De volgende dag gingen de rangers al vroeg naar het vliegveld. Ze zouden het eerste de beste vliegtuig naar Engeland nemen vanwaar ze met de trein naar zweinsveld zouden gaan. Iedereen was een beetje ongeduldig maar zodra ze in het vliegtuig zaten hield dat op voor de meeste. Alleen Jordy was nog nerveuzer dan anders. Hij had namelijk vlieg-angst maar hij liet dan zo min mogelijk merken.
In Engeland was het erg mistig die ochtend. Vooral toen ze in de trein naar buiten keken en de grote weilanden zagen. Daar was het erg mistig, ze hadden amper 10 meter zicht. Ze zaten allemaal in dezelfde kabine en keken elkaar aan zonder iets te zeggen. 'Nou, we zijn er bijna' zei Tom op een gegeven moment om de stilte te onderbreken. 'Wat kunnen we verwachten?' vroeg hij aan Jordy. Deze legde rustig het boek neer waar hij in zat te lezen. 'Nou, we kunnen van alles verwachten maar verder heb ik geen idee'. Iedereen zuchtte. Het zat hen niet lekker dat ze niet wisten wat ze konden verwachten.
Het dorp was erg oud maar nog vollop in bedrijf. Er waren meerdere kroegen en winkels maar het vreemdste waren de mensen. Ze waren gekleed in mantels. De rangers hadden al vaker gekke dingen gezien dus ze waren niet heel erg verbaasd. Ze liepen snel door het dorp om bij een berg te komen. Aan de voet van de berg was er een grot. Dit was de grot die de rangers moesten hebben. Ze gingen naar binnen zonder te weten welke vallen en testen hen nog te wachten stonden.