Hoofdstuk 19

24 5 7
                                    

Sarah en Oliver keken mij bezorg aan. 'Heb je enig idee waar het wel veilig is of wil je die kroon vinden en aan je oom geven en daardoor ons verraden?' vroeg Sarah toen opeens erg gemeen vond ik. Ik had toen even geen woorden. Sarah was echt een loser op dat moment. Ik had haar het leven opnieuw geschonken en ik werd zo bedankt. Ik keek Sarah furieus aan. 'Waarom zou ik!' antwoordde ik boos. Sarah keek toen ook boos. 'Je hebt meer dan genoeg redenen,' mompelde ze zacht. 'Die kroon is van mijn familie hè en ik ben hier wel de prinses dus die kroon is eigenlijk mijn eigendom,' zei ik zelfverzekerd tegen Sarah. Sarah werd toen bleek. Ik was misschien een beetje gemeen, maar dat was Sarah ook dus het was haar verdiende loon. 

Oliver koos geen kant zag ik. Dat snapte ik wel. 'Kunnen jullie mij in ieder geval de weg wijzen naar het dorp? Als jullie niet mee willen?' vroeg ik geïrriteerd. Sarah schudde haar hoofd. 'Ik ga wel met je mee hoor,' zei Oliver. Ik glimlachte toen. 'Prima ik ga dan ook wel mee,' zei Sarah uiteindelijk. Ik wist dat ze alleen meeging, omdat Oliver wel meeging. 'We moeten daarheen,' zei Oliver terwijl hij een kant op wees. We liepen richting die kant. Ik liep vrolijk naast Oliver. Ik vond dat Sarah erg irritant deed. Ik had liever Emily op dat moment aan mijn zijde dan Sarah. We liepen erg snel. Na ongeveer 45 minuten begon ik een beetje trek te krijgen. 'Ik heb trek,' zei ik tegen Sarah en Oliver. Sarah keek mij geïrriteerd aan. 'Jammer dan,' zei ze bot. Ik voelde me toen erg gekwetst. 'Waarom haat je me opeens?' vroeg ik met tranen in mijn ogen. Ik wilde sterk blijven, maar dat lukte niet. Ik had jarenlang gehoopt dat ze niet dood was, dat ze gewoon verhuisd was en nu bleek ze geen ene zier om mij te geven. Ik wist namelijk niet wat er was gebeurd met haar. Sarah zag dat ik huilde, maar ze deed er niks aan. 'Ik haat je niet,' zei ze mompelend. 'Maar je behandeld me wel als vuilnis, alsof ik niks waard ben,' kaatste ik fel terug. Oliver trok zich toen een beetje terug. 'Je bent ook niks waard,' zei Sarah zacht. Toen barstte ik uit. Wat was ze toch een idioot en een sukkel dacht ik. 'Ik haat je omdat jouw oom mijn broer en ouders en al mijn vrienden heeft gedood,' zei Sarah toen boos. Ik werd toen nog bozer. Het was niet mijn fout. Ik ken die man amper. Oliver zuchtte toen. 'Sarah daar kan zij niks aandoen! Lucas heeft toch ook vreselijke dingen gedaan en dat was ook niet onze schuld,' zei Oliver woedend. Sarah keek Oliver toen razend aan. 'Ja, maar Lucas heeft geen mensen vermoord, hij deed aan vandalisme,' zei ze. Oliver zei toen niks meer. 'Ga anders gewoon weg,' zei ik kwaad. Sarah schudde haar hoofd. 'Best, maar loop dan niet zo gemeen te doen!' zei ik fel. We liepen toen gestaagd door. Helaas aten we niks voor lunch, want dat wilde Sarah niet. 

Ik zag toen het dorp verschijnen. Het was eigenlijk niet meer echt een dorp. Het was meer een rampgebied. Oliver zuchtte. Het was voor hem vast moeilijk om zijn oude dorp te zien. Sarah leek ook verdrietig, maar dat interesseerde me niet. 'Mag ik de kroon alsjeblieft?' vroeg ik netjes aan Oliver. Oliver knikte. Hij groef onder het puin. Opeens zag ik iets glimmen. Het was iets van goud. Oliver overhandigde de kroon aan mij. Ik voelde onmiddellijk dat mijn krachten versterkt waren. Toen zag ik een schim verschijnen. Het waren Felix en Livay. Felix zag er alleen raar uit. Zijn groene ogen glinsterden niet zo vriendelijk als het hoort te zijn bij hem. Zijn ogen waren gevuld met woede en het leek alsof ze gevuld waren met kwaad. Er was duidelijk iets aan de hand. 


Naveah en haar uitdagingen de vermiste kroonWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu