15: Natte achtervolging

39 1 0
                                    


Het is alsof de bodem uit mijn maag valt. Sara een vriendin van dát mens? En daarom... "Ik wilde je eerst alleen maar kwellen. Ik gaf je de gave die je nu hebt, en hoopte dat jij zou doormaken wat ik had doorgemaakt. Maar helaas bloemenvaas, jij hield het wel geheim en hitste zo mijn woede op. Nu zul je boeten!" Ze komt op me af en slaat me hard in mijn gezicht, maar ik geef geen kik. Ik heb genoeg aan mijn hoofd. En erin. Engel-Sara staat voor me. "Je weet wat je moet doen!" Ik knijp mijn ogen dicht en schud mijn hoofd heen en weer om het nare beeld kwijt te raken. Ik voel dat ik weer geslagen word en het monster schreeuwt gefrustreerd omdat ik niet op de pijn reageer. "Je weet wat je moet doen!" Ik zet me af en rol van de stoel. Ik hoor glasgerinkel en open mijn ogen. Ik heb in mijn val een raam gebroken. Ik snijd mijn boeien los met een scherf en zie dan dat de enge vrouw door de scherven is geraakt. In haar keel. Ik heb 't weer gedaan. Maar dit keer heb ik er geen spijt van.

Ik raap een scherf op en snijd Warrens boeien los. Daarna springen we door het raam naar buiten. Ik hoor binnen geschreeuw terwijl we door het weiland rennen. Naast ons stroomt de rivier. "Kun je hard zwemmen?" vraag ik aan Warren. Ik weet dat als ik de rivier volg, dat ik dan vanzelf weer bij Warrens huis uit moet komen. "Jawel, maar niet stroomopwaarts." Ai. Maar er is een oplossing. "Klim op mijn rug!" Warren klimt op mijn rug. Ik spring in de rivier en zwem op topsnelheid tegen de stroom in. Waarschijnlijk moet ik nog een paar kilometer. Ik hoor pistoolschoten. Ik kijk opzij en zie de Ferrari rijden. Die is natuurlijk even snel als ik. In de Ferrari zitten drie mannen. Bart zit aan het stuur en twee mannen die ik niet ken schieten op me. Ze hebben leren jassen aan (zeker het bende-uniform) en ze zijn duidelijk een tweeling. Ze hebben bruin haar en te lange gezichten om mooi te zijn. Ik zet er maar weer een vaart achter, want ik wil niet doodgeschoten worden. Ik hoor de kogels over mijn hoofd fluiten. "Adem inhouden!" roep ik tegen Warren, en duik dan onder. De kogels worden door het water afgeremd en zijn niet meer dodelijk. Bovendien ben ik onder water nog sneller! Ik zwem als de bliksem door en soms tikken de zinkende kogels zacht tegen mijn armen, maar ze zijn niet gevaarlijk onder de golven. Ik voel nu dat mijn adem opraakt. Warren trekt mijn rug naar boven. Er zit niets anders op. Ik zwem naar boven en snak naar adem. Boven mij doet Warren hetzelfde. We zijn de Ferrari kwijt, en in een rustiger tempo zwem ik de laatste kilometer naar Warrens huis.


De dodelijke gaveWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu