Hoofdstuk 23

26 5 4
                                    

Ik knipte toen gelijk in mijn vingers. Er verscheen een onzichtbaar schild om mij heen. 'Ik lust je rauw,' zei mijn oom lachend. Hij had niet gezien dat ik een schild had. Ik lachte ook. Mijn oom knipte toen in zijn vingers. Er kwamen vuurballen op mij af. Ik bleef roerloos staan, wachtend op de vuurballen. Toen de vuurballen mij normaal zouden raken stopten ze. 'Wat!' zei mijn oom gefrustreerd. 'Je onderschat mij oom,' zei ik lachend. Ik voelde me zelfverzekerd. Ik wist niet of ik sterker was dan mijn oom, maar ik maakte zeker wel kans. Mijn moeder was nog steeds in de troonzaal. Ik kon mij niet herinneren dat mijn oom iets kon doen met vuur. Toen besefte ik me dat het waarschijnlijk door de kroon kwam. Ik moest die kroon zo snel mogelijk heroveren. Mijn oom was gefrustreerd merkte ik en daar maakte ik gebruik van. Toen hij even niet oplette, knipte ik snel in mijn vingers. De kroon verscheen toen in mijn handen. Mijn oom keek mij nors aan. Ik knipte weer in mijn vingers. De kroon stond in vuur en vlam. Ik voelde de hitte, maar het deed geen pijn, ik brandde me niet. Ik blies de as van de kroon in mijn oom zijn gezicht. 'We gaan wel eerlijk spelen,' zei ik lachend. 'Wat heb je gedaan met de kroon!' zei mijn oom woedend. 'Verbrand, dat zag je toch?' vroeg ik. Ik vond het erg leuk om zijn gevoelens te misbruiken. 'Mam ga snel weg!' commandeerde ik tegen mijn moeder toen ik wist dat ze tijd had om weg te rennen. Ze knikte en ze gaf mij een kus. 'Je kan het!' zei ze motiverend. Ik wuifde haar na. Ze rende snel de troonzaal uit. Mijn oom wreef nog goed in zijn ogen, er zat waarschijnlijk as in zijn ogen. 'Kreng!' zei mijn oom toen de as weer uit zijn ogen was. 'Nou dat is nou ook niet aardig om te zeggen,' zei ik lachend. Zijn gezicht op dat moment was goud waard. Zijn hele gezicht onder de as en dan nog zijn graf kop erbij, het was echt een plaatje. Toen ging mijn oom weer in aanval. Hij knipte in zijn vingers en hij zat in mijn lichaam voelde ik. Mijn schild was daar niet tegen bestemd merkte ik. Wat er ook gebeurde hij mocht geen controle krijgen over mijn lichaam. Ik zou dan hetzelfde eindigen als Felix. Ik probeerde mij te verzetten, maar het was erg moeilijk. Toen voelde ik dat mijn oom de macht had over mij en het was een vreselijk gevoel. Hij kon me nu zo makkelijk doden. Ik zou de pijp uitgaan op dezelfde manier als Felix.

Toen hoorde ik een luide knal voelde ik de controle weer over mijn lichaam. Ik keek in de zaal. Sarah stond daar. Ik was toen zo ontzettend blij dat ze er was. Ik zag toen dat mijn oom verzwakt op de grond lag. Ik keek hem lachend aan. Ik genoot heel erg van dat moment. Ik sloot mijn ogen en ik concentreerde me. Ik zou de genadeklap uitdelen. Hij zal sterven. Alleen in plaats van hem doden verscheen er een portaal. 'Nee, dat is niet de bedoeling!' schreeuwde ik boos. Mijn krachten moesten hem doden, niet weer verbannen. Alleen duwde Sarah mijn oom al het portaal in. Het plan om mijn oom te doden was mislukt. Hij was wel ernstig verzwakt net zoals mijn vader en ik. Sarah had het plan verpest, maar ze had wel mijn leven gered, dus ik besloot niet boos te worden. 'Sarah!' gilde ik en ik omhelsde haar. Ze klopte op mijn schouder. 'Dank je wel voor het redden van mijn leven,' zei ik dankbaar. 'Geen dank, dat doen we toch voor elkaar?' vroeg ze lachend. Ik knikte en ik veegde de tranen van mijn ogen af. Ik liet Sarah los. Ik probeerde te lopen, maar ik viel gelijk. Ik was kapot. Ik vroeg me wel af hoe ze hier was gekomen, maar dat was voor later dacht ik maar. Nu was het niet echt relevant. Sarah droeg mij naar mijn slaapkamer. Alles werd toen zwart. Het was een zware tijd geweest met weinig slaap en veel wandelen en krachten.

Naveah en haar uitdagingen de vermiste kroonWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu