H.22

460 36 9
                                    

Drie dagen later:

Sophie pov.

Grommend probeer ik weg te komen maar Seff grijpt mijn arm vast. 'Hier blijven, jij. Er is shit die ik je moet vertellen en uitleggen.' 'Maar ik wil het niet horen! Ik wil naar huis! Ik wil naar mijn vader.' 'Hij is je vader niet!' 'Voor mij wel!' Ga ik er boos tegen in. 'Als onze echte vader dit toch eens zou horen...' mompelt Seff hoofdschuddend terwijl hij me ruw naar zich toe trekt. 'Ik ken hem niet, hij kent mij niet want als hij mij zou kennen zou hij me niet bij mijn "neppe" vader achterlaten. Of hij moet zo'n harteloze klootzak zijn geweest dat hij niet om zijn echte dochter gaf dus donder maar een eind op met je 'papa-theorieën' Seff. Ik ga nu naar huis naar mijn echte vader.' Sis ik hem boos toe voor ik mijn arm lostrek en boos weg begin te lopen. Ik hoor Seff achter me aankomen en snel begin ik te rennen. Ik weet heus wel dat Seff sneller is en dat mijn conditie prut is maar dat boeit me nu niet. Woest begin ik te trappen zodra Seff me te pakken heeft maar zijn grip is haast onbreekbaar. 'LAAT ME GAAN!' 'Niet voor we over je.... gave hebben gepraat.' 'IK WIL NIET OVER- Wacht, wat?' 'Ik laat je pas gaan zodra we over je gave hebben gepraat.' Herhaalt Seff. 'Mijn.... gave?' 'Ja, je gave. Je weet toch dat iedere geestenwandelaar een gave heeft zodra hij of zij uit hun First zijn?' 'Eh, nee, dat wist ik niet want niemand vertelt mij ooit iets!' 'Dan word het tijd dat je iets hoort. Ik ga je loslaten maar als je ook maar aanstalten maakt om weg te rennen grijp ik je weer vast. Duidelijk?' 'Ja.' 'Mooi.' Voorzichtig zet Seff me neer en direct ga ik op de grond zitten, in kleermakerszit en met mijn rug naar hem toe. 'Soof... Als je wilt dat ik praat over je gave, moet je me wel aankijken.' Verzucht Seff vermoeid achter me. 'Ik moet niks.' Antwoord ik koppig. 'Anders ga ik niet praten.' 'Meh.' Antwoord ik voor ik me naar hem omdraai. 'Praat.' Beveel ik Seff terwijl ik hem strak aankijk. 'God, wat ben je weer commanderend.' 'Dat boeit mij niet. En praat!' 'Relax! Relax. Oké dan. Sis, je hebt de gave om-' 'DAAR IS ZE! GRIJP HAAR!' Klinkt er plots achter me. 'SOPHIE, LIGGEN!' brult Seff hard. Vliegensvlug laat ik me op de grond vallen en strek mijn benen en klem mijn armen langs mijn lichaam. 'Laat ons er langs, jochie, en dan zullen we je geen pijn doen.' 'Nooit!' 'Laatste waarschuwing, kid.' Gromt er een man waarschuwend. 'Pas jij maar op, klootzak.' Sist Seff boos. 'Oeh, de puppy bijt!' Roept er iemand lachend. Op de één of andere manier voel ik me nu zwaar geïrriteerd terwijl ze het niet over mij of tegen mij hebben... 'Voel je je nu beledigd, uk? Ach, wat schattig.' Boos kijk ik op en zie vijf mannen die op de één of andere manier groter zijn dan Seff en spottend op hem neerkijken. 'HÉ!' roep ik hard terwijl ik overeind klauter. 'Sophie!' Sist Seff boos terwijl hij me haast vernietigend aankijkt. 'Met die blik ga je me echt niet dood krijgen, Seff en bovendien hebben ze me toch al gezien.' Zeg ik terwijl ik met mijn ogen rol en naast hem ga staan. Deze mannen zijn echt groot... 'Meisje, als je zonder problemen met ons meegaat, doen we je vriendje geen pijn.' Zegt de grootste man grijzend waardoor zijn walgelijk gele tanden zichtbaar komen. Ik trek een walgend gezicht. 'Hij is mijn vriendje niet. Jek, ik zou echt niet met mijn broer willen.' 'Maar we gaan je broer echt geen pijn doen, als je zonder problemen met ons meegaat.' 'Sophie, doe het niet.' Sist Seff me toe. 'We willen toch wel dat je broer over twee dagen nog leeft? Nog leeft op je verjaardag?' Ik wil ze slaan. Alsjeblieft, laat me ze slaan! Plots klinkt er een laag, gevaarlijk gegrom van achter de mannen. Jace! Schiet het direct door mijn hoofd. Langzaam draaien de mannen zich om, terwijl het gegrom steeds donkerder en angstaanjagender word. Af en toe vang ik een glimp op van een grote, zwarte wolf en ik voel hoe ik begin te grijnzen. 'Is dat-' 'Ja.' Onderbreek ik Seff terwijl ik nog steeds naar de mannen kijk die langzaam hun wapens pakken en laden. Een schreeuw vult mijn oren en ik weet dat het gevecht tussen Jace en de mannen begonnen is. En Jace is heel erg in de minderheid.... 'We moeten hem helpen!' Roep ik uit terwijl ik naar voren ren. Seff grijpt mijn arm vast en trekt me weer terug. 'Niet. doen. Sophie.' Sist Seff me zacht toe. 'Je brengt ons allemaal alleen maar in gevaar. Ren de bossen in en verberg je, ik help hem wel.' 'Maar-' 'Geen gemaar, Sophie. Ren!' Langzaam draai ik me om en begin te lopen om vervolgens langzaam over te gaan op rennen. Ik hoor de geluiden van het gevecht nog steeds en snel ren ik verder, het bos in. Na ongeveer drie minuten zoek ik hijgend steun bij een boom. Stomme conditie.... Stomme coma... Voor me breekt een tak en geschrokken kijk ik op. Nog niks te zien. Langzaam deins ik achteruit, me verschuilend achter de boom. 'Ik weet dat je hier bent, Sophie.' Klinkt Joë's stem voor me en voorzichtig kijk ik om de stam van de boom heen. En inderdaad, daar staat Joë. Direct stap ik achter de boom vandaan en loop naar hem. De vermoeidheid neemt toe en ik val haast letterlijk als een lappenpop tegen hem aan. 'Wow, wat is er gebeurd?' Vraagt Joë geschrokken terwijl hij me opvangt. 'Jace.... Seff.... Mannen.... Gevecht....' mompel ik hijgend terwijl ik mijn ogen sluit en op adem probeer te komen. 'Oké, laten we dan maar hier vandaan gaan en dan gaan we jou in bed stoppen. Je bent duidelijk doodop en kunt wel wat slaap gebruiken.' 'Nee.... Moet.... hier.... blijven...' 'Ze volgen je geurspoor wel naar mijn huis en Jace kent mij dus dat zit wel goed. Kom, ik draag je wel.' En voor ik het weet lig ik in Joë's armen en drijf ik weg naar dromenland. Ik heb maar drie minuten gerend...

It's complicated ●The Lost Mind Series●Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu