Hoofdstuk 21

8.5K 100 4
                                    

De straten zijn donker en stil. Geen huis in deze straat is zo groot als het studentenhuis van Harry. Er zijn zo veel dingen aan hem die ik niet begrijp, waarom zit hij in een studentenhuis met allemaal rijke kinderen als hij een punk is? Ik weet niet eens waarom ik mijn tijd verspil aan het denken aan hem, na vannacht ben ik er zó klaar met het proberen om vrienden te worden met hem. Ik kan niet geloven dat ik hem gezoend heb. Dat was de grootste fout die ik ooit had kunnen maken. Ik ben niet gek en ik vertrouw hem niet dat hij het niet tegen iemand vertelt maar ik hoop dat zich schaamt dat hij mij gezoend heeft en dat dat hem stil houdt. Ik ga het ontkennen tot mijn dood als iemand erachter komt.

Na een anderhalf uur lopen kom ik eindelijk aan bij het studentenhuis. Ik stop bij het café om wat koffie te halen. Ik moet met een goede smoes komen voor mijn moeder en Noah voor mijn gedrag vanavond, niet voor het zoenen - daar gaan ze nooit achterkomen - maar voor het feestje van vanavond. Alweer? Ik moet echt een goed gesprek hebben met Noah over het vertellen van dingen tegen mijn moeder, ik ben volwassen nu en zij hoeft niet te weten wat ik hier allemaal doe. Mijn benen en voeten doen pijn wanneer ik eindelijk bij mijn kamer ben en ik zucht opgelucht als ik de deur open.

"Is dit een grap?!" Roep ik wanneer ik Harry op mijn bed zie zitten.

"Waar was je?" vraagt hij rustig. "Ik heb twee uren rondgereden om je te vinden.

Wat?

"Waarom zou je in godsnaam naar me zoeken?" vraag ik verbaasd.

Waarom had hij niet gewoon aangeboden om me naar huis te rijden? En belangrijker, waarom vroeg ik het hem niet toen ik erachter kwam dat hij niet gedronken had? Oh wacht, misschien omdat hij nooit zoiets liefs voor me zou doen.

"Omdat.. omdat het geen goed idee is om 's nachts alleen rond te lopen."

Ik lach om zijn woorden. Hij fronst en ik lach harder.

"Donder op Harry." zeg ik tussen het lachen door.

Ik lach niet omdat ik het grappig vind, maar omdat ik niets anders weet wat te doen. Hij kijkt me aan en haalt zijn hand door zijn haren. In deze korte tijd dat ik hem ken, ben ik erachter gekomen dat hij dat doet als hij gestrest is of zich ongemakkelijk voelt.

"Theresa, ik ben.." hij wordt onderbroken door gebons op de deur.

"Tessa! Theresa Young, open de deur!" het is mijn moeder.

"Oh mijn God, Harry verstop je in de kast." fluister ik en grijp voor zijn arm.

"Ik verstop me niet in de kast, je bent achttien." zegt hij en ik weet dat hij gelijk heeft, maar hij kent mijn moeder niet.

Ik kreun gefrustreerd en ze klopt weer. Ik kijk in de spiegel, veeg onder mijn ogen en pak mijn tandpasta, ik smeer het op mijn tong om de dranklucht weg te halen. Wanneer ik de deur opendoe zie ik Noah en mijn moeder staan, mijn moeder is zo te zien woedend.

"Wat doen jullie hier?" vraag ik ze wanneer mijn moeder zich langs me heen drukt en meteen richting Harry loopt.

"Is dit waarom je je telefoon niet opnam? Omdat je deze.. deze.. getatoëeerde herrieschopper in je kamer hebt zés uur?" schreeuwt ze.

Mijn bloed borrelt. Normaal ben ik best bang wanneer ze in een staat als deze is. Ze heeft me nog nooit geslagen of zo, maar ze is allesbehalve verlegen wanneer het aankomt op het aanduiden van mijn fouten.

"Je gaat dat toch niet dragen, of wel Tessa?"

"Je had je haar moeten kammen Tessa."

Ze legt altijd te veel druk op me om perfect te zijn, het is vermoeiend. Noah staat er maar een beetje, blikken werpend op Harry terwijl ik het liefst tegen allebei wil schreeuwen, eigenlijk alle drie. Mijn moeder omdat ze me behandelt als een klein kind, Noah voor het vertellen tegen mijn moeder en Harry omdat hij Harry is.

"Is dit wat je doet op de universiteit jonge dame? Je blijft wakker tot diep in de nacht en je hebt jongens op je kamer? Arme Noah was vreselijk bezorgd om je en we hebben zo ver gereden om je hier zo.. zo.. sletterig te vinden." Zegt ze en ik en Noah happen naar adem.

"Ik ben hier net, ze heeft niets verkeerd gedaan." zegt Harry en ik ben geschokt.

Hij heeft geen idee hoe mijn moeder is. Misschien wordt dit een goed gevecht, in mijn hoofd stel ik me voor dat ik een bak popcorn pak en op de eerste rij ga zitten om te kijken.

"Ik had het niet tegen jou, ik weet niet wat iemand als jij hier doet met mijn dochter."

"Mam." sis ik.

Ik weet niet waarom ik Harry verdedig, maar ik doe het toch. Noah kijkt van mij naar Harry en dan terug naar mij. Weer hij dat ik hem gezoend heb? De herinnering zit nog vers in mijn gedachten en mijn huid tintelt als ik eraan denk.

"Tessa, je bent alle controle kwijt. Ik ruik de drank vanaf hier. Ik kan alleen maar bedenken dat dat de invloed is van je lieve kamergenootje en hem." zegt ze en kijkt naar Harry.

"Mam, ik ben achttien, ik heb nog nooit gedronken en nooit iets fout gedaan. Ik doe gewoon wat elke student doet. Het spijt me dat je zo ver gereden hebt maar ik ben oké." zeg ik en als ik klaar ben zucht ze.

"Kan je ons even alleen laten?" vraagt ze aan Harry, haar stem is kalmer dan het net was.

Hij kijkt naar me alsof hij vraagt of het goed is, wanneer ik knik loopt hij de kamer uit. Het is een vreemde situatie, ik en Harry tegen mijn moeder en mijn vriendje. Ergens weet ik dat hij bij de deur wacht tot ze vertrekken.

Mijn moeder legt uit dat ze gewoon bezorgd was over het feit dat ik mijn kansen hier verpest en ze wil niet dat ik nog eens drink. Ze vertelt me ook dat ze het niet eens is met de vriendschap van mij en Steph, Harry of wie er dan ook vrienden met hen is. Ze laat me beloven dat ik geen vrienden meer met ze ben en ik beloof het. Ik hoef toch niet meer bij Harry in de buurt te zijn na vannacht, en ik zal niet meer naar feestjes gaan met Steph, dus mijn moeder zal er niet achterkomen of Steph en ik vrienden zijn of niet.

"Nu we er toch zijn, kunnen we maar beter wat ontbijten en misschien wat winkelen." stelt ze voor en Noah glimlacht.

Ik knik, het klinkt als een goed idee en ik sterf van de honger. Ik voel nog steeds de alcohol in mijn lijf, maar door de lange wandeling en mijn moeders preek ben ik weer aardig nuchter.

"Je moet je nog wel even opfrissen natuurlijk." glimlacht ze en ik sta op om wat nieuwe kleding te pakken. Nadat ik me heb omgekleed, doe ik wat nieuwe make-up op en ben ik klaar om te gaan. Wanneer we de deur openen zie ik Harry op de grond zitten, leunend tegen de deur tegenover de mijne. Hij kijkt op en Noah pakt mijn hand.

"Wij gaan naar de stad." vertel ik hem. Ik merk dat ik mijn hand uit die van Noah wil halen. Wat is er mis met me?

"Oh, oké." zegt hij en voor het eerst ziet hij er onschuldig en misschien een beetje gekwetst uit. Ik kan het niet helpen om me schuldig te voelen als Noah me langs Harry heen trekt. Mijn moeder geeft Harry een neppe glimlach en hij kijkt weg.

"Ik mag hem niet." zegt Noah en ik knik.

"Ik ook niet." fluister ik, en ik weet dat ik aan het liegen ben.


After // DutchWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu