P.o.v.Amy
Jason komt op school naar me toe en zegt: "Hey!" "Hey", zeg ik ook. Jens, Giovanni en Lars staan achter hem. Ze kijken een beetje boos. "W-wat is er?" vraag ik. "Ze hebben ons gezien", fluistert Jason. "Als...", ik slik. Hij knikt. "Kom op vertel op!" roept Jens. "Gast rustig!" snauw ik terug. Ik trek Jason mee en ga even verder staan. "Kan ik het wel zeggen?" vraag ik. "Waarom niet?" vraagt Jason me. Ik haal mijn schouders op. "Misschien zijn het zelfs prima roedelleden", zegt Jason dan. "Ja subtiel hoor", zeg ik lachend. Ik stap weer naar de jongens. "Ok, vanavond na school, uitleg en nog wat", zeg ik. Ze fronsen, maar knikken dan. Daarna ga ik naar Ella, die, vreemd genoeg, alleen met Wouter staat te praten. Ze komt, met Wouter, naar me te gelopen. "Moet je nog naar je kluisje?" vraagt ze. Ik knik en begroet Wouter. "Vanavond moet ik weer aan nog wat mensen uitleg geven over, ja, je weet wel", zeg ik hen. "Wie?" vraagt Ella. "Jens, Giovanni en Lars", antwoord ik. "Ga je ze tot de roedel toe laten?" vraagt Wouter. "Wie? Ik? Mensen toelaten?" vraag ik met een frons. Hij knikt. "En waarom moet ik dat beslissen?! We kunnen dat toch ook overleggen!" roep ik. "Ja, maar jij bent de Luna!" roept hij terug. "Wie ik?" "Ja, dat zei Joey toch al!" "Maar ik wil niet alleen beslissen! Wat als jullie het dan niet goed vinden?!" "Stel dan iemand als bèta op of zo!" stelt hij voor. Daar had ik nog niet aan gedacht. Ik richt mij naar Ella. Ze trekt haar wenkbrauwen op, trekt een verschrikkelijk raar gezicht, wijst naar zichzelf en zegt: "Ik?!" Ik knik. "Wil jij mijn bèta zijn?" vraag ik haar dan. "Jaaaaa!!!" gilt ze."Dusssss", zegt Giovanni, "'weerwolven' hé." Ik knik. Jason en Ella zijn met me meegekomen. "En als jullie willen, mogen jullie deel uitmaken van de roedel", zeg ik en glimlach. "Je hoeft natuurlijk niet en je mag er over nadenken ook hoor", zegt Ella hen. "Verprutst het je leven?" vraagt Jens. "Voor mij niet. Ligt eraan wat jullie vinden", antwoord ik. "We slapen er een nachtje over", zegt Lars. "Goed plan", zegt Ella. Ik, Ella en Jason lopen naar de bushalte. Giovanni, Jens en Lars springen op hun fiets en vertrekken.
De volgende ochtend komen Lars, Giovanni en Jens op me af. "We doen het", zegt Jens met een glimlach. "Maar zijn er gevaren of zo? Dat wou ik nog even weten", zegt Lars. "De beren", zeg ik, "daarom heb ik jullie hulp nodig. Iedereen kan helpen hen te verslaan." Ze knikken. "Wachten jullie vanavond in de fietsenstalling? Dan gaan we naar een plek waar niemand ons kan zien." Weer knikken ze.
En als laatste licht de maan op voor Jens. "Heel erg bedankt dat jullie willen deel uitmaken van de pack", zeg ik. "Graag gedaan", zegt Giovanni met een glimlach. "Komen jullie dan ook naar de roedel?" vraag ik dan. Ze knikken alweer.
"Zo zo", zegt Joey, "weer nieuwe leden." "Jep", zeg ik met een glimlach. Iedereen is er, behalve Wouter. Ik ga naar Ella en vraag waar hij is. "Ik weet het niet", zegt Ella. "Wacht", zeg ik, "ik heb zijn nummer. Ik bel wel." "Ik ook", hoor ik iemand fluisteren. Ik kijk op van mijn telefoon en zie Ella met een reusachtige glimlach naar mij kijken. "Jij hebt... Het nummer van tegel?!" vraag ik. "Jaaa!!" gilt ze. "Wel bel jij dan!" gil ik terug. "Nee!!" gilt ze opnieuw. "Waarom niet?" vraag ik weer gillend. "Ik durf niet!" gilt ze. "Bel gewoon!!!" gil ik nog eens. Dan zie ik dat echt iedereen naar ons zit te kijken. "Sorry", zeg ik, "Ella trapte op mijn gsm." Ze kijkt me boos aan. "Daarom moet Ella bellen in plaats van jou?" vraagt Eurelie. "Nee", zeg ik, "ze heeft het nummer van tegel!!" "Ja?!" vraagt Eurelie. "Ja!" Ondertussen heft Ella haar moed gevonden en staat al met haar telefoon aan haar oor. "Hij antwoord niet", zegt ze. Maar dan hoor ik een gsm gerinkel. Niet van mensen die hier zijn, maar vanuit het bos. En dan hoor ik een stille 'help'. "Ik hoor iets", zeg ik. Ik ren naar de plek waar het geluid vandaan komt en Ella volgt me. "Holly f*cking sh*t!" roep ik plots. Wouter ligt op de grond, hij kreunt van de pijn en kan amper iets zeggen. Zijn linkervoet bloed en zijn rechterbovenbeen ook. Het zijn schotwonden. Er is ook een in zijn rechterschouder en onderarm. Ik kniel naast hem neer en roep de rest van de roedel. Ella staat achter me, ze heeft haar handen voor haar mond geslagen en er stromen tranen uit haar ogen. Ze komt ook naast me zittend en vraagt Wouter snikkend: "Gaat het?" "Niet echt", fluistert hij. Dan komt de hele pack af. Kate, van de oude roedel, die moet vluchten, is dokter en snelt naar Wouter toe. Ze verzorgd de wonden en probeert de kogels eruit te halen. "Hij kan overleven", zegt ze, "maar de kans is..." "Wat?!" gilt Ella. "Nee niet dood gaan!!" snikt ze. "Ssst", sis ik, "hij gaat niet dood. Hij is een wolf! Onthoud dat." Langzaam probeert hij recht te zitten en Ella vliegt hem om de nek. "Alsjeblieft, niet dood gaan!" zegt ze weer. "Ik ga niet dood", verzekerd hij haar. En we brengen hem naar het ziekenhuis. We hopen allen dat ze niet zullen ontdekken dat hij een weerwolf is...
JE LEEST
The New Wolf Pack
WerewolfAmy is 14 en word op een dag wakker met wolvensymptomen. Ze doet haar best het te verbergen op school en thuis, maar ze heeft haar 'krachten' niet onder controle. Later wordt ze geroepen door een wolvenroedel, die haar drie dingen zegt: pas op voor...