Hoofdstuk 12

8.9K 101 3
                                    

Het kost me een moment om te herinneren waar ik ben wanneer ik wakker wordt. Het vreselijke feest en nog de ergere nacht schieten door mijn hoofd en ik kreun als ik uit bed stap. Steph slaapt nog steeds, ik denk dat ik haar laat slapen tot ik een manier heb gevonden om terug te komen bij ons studentenhuis. Ik trek mijn schoenen aan en open de deur. Moet ik op Harry’s deur kloppen of Niall proberen te vinden? Is Niall eigenlijk wel lid van dit gezelschap? Ik had het nooit gedacht van Harry dus misschien zit Niall er ook wel bij. De gang is leeg en verrassend genoeg helemaal schoon. Ik stap over slapende mensen als ik mijn weg naar beneden probeer te vinden.

“Niall?” Roep ik, hopend op een antwoord. Er slapen op z’n minst 25 mensen in de woonkamer. De vloer is bedekt met rode bekertjes en rotzooi. Wanneer ik de keuken binnenloop moet ik mezelf tegenhouden om het niet schoon te maken. Het zou een hele dag duren om dit hele studentenhuis schoon te krijgen na dit feest. Ik zou dat Harry heel graag zien doen, en wanneer ik daar aan denk giegel ik.

“Wat is er zo grappig?” Als ik me omdraai loopt –verrassing- Harry de keuken in met een vuilniszak in zijn hand. Hij haalt zijn arm over het keukenblad wat er voor zorgt dat alle bekertjes netjes in de vuilniszak terecht komen.

“Niets.. Woont Niall hier ook?” Hij negeert me en gaat verder met schoonmaken. Hij zal wel de enige zijn die wakker is en schoonmaakt. Mooi, hij verdient het om deze hele boel schoon te maken. “Woont hij hier?” Vraag ik opnieuw, iets ongeduldiger.

“Hoe sneller je me vertelt of hij hier woont, hoe eerder ik kan vertrekken.”

“Nu heb je mijn aandacht, maar nee, hij woont hier niet. Lijkt hij voor jou een type persoon die hier woont?” Hij grijnst.

“Nee, maar jij ook niet.” Snauw ik en zijn kaak verstrakt.

Hij negeert mijn opmerkingen en gaat verder met schoonmaken. “Is er een bus vlakbij?” Vraag ik, maar ik verwacht geen antwoord.

“Ja, maar het is een paar straten verderop.”

“Kan je me vertellen waar het is?”

“Het is niet moeilijk te vinden.”

Ik rol mijn ogen en loop uit de keuken. Ik wist dat Harry na zijn vriendelijke actie gisteren weer gemeen zou doen. Ik maak Steph wakker en we lopen naar beneden.

“Harry vertelde me dat er een busstation is, een paar straten verderop.” Vertel ik haar en ze begint te lachen.

“Ik dacht het niet! We gaan echt niet met de bus. Hij zet ons wel af. Hij doet gewoon gemeen tegen je.” Zegt ze. “Harry, kan je ons zo een lift geven? Mijn hoofd doet pijn.”

“Ja natuurlijk, wacht even.” Zegt hij en ik rol weer met mijn ogen. Hij is op zijn minst aardig tegen Steph, ik vraag me af hoe lang ze al vrienden zijn.

Tijdens het rijden zingt Steph mee met een punk achtig lied en Harry doet het raam naar beneden. Hij is de hele reis stil, gedachtenloos meetikkend met de muziek op zijn stuur.

“Ik kom later nog wel langs, Steph.” Zegt hij als ze uit de auto stapt. Ze knikt en zwaait als ik de deur opendoe.

“Doei, Theresa.” Hij grijnst en ik rol met mijn ogen als ik Steph volg

After // DutchWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu