Faelan zegt niets over mijn uitbarsting, maar dwars door de duisternis vertellen zijn ogen me genoeg. In eerste instantie staart hij me geschokt aan, een blik die snel plaatsmaakt voor iets wat lijkt op medelijden. Ik hou abrupt op met lachen en ril. Dat de drakenmeester denkt dat ik gek ben geworden, heeft hetzelfde effect als een ijskoude emmer water.
In een paar passen sta ik naast Faelan. Hij ligt lusteloos met zijn wang tegen de neus van Qoppa, zijn tot spleetjes geknepen ogen kunnen het amper opbrengen om me te volgen.
"Heb je het ook gezien?!" Ik doe niet eens moeite om te fluisteren. Faelan zucht vermoeid.
"Het enige wat ik zie, is dat we te laat zijn," klinkt het monotoon."Nee, néé!" Oké, het was niet de bedoeling om zo te gillen. De drakenmeester kijkt me meewarig en licht van streek aan. "Qoppa lééft! Hij lééft! Echt waar! Ik zag net hoe het topje van zijn staart bewoog!" Met wilde gebaren wijs ik naar het dikke, getraliede hok. Faelan recht zijn hoofd en klemt zijn tanden op elkaar.
"Maak me niets wijs! Qoppa is dóód, we zijn te laat!" Zijn stemverheffing gaat over in een verslagen fluistering. "Oh alle kapotte drakeneieren nog aan toe, je bent gek geworden... ik had nooit mogen toestaan dat die koning je vrijheid afpakte!"
Ik grijp de drakenmeester vast bij de schouders en schud hem door elkaar.
"Nee! Je moet me geloven! Qoppa. Leeft. Lééft! Echt waar. Kom mee!"Voor het eerst zie ik wat onzekerheid op Faelans gelaat verschijnen. Ik laat hem los, met trillende benen richt hij zich zwijgend op. Weifelend bestudeert hij mijn gezicht, waar hij alleen maar vastbeslotenheid in terugvindt.
"Kan je me nu blij aan het maken zijn met een dooie mus..." Hij hoeft zijn zin niet te vervolledigen om me te laten weten dat ik hier maar beter geen grapjes over maak.
Mijn mond trekt in een fijne streep. Wat als ik het toch verkeerd heb gezien?Met klamme handen en trillende vingers pak ik Faelan bij de arm en trek hem mee tot aan die veel te grote kooi die moet verhinderen dat een Qoppa in normale staat zijn staart zou gaan gebruiken. Overkill, als je het mij vraagt, met de afmetingen van een kleine vrachtwagen en tralies die niet zou misstaan als aanmeerpaal in één of andere jachthaven.
Faelans ogen glijden over de constructie, bedroefd schudt hij het hoofd.
"Wat hebben ze toch met je gedaan..." Hij prevelt er nog wat achteraan waar ik niets van kan maken.Gespannen hou ik het staarttopje in de gaten, dat angstvallig stil blijft liggen. Nerveus flitsen mijn ogen van de kooi naar Faelan en terug.
'Beweeg nu toch, komaan beweeg. Vooruit! Please, beweeg toch...' Ik kan aan niets anders meer denken dan dat de drakenmeester moét zien wat ik ook net zag. Het is een beetje sterven met elke seconde die voorbij gaat en waarin niets gebeurt.Het lijkt nu toch wel erg lang te gaan duren allemaal... onrustig wip ik van het ene been naar de andere. De blik die Faelan me toewerpt, is scherp en uit steen gehouwen. Als hij zijn mond opent om wat te zeggen, verwacht ik dan ook half dat hij me gaat verketteren.
De hemel zij gedankt dat Qoppa net op dat eigenste moment besluit om opnieuw met het topje van zijn staart te bewegen. Ik pas er nu wel voor op, om weer in lachen uit te barsten maar de metamorfose die het gezicht van Faelan ondergaat brengt toch wel instant een grote grijns op mijn gezicht.
"Zie je wel," kan ik het niet laten om mijn gelijk te benoemen. De drakenmeester kan alleen maar verbouwereerd knikken. Eens hij over de eerste schok heen is, is Faelans spreekwoordelijke gedaanteverwisseling compleet. Wég zijn de laaghangende schouders, de roodomrande ogen met onzekere blik en de trillende handen. Wat in de plaats is gekomen straalt zelfvertrouwen, overtuiging en kracht uit.
Zonder aarzelen diept hij de ponjaard op uit zijn tas en duwt het heft in mijn handen.
"Hier, om de riemen aan zijn vleugels mee door te snijden. Ik probeer eerst om Qoppa weer wat op te kikkeren en op krachten te laten komen." De dringendheid in zijn stem ontgaat me niet. "Die kooi," minachtend wijst hij naar het gevaarte, "en de ketens moeten we op één of andere manier ook nog zien weg te krijgen. Maar eerst het begin!"
Faelan beent weg en let niet op mijn knik, als teken dat ik het heb begrepen.
Ik de riemen - Faelan Qoppa laten aansterken - straks samen de rest.
JE LEEST
Qoppa
FantasyNoa doet niets liever dan met haar neus in de boeken zitten. Mocht ze kunnen, ze kroop er helemaal in. Als ze zomaar een boek vindt en de instructies volgt, valt ze - letterlijk - uiteen. Ze komt terecht in een wereld die het uiterste van haar fanta...