bosbrand

16 0 0
                                    

  Bella pov

Ik keek dromerig uit het raam en liet het liedje op de wind liggen. Totdat, ondanks dat ik een mens was, al mijn zintuigen op volle alert schoten. De wind voelde het ook, en ik merkte dat ik niet alleen was.
'Ga helpen, ga ze helpen.'
De wind was weg en ik keek bezorgd uit het raam.

Emmett pov

We waren aan het jagen, toen ik een verukkelijke geur rook. Het was een dier, dus ik ging erop af. Ik had hem snel te pakken en was nog sneller klaar. Toen ik opeens zo uit het niets alert werd. Ik keek rond, maar zag niets aparts. Misschien was er iets met mijn familie. Ik was klaar en schoot richting mijn familie. Ik was halverwege toen ik een kogel langs zag schieten. Ik schrok en keek waar ie heen ging. Hij ging recht naar een pijpleiding toe. Toen ie hem raakte, onplofte hij. Ik maakte dat ik wegkwam, maar kennelijk zat er een bom in dat ding en opeens werd ik omgeven door een flinke bosbrand.
'.'
Dit was niet goed. Vampiers kunnen niet tegen vuur. Ik kon geen kant op, maar ik gaf het niet op. Er moest een manier zijn om hier weg te komen. Het waaide en een pad werd gecreëerd. Ondanks dat ik al gegeten had, ademde ik toch. Niet echt slim in een bosbrand. Hoe kon het zo hard branden met die koude grond? Ik rende zo snel ik kon het pad door.

Bella pov

'Ga helpen, help hem,' zei ik zacht en liet de woorden door de wind gedragen worden. Ik wist dat ze hun bestemming wel zouden bereiken. Charlie was bang voor emoties, dus ik wist dat ie niet kwam kijken.
'Red hem.'

Emmett pov

Het was raar, maar ik hoorde Bella in de wind. Maar ik wist dat ze thuis was. Nou j, thuis in het hotel, net buiten Forks. De brand breidde zich snel uit, maar dankzij Bella kon ik er uit komen en rende ik snel terug naar mijn familie.

Esmé pov

Ik was aan het eten, wanneer ik een enorme harde knal hoorde. Ik keek geschrokken op en zag een enorme vuurbal opstijgen van de plek waar Emmett aan het jagen was.
'Emmett!' schreeuwde ik en we renden erheen. We moesten stoppen vanwege de vlammen en de rook.
'Emmett!' riepen we. 'Emmett! Waar ben je?'
Overal hoorde ik mijn familie hoesten. Toen hoorden we Bella in de wind en ik zag dat Edward verscheurd keek.
'Bella leeft nog,' zei Alice.
We konden niet bij Emmett komen en daar werden we gek van.
'Emmett!' hoorde ik Rosalie roepen.
'Nee, niet doen!' riep ik hard.
'Help hem!' hoorden we Bella zeggen. 'Help hem, red hem.'
Alle bladeren vielen in één keer op de grond en een tussen de stille bladeren zagen we een lijn van bladeren die wel waaiden. We renden er doorheen en zagen Emmett naar ons toe komen. De olie ontplofte en we versnelden. Toen, na een kwartier rennen, hoorden we hem rennen richting ons. We renden nu op onze topsnelheid. Normaal konden we sneller, maar door de rook niet. Toen zagen we hem, maar hij rende door, hij stopte niet.
'Weg hier! Weg hier! De brand komt recht hierheen.'
We renden weg van de branden en toen we veilig waren, keken we naar de plek waar we net nog stonden. En toen vloog Rosalie hem om de nek.
'Ga nooit meer zo ver weg jagen. We waren je bijna kwijt.'
Ik zag een rots en ging er op zitten.
'Emmett? Wat is er?'
Ik zag Carlisle naar hem toe lopen en vragen of alles goed was.
'Last van de rook en de hitte van de vlammen,' zei Emmett tegen hem.
'Doet het pijn?'
'Nee, gewoon kriebels. Ik denk dat het snel genezen is en dat het daarom niet meer pijn doet.'
'Doe het deze week rustig aan, dan denk ik dat volgende week alles weer goed is.'
Plotseling schoot Edward weg.
'Laat hem maar. De klap is hard voor hem. Hij heeft even tijd nodig,' zei Alice, maar ik kon het niet en schoot hem achterna.
'Edward, wacht!'
Hij vertraagde z'n pas en ik ging naast hem rennen. En uiteindelijk stopte hij. Tot mijn grote verbazing hoorde ik hem flink hoesten. Ik pakte hem vast en wreef over z'n rug om hem te kalmeren. Toen keek hij me aan.
'Hé, alles goed?'
'Het gaat.'
'Rustig, de rook heeft veel effect op ons gehad.'
'Dat was geen gewone rook. Het was ook rook van een oliepijpleiding.'
'Je piept.'
'Ik wil gewoon naar Bella.'
Het waaide weer en dit keer wees de wind naar een meer. Perfect ovaal en prachtig rustig.
'Laten we de wind maar volgen, hè.'
'Ja.'
We renden rustig de wind achterna en toen we er waren, waaide de wind midden op het meer.

Emmet pov

Ik zat op de rots bij te komen en pakte Rosalies hand. Op dat moment wilde ik niks liever dan bij haar zijn. Toen we weer naar huis gingen, zag ik Carlisle bezorgd richting het bos kijken waar Esmé en Edward waren verdwenen. De rook kwam onze kant op en ik rende automatisch ervoor weg. Toen ik thuis kwam, rende ik naar de kamer van Rosalie en mij en plofte neer. Wat was olierook rotspul, zeg. Ik vroeg me af waarom Edward plotseling wegschoot. Zelfs al was de klap hard. Waarschijnlijk had hij gewoon schrik in het algemeen. Mijn ouders en broers en zussen en Rosalie waren niet gewend dat ik iets mankeerde na een gebeurtenis, en het was altijd ook goed gegaan. Tot vandaag.
Ik hoorde Rosalie naar boven en binnen komen. Ik wilde haar niet bezorgd maken, dus ging ik recht op op het bed zitten. Ik had pech, ze had me door.
'Het is goed, je hoeft je niet groot te houden. We moeten jou helpen nu, in plaats van andersom.'
Ze glimlachte.
'Hoe gaat het nu?'
'Kun je me geloven als ik zeg dat ik moe ben?'
'Na alles, ja. Je moet de komende week rustig aan doen. Dan ben je volgende week weer beter. Ik zal even bloed halen, je hebt niet genoeg.'
Ze ging weg en ik ging beneden op de bank zitten.
'Hoe kan het dat die rook zoveel effect op ons heeft?'
'Omdat er oliedeeltjes in zitten. Dat moet slijten.'
'Hoe is het met Edward? En waar is ie?'
'Die komt wel weer terug als alles goed is. Esmé is bij hem. Alles komt goed. Rustig.'
Ik zuchtte.

Esmé pov

'Ik denk dat we het meer in moeten.'
'Daar lijkt het wel op.'
'Maar ik heb geen zwemkleding bij me.'
'Ik denk dat we er gewoon in moeten springen.'
'Oké, maar dan ga ik straks wel douchen.'
We sprongen erin en zwommen naar de wind toe. het hele meer lichtte op. Hij had het met ademen al moeilijk, maar nu leek het nog moeilijker te worden. Hij kreeg nu echt geen lucht meer.
'Kijk me aan. Kijk alleen naar mij, vergeet de rest.'
We werden omgeven door licht en het rees tot een toppunt. Edward lag slap tegen me aan met zijn ogen dicht. En hij ademde zachtjes maar helder. Ik nam hem in mijn armen en zwom naar de kant. De maan was weg en het was donker. Het was weer een gewoon meer. Toen ik op de kant kwam, nam ik hem steviger in mijn armen en rende recht naar huis.  

volcano disaster een jaar later. Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu