16: Leven of dood

37 1 0
                                    


Warren en ik zitten op de bank uit te blazen van de heftige achtervolging. "Myrthe." zegt Warren. Ik kijk hem aan. Zijn gezicht staat ongewoon serieus. "Ik moet je iets vertellen." Ik zeg niets, want hij zou vertellen en ik niet. "De afgelopen dagen waren... eh... nogal heftig. En we hebben veel meegemaakt." "Ja?" vraag ik. Ik vraag me oprecht af waar dit heen gaat. "Ik ben... zeg maar... jij... Ik bedoel..." hij bloost en schuifelt met zijn voeten. "Ik vroeg me af of..." "Ik hou ook van jou." onderbreek ik het gestotter. Hij kijkt verbaasd op. "Echt?" "Echt." Hij grijnst en ik grijns terug. Halleluja! Ik heb eindelijk een vriendje! Warren het Waanzinnige Wonder. Onze gezichten gaan als vanzelf naar elkaar toe. Mijn eerste echte zoen... PANG! Een kogel suist tussen ons door en slaat de tv aan scherven. We kijken verschrikt uit het raam. De bende staat in de tuin.

Ik pak Warrens hand en we rennen van de keldertrap. Als ik in de kelder kom, schrik ik even. Het is er een enorme ravage. Alles is kapot geslagen en er zitten bloedsporen aan de rand van onze valkuil. Warren trekt me mee naar de donkere grotgang. Ik hoor geschreeuw en gestommel op de begane grond. Nog even en ze komen van de trap. Ik pak een nieuw stuk wrakhout en zet dat voor een gat in de muur, voor een nieuw dwaalspoor. Daarna rennen we door de grot. Links, rechts. Goudaders. Toch makkelijk als je de weg al weet. We komen bij de deur. Deurtje open, deurtje dicht. Engel-Sara in de grot.

Ja, je leest het goed. Engel-Sara staat midden in de grot en kijkt me streng aan. Ik blijf stokstijf stilstaan en kijk bang naar de enge gedaante. "Je hebt me laten sterven!" Ik begin te trillen. Waarom moet iedereen zich op hetzelfde moment tegen me keren? "Myrthe, wat je ziet is niet echt!" zegt Warren, maar zijn stem klinkt van ver.  "Je weet wat je moet doen!" zegt Sara. "Nee, dat weet ik helemaal niet!" roep ik bang uit. Sara steekt haar handen uit naar mij. Ik wil terugdeinzen, maar ik sta al tegen de muur. Een vinger met een lange nagel wijst in de richting van mijn hand. "Je weet wat je moet doen." "Myrthe, dit is niet echt. Kom mee, straks worden we gepakt..." "Je hebt me laten sterven!" Nagels krassen over mijn hand. "Je weet wat je moet doen." En opeens weet ik écht wat ik moet doen. Ik loop naar Sara toe, de echte, die dood is. Ik leg mijn hand op haar hart en concentreer me...


De dodelijke gaveWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu