'Tinkerbell wist voor elk verloren voorwerp wel iets te bedenken,' vertelde Bobble. 'Een hele prestatie was me dat en het heeft de Tinkers enorm vooruit geholpen.' De gehele tijd dat ze door het elfendorpje vlogen, vertelde hij trots over het werk van de Tinkers, maar ook over de bijzondere feestdagen waar de elfjes hard voor werkten.
'Het lijkt me zo fantastisch om de wisseling van de seizoenen mee te maken,' zei Avery dromerig, 'Ik kan me nog herinneren dat ik me als klein meisje afvroeg hoe het douw elke ochtend op het gras terecht kwam.'
'Dat zullen de waterelfjes zijn geweest.'
Ze grinnikte. 'Dat zal ik mijn ouders maar niet proberen wijs te maken.' Ze keek even opzij naar Peter, zich realiserend dat ze zojuist het verboden woord had gebruikt. Hij keek strak voorruit en bromde: 'Volwassenen zijn te dom om te geloven in de waarheid.' En gek genoeg, was Avery het daar volledig mee eens. Volwassenen waren in haar ogen altijd zo overtuigd dat alles op een wetenschappelijke manier uitgelegd kon worden, dat er geen ruimte meer was voor de acceptatie dat het ook anders kan zijn dan iets wetenschappelijks. Ze moest meteen denken aan de bermuda driehoek en de oceaan, waarvan de mensheid nog maar 6% van heeft onderzocht. Wie weet waren meerminnen dichterbij dan ze ooit had kunnen dromen. Misschien zaten ze niet alleen in in Neverland. Het idee dat meerminnen of andere mystieke wezens de oorzaak zouden kunnen zijn van de verdwenen schepen in de Bermuda. De haartjes op haar arm gingen ervan overeind staan.
Toen ze bij Tinkerbells huisje aankwamen, bleef Bobble op een paar meter afstand staan, starend naar het groene deurtje. 'Ik ga weer terug.' De enthousiasme waarmee hij zojuist zijn verhalen had verteld, was volledig van zijn stem verdwenen. 'Slaap wel.'
'Dankjewel,' zei Avery nog voordat hij wegvloog en ze keek Peter aan. Zwijgzaam stapten ze richting het huisje. Het interieur gaf Avery een naar gevoel. Het was alsof Tinkerbell in het niets was verdwenen, want overal lagen onafgemaakte projecten en gereedschap, alsof ze zomaar de deur uit was gelopen en niet meer is teruggekomen. Haar kast met kleding stond op een kier en haar bed was onopgemaakt. Het geluid van een lucifer die werd aangestoken klonk achter haar en een paar tellen later verlichtte het oranje licht van het haardvuur het huisje. Avery keek even om naar Peter. Hij zat gehurkt voor de haard en staarde naar de vlammen. Het was voor hem vast niet gemakkelijk om hier te zijn. Tinkerbell was tientallen jaren zijn beste vriendin geweest en plotseling was ze uit zijn leven gerukt. 'Gaat het wel?' vroeg ze voorzichtig.
Peter knikte. 'Maak je maar geen zorgen om mij, Avery. Binnenkort slaapt Tink weer in haar eigen bed.' Hij keek haar aan. 'Wil je nog wat eten?'
Ze schudde haar hoofd. 'Ik heb niet zo veel honger.' Ze keek weer om zich heen. 'Het voelt raar om in iemands huis te zijn die ik nooit heb gekend en op zo een verschrikkelijke manier is weggestolen.'
'Ik had al een vermoeden, maar maak je geen zorgen. Tink vindt het vast niet erg.'
Ze sloot de deur van haar kledingkast, waar ze een glimp opving van vele groene jurkjes en schoentjes met witte pompons. Ze wees naar Tinkerbells bedje. 'Mag ik?'
Hij knikte langzaam. Avery sloeg de dekens dicht en klopte de kussens op. Daarna ging ze op de rand van het matras zitten. Peter ging naast haar zitten en ze staarde in stilte om zich heen. Avery zuchtte en legde haar hoofd op zijn schouder. 'Het is zo triest. Het hele elvenkoninkrijk is in rouw om hun verloren vrienden en doodsbang voor een volgende aanval. Het is door hun doorzettingsvermogen en volharding dat ik het koninkrijkje in een enigszins normale state kan zien, maar je merkt bij elk van hen hun verdriet.'
'Ik weet het,' antwoordde Peter. Hij sloeg zijn arm om haar heen. 'Daarom ben ik een lange tijd niet teruggekomen. Maar dat kan ik nu goedmaken, dankzij jou.' Zijn hand wreef over haar arm en ze voelde warmte door haar lichaam vloeien, alsof het de kilte uit het hele huisje wegdrukte.
Zacht geklop klonk op het deurtje en deze schoof langzaam open. Terence stak zijn hoofd om het hoekje. 'Stoor ik?' Hij bloosde en Avery lachte. 'Nee, kom binnen.'
Terence hield zijn ogen strak op haar gericht, zonder ook maar een blik op de omgeving te werpen, terwijl hij het huisje binnen stapte en iets in haar handen drukte. 'Dit is nog extra Krimppoeder. Strooi het over je heen voor het slapengaan. Het zal jullie lang genoeg klein houden om de volgende middag te halen.'
Avery knikte dankbaar. 'Dank je, Terence.'
De jongen glimlachte en draaide zich toen om, terwijl hij een vluchtige blik wierp op de rommelige werktafel en met trieste ogen het huisje weer verliet.
Avery zuchtte. 'Dat bedoel ik dus. Arme Terence.'
'Tink had het altijd veel over Terence. Die twee waren erg aan elkaar gehecht.'
Avery gaf hem een duw en ging weer op het bed zitten. 'Dat is zo'n jongensding om te zeggen,' zuchtte ze. Hij had geen benul van de gevoelens die tussen die elfjes speelde, laat staan die van haar. Ze stopte haar hand in het zakje en strooide wat van het poeder over haar hoofd, alvorens ze de zak aan Peter toereikte. 'Zei ik iets verkeerds?' vroeg hij bezorgd, terwijl hij ook wat over zijn hoofd strooide.
Avery schudde haar hoofd. 'Nee, dat is het niet.' Ze glimlachte naar hem. 'Het was een intensieve, emotionele dag. Ik ben gewoon moe.'
Peter knikte. 'Ik vlieg nog even naar Fairy Mary. Ga jij maar vast slapen. Ik zal proberen je niet te wekken als ik terug kom.'
Avery keek Peter na terwijl hij naar de deur liep. 'Peter?' zei ze, 'je gaat niet op de grond slapen straks, toch?'
Hij keek grijnzend over zijn schouder. 'Niet als jij het niet erg vind.'
Ze schudde lachend haar hoofd. De deur klapte zachtjes achter hem dicht. Avery ging op het bedje liggen. Ze trok het dekentje over haar lichaam en staarde naar het plafond. Het knisperende vuurtje kalmeerde haar een beetje, maar ze wist niet of ze hier wel kon slapen. Ze voelde zich een indringer en wilde helemaal niet alleen zijn. Ze sloot haar ogen, probeerde te slapen. Ze wist niet hoeveel tijd voorbij was gevlogen toen het deurtje weer open ging en Peters schaduw over het haardvuur gleed, maar ze had nog geen moment geslapen. Het matras deukte in toen Peter naast haar ging liggen en heel even verstarde ze. Tot ze zijn ademhaling hoorde, de warmte van zijn lichaam dichtbij voelde en haar spieren zich ontspanden. Peter was bij haar. Ze was niet meer alleen. De slaap trok haar langzaam in zijn greep en ze strekte haar arm naar hem uit, kroop tegen Peter aan, zodat ze in zijn geborgenheid naar dromenland kon vertrekken.
JE LEEST
Happy Thoughts || Peter Pan (Nederlandse versie)
Fiksi PenggemarIn tegenstelling tot haar klasgenoten is Avery niet echt bezig met jongens, romantiek en mode. Haar telefoon bevat minder contacten dan er pennen in haar etui zitten. Haar klasgenoten kijken niet naar haar om en thuis is het eigenlijk hetzelfde verh...