

Ik werd wakker ergens onbekend. Ik kwam gelijk overeind. 'Wat is er gebeurd?' vroeg ik. Oliver kwam aanlopen. 'Hey doe even rustig aan,' zei hij zorgelijk tegen mij. Ik keek hem raar aan. Waarom klonk hij zo bezorgd? Wat was er ook alweer gebeurd? Ik fronste mijn wenkbrauw. 'Je was flauwgevallen,' zei Oliver. 'Echt niets anders? Anders zou ik nu wel nog in het dorp zijn?' vroeg ik. Oliver zuchtte. 'Je hebt het hele dorp opgeblazen,' zei hij snel. 'Ik heb wat!' zei ik verbijsterd. 'Je hebt het dorp opgeblazen,' herhaalde hij. Ik had zoveel vragen. Hoe kon ik een heel dorp vernietigen? Ik was alleen maar flauwgevallen. Dan blaas je toch niet een heel dorp op. Ik was een monster. Ik had veel mensen hun leven afgenomen en van de mensen die het overleefd hadden een puinhoop achter gelaten en een dode familie. Ik had hun levens geruïneerd en niet zo'n beetje ook. Ik zag het beeld al voor me: Een verwoest dorp. 'Ik moet met mijn oom spreken,' zei ik toen vastbesloten. 'Je kan niet met hem spreken, hij zal je misleiden en doden,' zei Oliver. Ik keek hem nijdig aan. 'Hoe weet jij dat nou weer?' vroeg ik geïrriteerd. Oliver leek toen gekwetst. 'Omdat ik het zelf heb meegemaakt,' zuchtte hij verdrietig. Ik voelde mij toen schuldig.

Ik had toen gelijk zijn aandacht. 'Je was niet aan het houthakken hè?' vroeg ik zacht. Oliver knikte. Oliver had dus inderdaad gelogen gisteren. 'Ik was erbij,' zei Oliver getraumatiseerd. 'Waarom werd je niet vermoord Oliver?' vroeg ik bijna dwingend. 'Dat doet er niet toe,' mompelde hij. Wat een zak dacht ik. Natuurlijk deed het er toe. Hij wilde mij gewoon niet helpen. Oliver was echt irritant op dat moment vond ik. 'Natuurlijk doet dat het er toe, dan kan ik weten hoe ik hem overleef!' zei ik kwaad. Oliver schudde zijn hoofd. 'Het geldt niet voor jou,' antwoordde hij. Oliver wilde weglopen, maar ik greep zijn hand vast. 'Oliver, alsjeblieft help me!' smeekte ik. 'Ik moet mijn krachten onder controle krijgen. Anders blaas ik straks heel deze wereld op,' zei ik misschien een beetje overdreven. 'Ik werd niet vermoord, omdat ik geen krachten heb Naveah,' zei Oliver serieus.

Dat verklaarde zo veel. 'Ik wilde niet dat je wist dat ik geen krachten had,' zei Oliver. 'Ik dacht dat je me dan waardeloos zou vinden en een zak,' zei hij droevig. Ik vond Oliver net inderdaad een zak, maar dat was omdat hij mij weigerde te vertellen hoe hij mijn oom overleefde. Ik besloot dat alleen niet tegen hem te zeggen. Dat kon hij vast niet gebruiken. 'Het maakt niet uit Oliver,' zei ik. 'Ik ben al blij dat je het mij hebt verteld,' zei ik troostend.

'We moeten mijn oom spreken,' zei ik plotseling. Oliver keek mij aarzelend aan. 'Ik ga hem niet bevrijden,' zei ik snel. 'We gaan hem zeker alleen bezoeken,' vroeg Oliver. Ik knikte. 'Hoe komen we alleen in die wereld?' Vroeg hij. Ik dacht toen na. Ik wist dat ik mijn ook kon bevrijden, dus ik kon waarschijnlijk een soort poort openen die leidde naar de dimensie. Dat was het meest logische dacht ik. Een andere theorie had ik ook niet. 'Ik denk dat ik een soort poort kan openen die leidt naar de wereld,' zei ik. Oliver dacht toen ook na. 'Dat zou best eens kunnen,' antwoordde Oliver. 'Maar ik wil eerst nog een even trainen met mijn pijl en boog,' zei ik. 'Het kan nooit kwaad om nog te trainen,' zei Oliver met een glimlach. Ik knikte instemmend. Als je je kwaadaardige ook ontmoet kan je maar beter goed voorbereid zijn.

Naveah en haar uitdagingen de vermiste kroonWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu