Hoofdstuk 12

20 4 0
                                    

'Aiden.' Van ver weg hoor ik iemand mijn naam roepen. Twee handen nemen voorzichtig mijn schouders vast en schudden me zachtjes heen en weer. Langzaam en met veel moeite open ik mijn ogen. Twee heldere licht blauwe ogen kijken me bezorgt en trots aan.

Vermoeid wrijf ik in mijn ogen. 'Wa...waar ben ik. Wat is er gebeurt?' Geeuwend kijk ik Jazz aan.

Haar ogen sperren zich open van verbazing. 'Weet je dat dan niet,' vroeg ze en ze kijkt naar Rylan die achter haar opduikt. Zijn ogen kijken me aan en voor het eerst dat ik hem ken zie ik er trots en bezorgdheid in door glinsteren.

'Nee, niet echt.' Vermoeid en verward kijk ik haar aan. Met al mijn macht probeer ik mijn geheugen terug op te helderen, maar mijn geheugen doet niet echt zijn best om mee te werken. Zo vermoeid ben ik. Zelfs mijn hersenen willen al niet meer meewerken. Wanhopig schud ik met mijn hoofd en kijk Jazz met grote ogen aan. 'Ik weet het echt niet meer.'

Ze haalt glimlachend haar hand door mijn bezweet haar. 'Je bent gewonnen. Je bent eerstes.'

Nadat ze die woorden heeft gezegd kijk ik om me heen. Ik zie de piste waar ik, ik weet niet hoe lang, heb zitten op lopen. Een beetje verderop van de piste zie ik de jongen met de zwarte haren kil naar me kijken. Hij steekt zijn middelvinger op en draait zich weg. Ik glimlach. Eerste. Ik ben eerste geworden. Het klinkt gewoon geweldig in mijn oren.

'Ben ik echt eerste,' vroeg ik vragen en kijk de twee aan, die hevig beginnen te knikken.

'Ja, je bent eerstes Aiden,' zei Rylan en hij glimlacht naar me. Met grote ogen kijk ik hem aan. Voor het eerst heeft hij mijn naam gezegd in plaats van mens. Deze dag word nog beter en beter.

'Dit is gewoon geweldig. Ik heb er zelfs geen woorden,' mompel ik en kijk nog steeds vol ontzag naar mijn handen.

'Ja, ik weet ook niet hou je het hebt gedaan,' stemt Rylan in. 'Op een gegeven moment stond je op het punt om het op te geven van vermoeidheid, maar ineens bruisten je terug vol energie en je spurten er vandoor. Owen had geen andere keuze dan je te volgen, maar hij was al te moe om je bij te houden en verloor.'

'Heet de jongen met zijn zwarte haar Owen?' Ik blik even naar de jongen in de verte, die me vijandig aankijkt, toen hij ziet dat ik terug kijk draait hij zich vlug om.

'Ja, die nietsnut die denkt dat hij alles is en alles kan,' sist Rylan.

Zijn zus zucht afkeurend. 'Rylan, zo slecht is Owen nu ook weer niet. Hij valt best mee als je hem beter kent.'

Rylan lachte, maar het is humorloos. 'Ja, dat zal wel. Bij jou doet hij altijd aardig omdat die viezerik een oogje op je heeft, meer niet. Ik moet die gast totaal niet. Hij wilt gewoon dat jij op hem valt.'

Jazz staat ineens brut overeind en zet haar handen opstandig op haar heupen. Haar ogen boren zich woedend in die van haar broer. Ben ik nu blij dat ik dat niet heb gezegd tegen haar. 'Zeg, dat nu nog is broertje van me.' Haar stem druipt van ingehouden woede. Rylan zegt niks, maar kijkt haar enkel aan. 'Dat dacht ik al. Ik zie totaal niks in Owen, maar ik behandel hem niet als een stuk vuil als jij.'

Rylan haalt zijn schoudersop. 'Maar jij hebt niet gezien wat dat stuk vuil bij Aiden heeft gedaan, maar wat ik wel heb gezien.'

Heeft hij echt gezien dat hij me ruw weg duwde zodat ik mijn been pijnlijk verzwikte om mijn evenwicht te kunnen houden.

'Nee. Wat heeft hij gedaan?' Ze kijkt me bezorgt aan.

'Euh... hij heeft mij tijdens de test hard opzij geduwd zodat ik bijna verloor,' antwoord ik.

'Heb je je pijn gedaan?' Ze kijkt veel betekend naar mijn voet.

Ik wil eerst een beetje liegen, maar toen ik naar Rylan kijk. Besluit ik maar om de waarheid te zeggen. 'Ja, het deed pijn. Ik heb mijn rechterbeen erbij verzwikt toen ik mijn evenwicht probeerde te bewaren, maar het gaat enkel maar een beetje dik worden, meer niet.'

Zonder er iets op te zeggen of me te waarschuwen wat ze gaat doen. Gaat ze op haar achterwerk zitten en rolt mijn broek omhoog zodat mijn gewonde been, dat bijna genezen is, tevoorschijn komt. Het witte verband steekt fel af tegen mijn bruine huid. Voorzichtig trekt ze het verband van mijn been af.

Ik krimp een beetje ineen toen een pijnscheut door mijn been snelt. Ik klem mijn kaken opeen.

'Jazz? Je doet hem pijn,' zei haar broer, maar zijn zus antwoord niet. Woedend kijkt Rylan naar het achterhoofd van zijn zus.

In plaats van op zijn vraag te antwoorden zegt ze enkel.' Heb jij een proper doekje,' vroeg ze.

'Euh...ja,' zei Rylan een beetje van zijn lootje geslagen door de vraag. Hij begint in zijn zakken te rommelen totdat hij heeft gevonden wat hij zoekt. 'Hier.' Hij overhandigt het aan zijn zus, die het uit zijn handen grist.

Ik probeer naar mijn been te kijken, maar Jazz hangt ervoor met haar haar. Ik wil iets zeggen toen er ineens een felle pijnscheut door me heen gaat. Ik schreeuw het uit. Mijn vingers graven zich in het zand onder me. De pijn neemt langzaam aan terug af.

'Wa...wat doe je,' vroeg ik hijgend. 'Je doet me piiijjjnnn.' Ik kan mijn zin nog niet eens te goeie afmaken of een volgende ferme pijnscheut snelt door me heen. Weer schreeuw ik het uit. Ik probeer mijn been weg te trekken, maar Jazz houd het te stevig vast. Met mijn handen probeer ik haar weg te duwen. Ze valt van mijn been, maar voordat ik mijn been kan terugtrekken zit ze er al weer terug op.

Wat kan die meid snel bewegen, zeg. Een beetje te snel.

'Houd hem vast,' riep ze naar haar broer, die nog steeds naast haar staat. Toen ze ziet dat hij blijft staan. Werd haar stem luider en dieper. 'Nu,' beveelt ze hem. Zonder iets te zeggen doet hij wat er van hem gevraagd word. Hij gaat schrijlings over mijn borstkas zitten en houd mijn polsen met een ijzeren greep vast. Ik kan geen kant meer uit.

Weer snelt er een pijnscheut door me heen, toen ze met haar doekje over mijn wond wrijft. Ik schreeuw de longen uit mijn lijf. Pijn giert door me heen. Kronkelend probeer ik onder Rylan vandaan te komen, maar tevergeefs. Hij is te zwaar en te sterk.

Na een tijdje heb ik geen energie meer over om te schreeuwen en komt er slechts nog zacht gekreun uit mijn mond. Mijn bewustzijn hangt aan een zijden draadje.

Rylan die boven op me zit word soms wazig en dan weer scherp. Zijn gezicht staat bezorgt.

'Aiden, blijf bij ons. Blijf wakker,' zei hij tegen me, daarna draait hij zijn hoofd om naar zijn zus. 'Ben je bijna klaar? Hij houd het niet lang meer uit.'

'Ben bijna klaar,' riep ze terug. Haar stem klinkt benepen.

Weer snelt er een scherpe pijn door mijn been. Een zachte kreun verlaat mijn mond. Zwarte vlekken dansen voor mijn ogen. Benemen me het zicht.

'Stop,' fluister ik moeizaam. 'Stop, alstublieft.' Maar in plaats dat ze stopt duwt ze nog een keer in mijn wond, de laatste keer. Maar ik schreeuw het uit en het duister slokt me op. Bewusteloos lig ik slap onder Rylan.


CoyonWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu