# 8 #

106 4 1
                                    

Yaris
Ik zat op één van de stoelen die voor het bureau stonden. Ik was in de werkkamer van Dorran. Het was een donkere kamer. Er zaten twee ramen in de muur. De muren waren donkergroen-achtig. Het burau was van donker hout. Ik was de naam even kwijt ervoor. Volgens mij heette het ebbenhout. Achter het bureau stond een grote boekenkast. Dorran was met iets bezig. Wat wist ik niet. Waarschijnlijk iets om me mee te nemen en verborgen te houden voor iedereen. Hij keek me aan, 'Yaris ik weet een cadeautje.'

Ik zuchtte, 'nou vertel.'

'Die ketting terug.'

Ik knikte, 'goed cadeautje. Nu nog 1099 andere wensen te gaan.'

Hij fronste, 'waarom?'

'Zoveel wensen heb ik nog voor u vervuld.'

'Dat hou je bij?'

Ik knikte, 'al sinds mijn vierde.'

Hij knikte, 'en waarmee doe je dat?'

'Een schriftje.' Oké ik kon dus nog steeds niet liegen.

'Waar ligt die?'

'Op dit moment of normaal gesproken?'

'Dit moment.'

'Onder mijn kussen.'

Hij knikte en stond op, 'dan gaan we die halen.'

'Waarom?'

'Ik wil wel eens zien wat je daarin opschrijft.' 

'Hoeveel wensen en wat u hebt gewenst. Zo dan hoeft u het niet meer te halen.'

'Yaris, we gaan het gewoon halen.'

Ik zuchtte en stond op. Hij liet me voorgaan naar mijn kamer. Daar bleef ik in het midden stilstaan. 'Pak dat schriftje' beval hij.

Ik schudde mijn hoofd, 'ik mag dan wel niet kunnen liegen maar ik gehoorzaam niet meer aan je!'

Hij zuchtte en liep naar het bed. Hij gooide het kussen aan de kant en pakte het schriftje. Hij bladerde er wat doorheen. Na een tijdje kwam hij bij de tekeningen die ik had gemaakt. Ik kon best mooi tekenen. Vooral rozen en zo. Hij bekeek het even en keek me toen aan, 'hoe kom je eraan?'

'Het schriftje gaf u me zelf omdat ik me verveelde in de koets.'

Hij knikte en liep naar de deur, 'kom.' 

Ik liep voor hem uit naar de werkkamer. Daar ging ik weer in de stoel zitten. Hij ging weer achter het bureau zitten. Hij pakte een potlood en gaf het aan me. Ook gaf hij het schriftje aan me. 'Ga maar tekenen' zei hij 'jij blijft vanaf nu bij mij in de buurt. O en Yaris ik wens een schild om het huis waardoor je jezelf niet weg kan toveren. '

Ik sloeg mijn ogen neer en deed wat hij zei.

Connor
We liepen door het bos. Alle soldaten liepen achter me en ik liep naast Levi en Rino. Rino en ik liepen stevig door. De rest was al een beetje moe. Na een tijdje zei ik: 'misschien moeten we even rusten.'

Meteen gingen meerdere soldaten zitten. Rino grinnikte, 'dat deed ik ook toen we op weg waren naar uw dorp.'

Ik glimlachte, 'dat geloof ik graag. Ik ben ook een volhouder.' 'Mijn ouders ook.'

Hij knikte, 'zijn ze gestorven door de brand?'

Ik knikte, 'ja. Mijn kinderjuf was bij me op dat moment. Zij heeft ervoor gezorgd dat de kroonprins werd gered. We dachten dat mijn zusje ook door de brand was omgekomen maar blijkbaar niet.'

Hij knikte.

'En hoe ken jij Yaris?'

'Ik werkte voor Dor. Maar ik wist niet dat hij Yaris had gestolen. En ik wist ook niet dat ze kon toveren. Totdat ze zes nieuwe soldaten moest toveren.'

Ik knikte, 'misschien kun je voor ons gaan spioneren. Dan hebben we een spion van binnen uit.' 

Hij schudde zijn hoofd, 'zodra ik de poort binnen stap zal Balint of zo me gevangen nemen en opsluiten.'

Ik knikte, 'helaas.'

Hij knikte. Ik keek Levi aan, 'we slaan hier ons kamp op.'

Hij knikte kort en liep weg.

Wishchild (herschreven)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu