Hoofdstuk 8

388 32 6
                                    

Ik strijk mijn sportshirt nog glad met mijn handpalmen, mijn handen glijden daarna nog kort door mijn haar heen, mezelf klaarmakende voor vanavond. Ik moet eerlijk toegeven dat deze dag erg langzaam leek te gaan. Telde de uren af, kon mezelf nergens toe zetten of me ergens op concentreren. Ik ben uiteindelijk maar achter de playstation gedoken, nog wat wins gepakt en nadat we hadden gegeten begon ik mezelf klaar te maken. "Ik had nog wat kleren van je uit de was gehaald Matt," Met opgetrokken wenkbrauwen draai ik mijn bovenlichaam om naar de deur waar mijn moeder met een stapeltje kleding binnen komt gelopen. "Goh, wat zie jij er goed uit." Merkt ze verbaasd op. Met een glimlach legt ze de kleding op mijn bed. "Moet je ergens heen? Je hebt toch geen training vandaag?" Vraagt ze, duidelijk verward over waarom ik in sportkleding voor de spiegel sta. Ik wend mijn ogen van haar af en kijk omlaag. "Nee ik- ik heb... Ik had wat afgesproken met een vriend." Zeg ik terwijl ik tegen mijn bureaustoel begin te leunen. "Gaan jullie voetballen?" Ik zucht en schud mijn hoofd geïrriteerd. Waarom bemoeit zij zich overal mee? "Nee, mam. We gaan tennissen." Het blijft stil. Geen antwoord, ze kijkt me enkel verbaasd en vol ongeloof aan. "Tennissen?" Herhaalt ze. Ik knik. "Ja, tennissen, mam. Maar ik moet nu gaan, anders ben ik te laat." Zeg ik. Ik heb eigenlijk nog ruim een half uur over voordat ik op mijn fiets zou moeten springen, maar ik wil hier nú weg.

"Ho, wacht even, Matthyas. Ik dacht dat jij daar helemaal niks mee had? Met wie ga je überhaupt?" Haar vingers grijpen in mijn schouders om me te weerhouden uit de deur te lopen. Ik rol mijn ogen terwijl ik met tegenzin blijf staan. Mijn rug tegen de deur gedrukt, maar mijn hand bij de klink om deze, wanneer ik de kans krijg, omlaag te drukken en de trap af te sprinten. "Heb ik ook niet, maar ik help Milo." Zeg ik snel. Dit lijkt nog meer vragen bij haar op te roepen. "Milo...? Oh! Daar hoorde ik Angelique gisteravond nog over." Oh god nee alsjeblieft niet. "Hij leerde je tennissen, hoorde ik? Jullie waren lang samen..." Ze grijnst en haalt haar wenkbrauwen op. Ik druk mezelf van de deur af en trek hem open. "Nee. Nee. Nee. Mam. Nee." Roep ik terwijl ik haar een duwtje geef. "Wat? Ik zeg toch niks?" Je hoeft niet altijd de exacte woorden uit te spreken om te begrijpen wat iemand bedoelt. Zin om dit aan haar uit te leggen heb ik niet, dus stap ik mijn kamer uit en ren ik de trap af naar beneden. Ik grijp mijn sleutels van een kastje, strik mijn veters en trek mijn sokken nog omhoog. "Veel plezier hè!" Hoor ik mijn moeder nog roepen van bovenaan de trap. Ik rol mijn ogen terwijl ik naar buiten loop en het stuur van mijn fiets vast pak.

De weg naar de tennisbaan voelt vertrouwd. De lucht is vol met de geur van vers gemaaid gras en bloemen. De weg is lang en recht, alleen op het einde staan er een paar bochten te wachten. Ik trap onbewust stevig door, genietend van de wind die door mijn haren gaat en mijn gedachten die voor even hun mond houden. Na een paar minuten fietsen laat ik mijn handen los van het stuur en hang ik lichtjes achterover terwijl mijn benen dezelfde cirkelende bewegingen herhalen. Er is niemand om me heen, af en toe een verdwaalde auto, maar daar blijft het ook bij. Ik fiets langs velden, waar de zonnebloemen mijn kant op draaien en de koeien in het gras grazen. Tot ik de molen in de verte zie, wat het teken is dat ik vlakbij de tennis ben.

Ik rijd mijn fiets in de daarvoor bedoelde stelling en zet hem op slot. Snel pak ik mijn telefoon erbij om de tijd te checken. Twintig minuutjes te vroeg, valt mee. Wanneer ik tevreden mijn mobiel weer wegsteek, valt het me pas op dat mijn fiets niet de enige is die in de stelling staat. Zou Milo er al zijn? Alweer? Zo vroeg? Ik frons en kijk op, glijd mijn ogen over de banen waar niemand te bekennen is. Het is stil op het park. Zachtjes wiegen de bomen heen en weer, en af en toe dwarrelt er een groen blad op het rode gravel. De enige geluiden komen van de vogels die hun vrolijke deuntjes fluiten. Mijn gedachten dwalen af, denkend over de afgelopen dagen en wat er nog gaat komen. Plots klinkt er een stem vlak achter me. "Zocht je me, hm?" De woorden snijden door de stilte heen en ik snak naar adem terwijl ik instinctief naar mijn zadel grijp en me omdraai. Milo staat me lachend aan te kijken, aan zijn houding te zien interesseert het hem weinig dat hij me zojuist bijna een hartaanval heeft gegeven. Nonchalant leunt hij tegen het clubhuis aan, zijn armen losjes over elkaar geslagen. Ik adem diep in en uit om van de schrik te bekomen, maar kijk hem daarna geïrriteerd aan. "Jezus Milo, wat de fuck." Roep ik terwijl ik me dit keer opgelucht tegen mijn zadel aan laat vallen en mijn ogen op mijn schoenen laat vallen.

"Jij zit wel vaak in gedachten," Zegt hij terwijl hij langzaam naar me toe beweegt. Ik hoor het aan hoe het zand op de tegels kraakt onder zijn voeten. Het duurt niet lang voor zijn schoenen in mijn gezichtsveld verschijnen. "hè, dromer?" Ik gniffel zacht van de bijnaam en kijk langzaam naar hem op. Mijn ogen volgen de lijn van zijn lichaam tot ze zijn gezicht bereiken. Als ik hem nog steeds met lichtelijke irritatie aankijk lijkt het eindelijk tot hem door te dringen. Hij praat opnieuw, dit keer is zijn stem zachter, serieuzer.
"Sorry, ik wilde je niet laten schrikken ofzo..." Zijn verontschuldiging klinkt oprecht, en ik voel mijn irritatie langzaam wegebben. Maar voordat ik zijn woorden volledig heb verwerkt of de kans heb gekregen iets terug te zeggen, zet hij nog een stap naar voren. Zijn nabijheid doet mijn ademhaling stokken, en ik voel mijn hartslag versnellen. "Kan ik het misschien met je goedmaken door je mee te nemen vanavond? Naar het café hier om de hoek?" Zijn lichte grijns doet mijn hart nog sneller slaan, en ik voel een glimlach op mijn lippen verschijnen. Milo heeft altijd een manier om dingen voor te stellen die moeilijk te weigeren zijn. Ik lik mijn lippen, mijn gedachten razen terwijl ik probeer te doen alsof ik er serieus over nadenk, hoewel mijn hart allang ja heeft gezegd.

Ik kijk kort van hem weg, mijn blik dwaalt over het park terwijl ik mijn hoofd rustig probeer te krijgen. Maar ik weet al wat mijn antwoord is. Dan draai ik mijn hoofd weer naar hem toe, mijn ogen ontmoeten de zijne. Zijn blauwe ogen kijken lichtjes op me neer, en ik voel hoe ik steeds verder onderuit zak op mijn zadel. "Hmhm," knik ik, mijn lippen openen zich om nog iets te zeggen, maar de woorden blijven hangen. Milo grinnikt zachtjes, zijn ogen twinkelen in de zon die langzaam maar zeker onder de horizon verdwijnt. Vervolgens draait hij zich met zijn rug naar me toe, en loopt hij richting de baan. "Kom, 'k zal je de backhand laten zien."

_____
A/n: Denk dat ik mezelf ook ff meeneem naar een of ander café als ik deze toetsweek heb overleefd om dat te vieren. Maar, positief: laatste toetsweek!!!🙏🏻

Match PointWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu