volcanische winter

45 1 0
                                    

Bella pov
Het was zomer en bitterkoud. We lagen op bed en ik rilde over mijn hele lichaam. Het raam was dicht en al mijn donsdekens lagen op mijn bed. Edward lag naast me en keek me al maanden bezorgd aan. Ik was al een paar keer ziek geworden door de kou. Mijn huis was nu helemaal hersteld, inclusief de scheur in mijn muur achter mijn bed. 'Er is niks wat je kan doen, lieverd. We moeten het gewoon uitrillen. De druk is van de ketel en met de jaren moet het beter worden.' 'Je hebt het altijd koud.' 'Iedereen heeft het nu koud. We moeten morgen weer naar school.' 'Ik weet het.' 'Gelukkig hebben we geen gym nu, vanwege dat het averrechts werkt.' 'Dat is waar.' Ik viel in slaap. Ik sliep altijd eerder nu ik het zo koud had. De volgende ochtend gingen we naar school. We probeerden het beste ervan te maken.

Dat weekend ging Edward met Emmett en Alice kijken voor een nieuwe auto aangezien die van hem was ontploft. Ik was mega benieuwd. Ik had niks met auto's tot ik Edward ontmoette. Ik stond gewoon te trippelen om hem te zien. Het duurde nog het hele weekend, en door mijn nieuwsgierigheid duurde het alleen maar langer. Ik keek naar buiten en zuchtte. Ik had nooit van sneeuw gehouden, en nu ook niet. Een tijdje is leuk, maar dit duurde te lang. Zelfs in Italië en Europa lag sneeuw. Ondanks dat ik de volturi niet mocht, vroeg ik me wel af hoe zij hiermee omgingen. Ik niesde. Uhg fijn, verkouden. Alsof Edward nog niet bezorgd genoeg was. Ik deed een extra vest aan en ging maar huiswerk maken. Ik wilde de verwarming hoger zetten, toen een vreselijke windvlaag langs het raam blies. Een flinke sneeuwstorm deed forks schudden. Ik zuchtte. Het was de zoveelste deze maand. Soms vroeg ik me af of Edward en de Cullens er echt doorheen konden kijken. Ik zag niks.

Ik hoorde de bel en rende naar beneden. 'Kom gauw binnen,' zei ik tegen Edward en Alice. 'Die kwam letterlijk uit het niets he. Zelfs voor mij,' zei Alice zacht. 'Wow. Zien jullie er echt doorheen? Zelfs als vampieren lijkt me dat knap moeilijk.' 'Ja, Bella.' 'Wauw, knap, en ik dacht dat ik alles wel geleerd had.' 'Er is nog heel veel dat je nog moet leren, Bella.' 'Kennelijk.' 'Dat komt met tijd wel.' Zeker.' We gingen op de bank in de woonkamer zitten. 'Oh, wacht even, ik was met huiswerk bezig. Even opruimen, dan ga ik vanavond wel verder.' 'Oké.' Ik rende naar boven en ruimde op. Toen ging ik weer naar beneden en ging naast Edward zitten, maar hij leunde van me weg. 'Wat is er?' 'De kou.' 'Ja, wat is daarmee?' Er stond plotseling iemand voor me en die had het ook koud. Ik schrok me rot en hapte naar adem. Het was de man die ik dood gevonden had. 'Bella, wat is er?' Angst stond breed in mijn ogen. 'Bella?' Hij had het koud. Hij rilde over z'n hele lichaam. 'Bella!' 'Zelfs de geesten hebben het koud.' 'Wie bedoel je?' 'De man die ik dood heb gevonden.'

Toen kwam er een vlaag zo koud dat zelfs Alice en Edward het koud hadden. 'Wat is dat? Deze sneeuwstorm is geen gewone.' Ik zette de verwarming hoger en kroop dicht tegen Edward aan. Ik bleef tegen hem aanzitten en hield een hand uitgestrekt naar Alice. Na een tijdje ontspanden we allemnaal. 'Je bent veel warmer nu.' 'Inderdaad.' 'Hoe komt dat?' 'Waarschijnlijk door mij, sorry.' 'Nee, het is fijn.' 'Maar niet goed voor jullie.' Een nieuwe aardbeving deed de grond schudden. 'Dat kan niet, de vulkaan is uitgebarsten.' Kennelijk was mijn huis heel zwak, want het dak begaf het alweer, en dit keer hadden we minder geluk. 'Bella, waar ben je?' Zelfs door al het stof heen hoorde ik Edward hoesten. 'H...i...e...r...' kraakte ik. 'Bella?' Ik kon niks doen.

Omdat het dak nog heel was, kwamen er geen sneeuwvlokken binnen. Ik tilde zachtjes mijn hand op en sloeg zwak tegen een stuk muur. Ze vonden me. 'Bella!' Ik wilde iets zeggen, maar kon mijn stem niet vinden. 'Niet praten, dat kost te veel energie.' Ik deed het toch. 'Ik houd van ... jullie.' 'Sssh.' Ik begon weg te vallen. 'Sterk zijn, Bella!' zei Alice. Ik keek haar aan en zei: 'Dank je.' Toen viel ik weg. Ik dreef. Ik stond op wolken, letterlijk, en mijn oma en opa waren bij me. 'Mijn meisje toch. Je kunt hier niet blijven. Je moet terug.' 'Hoezo? Mijn lichaam is weg, ik hoor hier.' 'Kijk eens naar beneden, meisje.' Ik keek en zag Alice en Edward zitten, bij mijn lichaam. Tranen schoten in mijn ogen. Ik zou ze nooit meer zien.

Ik ging terug, maar als geest zijnde. 'Alice, Edward,' fluisterde ik. Ze zagen me niet. Ik liep naar hen toe en pakte hun handen vast. Ze keken op met verdrietige ogen. 'Je auto is prachtig. Geniet ervan.' 'Bel Carlisle! Nu!' Alice belde. Ik hoorde dat ze in paniek was. Ze tilde me op en braken een stuk hout af. Ik ging met hen mee, ik wilde bij hen blijven. Toen we aankwamen, bleef ik buiten. Ik wist de conclusie al. Ik zweefde weer weg. Ik zag Edward het bos in rennen. Ik ging hem achterna. Mijn adem stokte en ik werd bang. Hij stopte. 'Bella?' Hij kon me niet zien, maar wel voelen. 'Waarom ben je bang, meisje?' 'Je mag niet opgeven, mijn lieve jongen. Je hebt nog een prachtig leven voor je.' Toen zag ik zijn ouders. 'Je ouders zijn hier. Ze willen dat je hier op aarde blijft. Blijf leven voor mij.' Hij ging op een rots zitten en legde zijn hoofd in zijn handen. Ik ging naast hem zitten en sloeg mijn armen om hem heen. 'Ik weet hoeveel pijn het doet. Het werd erger.' 'Ssssh. Het komt wel goed.' 'Edward!' hoorde ik Alice roepen. Ik voelde dat er aan me getrokken werd, en mijn hart sloeg weer. Ik leefde nog!

Mijn adem kwam in schokken, maar ik leefde nog. Ik voelde een koude hand en ik wist dat het Edwards hand was. Ik opende mijn ogen en zag Edward naast me zitten, maar ik kon niet praten. Er zat een buis van plastic in mijn mond. 'Niet doen, je hebt je zuurstof hard nodig.' Ik praatte toen maar met mijn ogen en tranen stroomden langs mijn wangen. 'Sssh, het is goed.' Mijn ogen zeiden: 'Waarom?' 'Dat weet je toch? Ik wil niet leven zonder jou.' Heel zacht schudde ik mijn hoofd, en ik sliep weer. Toen ik wakker werd, had ik veel pijn in mijn buik, en ik voelde me heel warm. Ik voelde een koude hand op mijn hoofd en deed mijn ogen open. Het was Edward. De buis was uit mijn mond, en heel voorzichtig zei ik: 'Hai, lieverd.' 'Bella.' Hij kuste me op mijn wang, omdat mijn luchtwegen nog zwak waren. Ik legde mijn hand op z'n rug en hij leunde tegen me aan. 'Godzijdank, je leeft nog.' Ik pakte met mijn andere hand de zijne vast en hij keek ernaar. 'Bedank Carlisle voor me. Hij is geweldig.' 'Zal ik doen.' 'Dank je.'

Een minuut later stond ie in de kamer. 'Had je me gehoord?' 'Ja.' 'Oh, en ik was stil.' 'Wat was er gebeurd, Bella?' 'Op de een of andere rare manier kwam er een nieuwe aardbeving en mijn huis hield het niet meer en boem krak. Ik heb het warm.' Hij voelde. 'Inderdaad, je bent een beetje warm.' 'Is het een infectie?' 'Misschien. Dan weet ik zo niet. We moeten tests doen. We moeten bloed afnemen en dan naar de witte bloedcellen kijken. Als die te hoog zijn, krijgt ze antibiotica.' 'Oké. Volhouden, meisje.' Ik viel dieper weg. Toen ik weer wakker werd, zag ik dat er een slangetje in mijn arm zat. 'He. he. Is dit voor de infectie?' 'Ja.'

Ik keek naar buiten en de sneeuw viel nog steeds. 'Niet naar buiten kijken, dan maak je het erger.' Hij had gelijk. Ik keek in plaats daarvan naar hem, en legde mijn hand op z'n wang. 'Sorry dat ik je liet schrikken, en Alice.' Hij sloeg zijn armen voorzichtig om me heen en ik bij hem. 'Sssh, alles is goed nu. Er zal me niks meer gebeuren.' We hoorden Charlie binnen komen en Edward ging even een "dutje" doen.

volcano disaster een jaar later. Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu