weer naar huis.

15 0 0
                                    

Esmé pov

Toen we thuis aankwamen, sprong ik door het raam en legde hem op bed. Ik ging gelijk Carlisle zoeken. Ik vond hem bij Emmett.
'Hoe is het met je?'
'Het gaat nu een stuk beter.'
'Wat is er?' vroeg Rosalie, ze moest mijn bezorgde blik gezien hebben. Ik zuchtte.
'Emmett is niet de enige die ziek is door die explosie.'
'Wie dan nog meer?'
'Edward. Het is nu een stuk beter al, maar een paar minuten geleden was het echt heel slecht.'
'Ik kom eraan,' zei Carlisle toen.
'Oké.'
Ik liep weer terug. Ik zag dat Edward net z'n ogen open deed toen ik binnenkwam. He. Ik ging op zijn bed zitten en hij keek me aan.
'Jij voelt je een stuk beter nu, of niet?'
'Ja, mijn ademhaling is nu weer bijna helemaal goed. Nadat Carlisle is geweest, wil je dan Bella bellen? Ik wil haar nu zo graag zien.'
'Oké, zal ik doen.'
Ik belde Bella op nadat Carlisle was geweest en bracht haar naar hem toe. Hij omhelsde haar gelijk hevig en ik liet hen alleen.

Bella pov

Esmé leidde me naar Edwards kamer en hij omhelsde me gelijk. Ik hoorde Esme weggaan en sloot mijn armen ook om hem heen.
'Alles goed?'
'Ja, nu wel weer.'
'Heb je mijn berichtje gehoord? Of die van mijn gasten, moet ik zeggen?'
'Ja.'
'Hoe is het met Emmett?'
'Het komt wel goed.'
'Het is de eerste keer dat hij is getroffen door iets.'
'Ja.'
Ik lag inmiddels met mijn hoofd op Edwards borst.
'Hoe wist je het?'
'Ik kreeg hulp van boven.'
'Oh.'
'Ze vroegen aan me of ze mochten helpen, ik weet dat jullie niet bijgelovig zijn...'
'Maar je wilde helpen,' vulde Edward aan.
'Ja.'
'Wat of wie zou zoiets doen?'
'Geen idee, maar het had niet veel geschild of...'
Ik trok hem stevig tegen me aan.
'Alles is goed. Met jullie allebei. Hij was niet vaak zo bang geweest, of geschrokken. Ik zal hem de komende tijd een beetje met rust laten. Ik vraag later wel hoe het gaat.'
'Oké.'
'Alles is goed met hem, je hoeft niet meer bang te zijn.'
We omhelsden elkaar en zeiden niks meer. We lagen zo uren en ik merkte dat ie zich ontspande. Ik keek op.
'Je bent nu veel rustiger.'
'Bedank hen maar, Bella.'
'Zal ik doen.'
Het waaide.'
'Bella?'
'Ik ben het niet, eerlijk.'
We keken elkaar aan en zagen hetzelfde in elkaars ogen. Een mooi veld. Ons weiland. Het was net lente en er blies bloesem overal om ons heen. We waren goddank nog steeds verliefd en dansten in de wind. Ik liet het gevoel heersen, ondanks dat het niet mij beelden waren. Het stopte en we keken gewoon elkaar aan.
'Het lijkt erop dat we het herstel van onze weide nog mee gaan maken, meisje.'
'Ja.'
Toen omhelsde ik hem.
'Bella? Wat is er?'
Ik zei niks.
'Hé, hé, wat is er?'
Ik hoorde Alice binnenkomen en keek op.
'Mag ik binnenkomen?'
Ik keek naar Edward. Hij knikte. Ze kwam binnen en ging bij ons op bed zitten. Ik ging rechtop zitten. Alice en ik keken elkaar even aan en ik schudde mijn hoofd licht.
'Wat is er, Bella?'
'Niks.'
'Hoe voel je je?'
'Wie van ons?'
Ze lachte en Edward en ik ook.
'Edward.'
'Goed, al is mijn adem nog niet goed.'
'Dat komt nog wel. Hoe kwam het dat je zo veel rook binnen kreeg?'
'Ik ademde te dicht bij de rook.'
'Dat moet je niet meer doen. Niet meer praten, dan maak je het erger. Sssh.'
Ik hoefde Carlisle niet te roepen, hij hoorde het en kwam gelijk kijken.
'Wat is er gebeurd?'
'We zaten te praten. Ik ga wel naar huis, hij heeft rust nodig.'
Ik keek Edward nog even aan en vetrok toen. Ik rende zowat het huis uit. Alice kwam me al achterna. Ik stapte in mijn auto en sloot de deur. Ik kon niet rijden, daar was ik te hard geschrokken door. Alice trok me dicht tegen zich aan.
'Ik moet naar huis toe. Hij mag nu niet praten, dan wordt het erger.'
'Nee, nee, hij vond het fijner dat je er was. Weet je nog hoe hij reageerde toen je er was?'
Ik knikte.
'Hij vond het fijn.'
'Precies.'
'Jullie waren beiden heel emotioneel.'
'Ja.'
'Zo gauw Carlisle het zegt, dan mag je weer naar hem toe.'
'Wat moeten die mannen hier? In forks? wat heeft de stad ze gedaan?'
'Dit zijn andere tijden, Bella. Door die vulkaan is er bijna niks meer te eten en dan doen mensen rare dingen.'
Ze trok me dicht tegen zich aan en hield me vast totdat ik rustig was.
'Alles komt nu heftiger aan of niet?'
'Ja.'
'Kom, ik breng je naar huis.'
'Oké.'
Ze reed me naar huis en ik stapte uit.
'Bedankt.'
'Graag gedaan, meid.'
'Doeg.'
'Doeg, meid.'
Ik zwaaide en liep naar binnen en naar boven. Wat ik er nu niet voor over zou hebben om Jake hier te hebben. Maar ik bedacht me dat ik hem liever ver weg had nu met die mannen in de buurt. Ik kon me nergens op concentreren en bleef maar uit het raam kijken. De volgende dag ging ik bezorgd en droef naar school.

volcano disaster een jaar later. Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu